Jeremiah 48:11-13

DSV(i) 11 Moab is van zijn jeugd aan gerust geweest, en hij heeft op zijn heffe stil gelegen, en is van vat in vat niet geledigd, en heeft niet gewandeld in gevangenis; daarom is zijn smaak in hem gebleven, en zijn reuk niet veranderd. 12 Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik hem vreemde gasten zal toeschikken, die hem in vreemde plaatsen zullen voeren, en zijn vaten ledigen, en hunlieder flessen in stukken slaan. 13 En Moab zal beschaamd worden vanwege Kamos, gelijk als het huis Israëls beschaamd is geworden vanwege Beth-el, hunlieder vertrouwen.