DSV_Strongs(i)
11
H8055 H8804
En gij zult vrolijk zijn
H2896
over al het goede
H3068
, dat de HEERE
H430
, uw God
H1004
, aan u en uw huis
H5414 H8804
gegeven heeft
H3881
; gij, en de Leviet
H1616
, en de vreemdeling
H7130
, die in het midden van u is.
12
H3615 H8762
Wanneer gij zult geeindigd hebben
H4643
alle tienden
H8393
van uw inkomen
H6237 H8687
te vertienen
H7992
, in het derde
H8141
jaar
H8141
, zijnde een jaar
H4643
der tienden
H3881
; dan zult gij aan den Leviet
H1616
, aan den vreemdeling
H3490
, aan den wees
H490
en aan de weduwe
H5414 H8804
geven
H8179
, dat zij in uw poorten
H398 H8804
eten
H7646 H8804
en verzadigd worden.
13
H6440
En gij zult voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H559 H8804
, zeggen
H6944
: Ik heb het heilige
H1004
uit het huis
H1197 H8765
weggenomen
H3881
, en heb het ook aan den Leviet
H1616
en aan den vreemdeling
H3490
, aan den wees
H490
en aan de weduwe
H5414 H8804
gegeven
H4687
, naar al Uw geboden
H6680 H8765
, die Gij mij geboden hebt
H4687
; ik heb niets van Uw geboden
H5674 H8804
overtreden
H7911 H8804
, en niets vergeten.