DSV_Strongs(i)
16
H3045 H8804
Want gij weet
H776 H4714
, hoe wij in Egypteland
H3427 H8804
gewoond hebben
H5674 H8804
, en hoe wij doorgetogen zijn
H7130
door het midden
H1471
der volken
H5674 H8804
, die gij doorgetogen zijt.
17
H7200 H8799
En gij hebt gezien
H8251
hun verfoeiselen
H1544
, en hun drekgoden
H6086
, hout
H68
en steen
H3701
, zilver
H2091
en goud, die bij hen waren.
18
H3426
Dat onder ulieden niet zij
H376
een man
H802
, of vrouw
H4940
, of huisgezin
H7626
, of stam
H3824
, die zijn hart
H3117
heden
H6437 H8802
wende
H3068
van den HEERE
H430
, onzen God
H3212 H8800
, om te gaan
H5647 H8800
dienen
H430
de goden
H1471
dezer volken
H3426
; dat onder ulieden niet zij
H8328
een wortel
H7219
, die gal
H3939
en alsem
H6509 H8802
drage;