DSV(i)
24 En na die dagen werd Elizabet, zijn vrouw, bevrucht; en zij verborg zich vijf maanden, zeggende:
25 Alzo heeft mij de Heere gedaan, in de dagen, in welke Hij mij aangezien heeft, om mijn versmaadheid onder de mensen weg te nemen.
26 En in de zesde maand werd de engel Gabriël van God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth;