Daniel 2:37-40

DSV_Strongs(i)
  37 H607 Gij H4430 , o koning H4430 ! zijt een koning H4430 der koningen H426 ; want de God H8065 des hemels H4437 heeft u een koninkrijk H2632 , macht H8632 , en sterkte H3367 , en eer H3052 H8754 gegeven;
  38 H3606 En overal H1123 H606 , waar mensenkinderen H1753 H8748 wonen H2423 , heeft Hij de beesten H1251 des velds H5776 en de vogelen H8065 des hemels H3028 in uw hand H3052 H8754 gegeven H3606 ; en Hij heeft u gesteld H7981 H8684 tot een heerser H607 over al dezelve; gij H1722 zijt dat gouden H7217 hoofd.
  39 H870 En na H317 u zal een ander H4437 koninkrijk H6966 H8748 opstaan H772 , lager H4481 dan het uwe H317 ; daarna een ander H8523 , het derde H4437 koninkrijk H5174 van koper H7981 H8748 , hetwelk heersen zal H3606 over de gehele H772 aarde.
  40 H7244 En het vierde H4437 koninkrijk H8624 zal hard H1934 H8748 zijn H6523 , gelijk ijzer H6523 ; aangezien het ijzer H3606 alles H1855 H8683 vermaalt H2827 H8751 en verzwakt H6903 ; gelijk H6523 nu het ijzer H459 , dat zulks H3606 alles H7490 H8750 verbreekt H1855 H8681 , [alzo] zal het vermalen H7490 H8748 en verbreken.