1 Chronicles 16:38-42

DSV_Strongs(i)
  38 H5654 Obed-edom H251 nu, met hunlieder broederen H8083 , waren acht H8346 en zestig H5654 ; en [hij] [stelde] Obed-edom H1121 , den zoon H3038 van Jeduthun H2621 , en Hosa H7778 , tot poortiers;
  39 H3548 En den priester H6659 Zadok H251 , en zijn broederen H3548 , de priesters H6440 , voor H4908 den tabernakel H3068 des HEEREN H1116 op de hoogte H834 , welke H1391 te Gibeon is;
  40 H3068 Om den HEERE H5930 de brandofferen H8548 geduriglijk H5927 H8687 te offeren H5921 op H4196 H5930 het brandofferaltaar H1242 , des morgens H6153 en des avonds H3605 ; en zulks naar alles H3789 H8803 , wat er geschreven staat H8451 in de wet H3068 des HEEREN H834 , die H5921 Hij H3478 Israel H6680 H8765 geboden had.
  41 H5973 En met H1968 hen Heman H3038 en Jeduthun H7605 , en de overige H1305 H8803 uitgelezenen H834 , die H8034 met namen H5344 H8738 uitgedrukt zijn H3068 om den HEERE H3034 H8687 te loven H3588 ; want H2617 Zijn goedertierenheid H5769 is tot in der eeuwigheid.
  42 H5973 Met H1968 hen dan waren Heman H3038 en Jeduthun H2689 , [met] trompetten H4700 en cimbalen H8085 H8688 voor degenen, die zich lieten horen H3627 , en [met] instrumenten H7892 der muziek H430 Gods H1121 ; maar de zonen H3038 van Jeduthun H8179 waren aan de poort.