DSV_Strongs(i)
16
H4397
Toen nu de engel
H3027
zijn hand
H7971 H8799
uitstrekte
H3389
over Jeruzalem
H7843 H8763
, om haar te verderven
H5162 H8735
, berouwde het
H3068
den HEERE
H413
over
H7451
dat kwaad
H559 H8799
, en Hij zeide
H4397
tot den engel
H7843 H0
, die het verderf
H5971
onder het volk
H7843 H8688
maakte
H7227
: Het is genoeg
H7503 H0
, trek
H3027
uw hand
H6258
nu
H7503 H8685
af
H4397
. De engel
H3068
des HEEREN
H1961 H8804
nu was
H5973
bij
H1637
den dorsvloer
H728
van Arauna
H2983
, den Jebusiet.
17
H1732
En David
H4397
, als hij den engel
H7200 H8800
zag
H5971
, die het volk
H5221 H8688
sloeg
H559 H8799
, sprak
H413
tot
H3068
den HEERE
H559 H8799
, en zeide
H2009
: Zie
H595
ik
H2398 H8804
, ik heb gezondigd
H595
, en ik
H5753 H8689
, ik heb onrecht gehandeld
H4100
, maar wat
H428
hebben deze
H6629
schapen
H6213 H8804
gedaan
H3027
? Uw hand
H1961 H8798
zij
H4994
toch
H1
tegen mij en tegen mijns vaders
H1004
huis.