Jeremiah 48:11 Cross References - DSV

11 Moab is van zijn jeugd aan gerust geweest, en hij heeft op zijn heffe stil gelegen, en is van vat in vat niet geledigd, en heeft niet gewandeld in gevangenis; daarom is zijn smaak in hem gebleven, en zijn reuk niet veranderd.

Psalms 55:19

19 Hij heeft mijn ziel in vrede verlost van den strijd tegen mij; want met menigte zijn zij tegen mij geweest.

Psalms 73:4-8

4 Want er zijn geen banden tot hun dood toe, en hun kracht is fris. 5 Zij zijn niet in de moeite als andere mensen, en worden met andere mensen niet geplaagd. 6 Daarom omringt hen de hovaardij als een keten; het geweld bedekt hen als een gewaad. 7 Hun ogen puilen uit van vet; zij gaan de inbeeldingen des harten te boven. 8 Zij mergelen de lieden uit, en spreken boselijk van verdrukking; zij spreken uit de hoogte.

Psalms 123:4

4 Onze ziel is veel te zat des spots der weelderigen, der verachting der hovaardigen.

Proverbs 1:32

32 Want de afkering der slechten zal hen doden, en de voorspoed der zotten zal hen verderven.

Isaiah 16:6

6 Wij hebben gehoord de hovaardij van Moab, hij is zeer hovaardig; zijn hoogmoed, en zijn hovaardij, en zijn verbolgenheid, zijn alzo zijn grendelen niet.

Isaiah 24:3

3 Dat land zal ganselijk ledig gemaakt worden, en het zal ganselijk beroofd worden; want de HEERE heeft dit woord gesproken.

Isaiah 25:6

6 En de HEERE der heirscharen zal op dezen berg allen volken een vetten maaltijd maken, een maaltijd van reinen wijn, van vet vol mergs, van reine wijnen, die gezuiverd zijn.

Jeremiah 48:29

29 Wij hebben Moabs hovaardij gehoord (hij is zeer hovaardig), zijn trotsheid, en zijn hovaardij, en zijn hoogmoed, en zijns harten hoogheid.

Jeremiah 51:34

34 Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft mij opgegeten, hij heeft mij verpletterd, hij heeft mij gesteld als een ledig vat, hij heeft mij verslonden als een draak, hij heeft zijn balg gevuld van mijn lekkernijen; hij heeft mij verdreven.

Ezekiel 16:49-50

49 Ziet, dit was de ongerechtigheid uwer zuster Sodom; hoogmoed, zatheid van brood en stille gerustheid had zij en haar dochteren; maar zij sterkte de hand des armen en nooddruftigen niet. 50 En zij verhieven zich, en deden gruwelijkheid voor Mijn aangezicht; daarom deed Ik ze weg, nadat Ik het gezien had.

Nahum 2:2

2 Want de HEERE heeft de hovaardij Jakobs afgewend, gelijk de hovaardij Israëls; want de ledigmakers hebben ze ledig gemaakt, en zij hebben hun wijnranken verdorven.

Nahum 2:10

10 Zij is geledigd, ja, uitgeledigd, uitgeput, en haar hart versmelt, en de knieën schudden, en in al de lenden is smart, en hun aller aangezichten betrekken, als een pot.

Zephaniah 1:12

12 En het zal geschieden te dien tijde, Ik zal Jeruzalem met lantaarnen doorzoeken; en Ik zal bezoeking doen over de mannen, die stijf geworden zijn op hun droesem, die in hun hart zeggen: De HEERE doet geen goed, en Hij doet geen kwaad.

Zechariah 1:15

15 En Ik ben met een zeer groten toorn vertoornd tegen die geruste heidenen; want Ik was een weinig toornig, maar zij hebben ten kwade geholpen.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.