Psalms 104:6-9

DSV(i) 6 Gij hadt ze met den afgrond als een kleed overdekt; de wateren stonden boven de bergen. 7 Van Uw schelden vloden zij, zij haastten zich weg voor de stem Uws donders. 8 De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt. 9 Gij hebt een paal gesteld, dien zij niet overgaan zullen; zij zullen de aarde niet weder bedekken.