2 Thessalonians 1:3-6

DSV_Strongs(i)
  3 G3784 G5719 Wij moeten G2316 God G3842 te allen tijd G2168 G5721 danken G4012 over G5216 u G80 , broeders G2531 , gelijk G514 billijk G2076 G5748 is G3754 , omdat G5216 uw G4102 geloof G5232 G5719 zeer wast G2532 , en G26 [dat] de liefde G1520 eens G1538 iegelijken G5216 van u G3956 allen G1519 jegens G240 elkander G4121 G5719 overvloedig wordt;
  4 G5620 Alzo dat G2248 wij G846 zelven G1722 van G5213 u G2744 G5738 roemen G1722 in G1577 de Gemeenten G2316 Gods G5228 , over G5216 uw G5281 lijdzaamheid G2532 en G4102 geloof G1722 in G3956 al G5216 uw G1375 vervolgingen G2532 en G2347 verdrukkingen G3739 , die G430 G5736 gij verdraagt;
  5 G1730 Een bewijs G2316 van Gods G1342 rechtvaardig G2920 oordeel G1519 , opdat G5209 gij G2661 G5683 waardig geacht wordt G932 het Koninkrijk G2316 Gods G5228 , voor G3739 hetwelk G2532 gij ook G3958 G5719 lijdt;
  6 G1512 Alzo G1342 het recht G3844 is bij G2316 God G2347 verdrukking G467 G5629 te vergelden G5209 dengenen, die u G2346 G5723 verdrukken;