Deuteronomy 29:16-18

DSV_Strongs(i)
  16 H3045 H8804 Want gij weet H776 H4714 , hoe wij in Egypteland H3427 H8804 gewoond hebben H5674 H8804 , en hoe wij doorgetogen zijn H7130 door het midden H1471 der volken H5674 H8804 , die gij doorgetogen zijt.
  17 H7200 H8799 En gij hebt gezien H8251 hun verfoeiselen H1544 , en hun drekgoden H6086 , hout H68 en steen H3701 , zilver H2091 en goud, die bij hen waren.
  18 H3426 Dat onder ulieden niet zij H376 een man H802 , of vrouw H4940 , of huisgezin H7626 , of stam H3824 , die zijn hart H3117 heden H6437 H8802 wende H3068 van den HEERE H430 , onzen God H3212 H8800 , om te gaan H5647 H8800 dienen H430 de goden H1471 dezer volken H3426 ; dat onder ulieden niet zij H8328 een wortel H7219 , die gal H3939 en alsem H6509 H8802 drage;