Psalms 104:6-9

DSV_Strongs(i)
  6 H8415 Gij hadt ze met den afgrond H3830 als een kleed H3680 H8765 overdekt H4325 ; de wateren H5975 H8799 stonden H2022 boven de bergen.
  7 H4480 Van H1606 Uw schelden H5127 H8799 vloden zij H2648 H8735 , zij haastten zich H6963 weg voor de stem H7482 Uws donders.
  8 H2022 De bergen H5927 H8799 rezen op H1237 , de dalen H3381 H8799 daalden H4725 , ter plaatse H2088 , die H3245 H8804 Gij voor hen gegrond hadt.
  9 H1366 Gij hebt een paal H7760 H8804 gesteld H5674 H8799 , dien zij niet overgaan zullen H776 ; zij zullen de aarde H7725 H8799 niet weder H3680 H8763 bedekken.