Numbers 31:30-47

DSV(i) 30 Maar van de helft der kinderen Israëls zult gij een gevangene van vijftig nemen, uit de mensen, uit de runderen, uit de ezelen, en uit de schapen, uit al de beesten; en gij zult ze aan de Levieten geven, die de wacht van de tabernakel des HEEREN waarnemen. 31 En Mozes en Eleazar, de priester, deden, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. 32 De buit nu, het overschot van den roof, dat het krijgsvolk geroofd had, was zeshonderd vijf en zeventig duizend schapen; 33 En twee en zeventig duizend runderen; 34 En een en zestig duizend ezelen; 35 En der mensen zielen, uit de vrouwen, die geen bijligging des mans bekend hadden, alle zielen waren twee en dertig duizend. 36 En de helft, te weten het deel dergenen, die tot dezen krijg uitgetogen waren, was in getal driehonderd zeven en dertig duizend en vijfhonderd schapen. 37 En de schatting voor den HEERE van schapen was zeshonderd vijf en zeventig. 38 En de runderen waren zes en dertig duizend, en hun schatting voor den HEERE twee en zeventig. 39 En de ezelen waren dertig duizend en vijfhonderd, en hun schatting voor den HEERE was een en zestig. 40 En der mensen zielen waren zestien duizend, en hun schatting voor den HEERE twee en dertig zielen. 41 En Mozes gaf Eleazar, den priester, de schatting van de heffing des HEEREN, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. 42 En van de helft der kinderen Israëls, welke Mozes afgedeeld had, van de mannen, die gestreden hadden; 43 (Het halve deel nu der vergadering was, uit de schapen, driehonderd zeven en dertig duizend en vijfhonderd; 44 En de runderen waren zes en dertig duizend; 45 En de ezelen dertig duizend en vijfhonderd; 46 En der mensen zielen zestien duizend;) 47 Van die helft der kinderen Israëls nam Mozes een gevangene uit vijftig, van mensen en van beesten; en hij gaf ze aan de Levieten, die de wacht van den tabernakel des HEEREN waarnamen, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.