DSV_Strongs(i)
3
G5209
Dat u
G3361 G5100
niemand
G1818 G5661
verleide
G2596
op
G3367
enigerlei
G5158
wijze
G3754
; want
G3362
[die] [komt] [niet], tenzij
G4412
dat eerst
G646
de afval
G2064 G5632
gekomen zij
G2532
, en
G601 G5686
dat geopenbaard zij
G444
de mens
G266
der zonde
G5207
, de zoon
G684
des verderfs;
4
G3588
Die
G480 G5740
zich tegenstelt
G2532
, en
G5229 G5746
verheft
G1909
boven
G3956
al
G2316
wat God
G3004 G5746
genaamd
G2228
, of
G4574
[als] [God] geeerd wordt
G5620
, alzo dat
G846
hij
G1519
in
G3485
den tempel
G2316
Gods
G5613
als
G2316
een God
G2523 G5658
zal zitten
G1438
, zichzelven
G584 G5723
vertonende
G3754
, dat
G2316
hij God
G2076 G5748
is.