DSV_Strongs(i)
1
H4428
De koning
H1732
David
H2204 H8804
nu was oud
H935 H8804 H3117
, wel bedaagd
H3680 H8762
; en zij dekten
H899
hem met klederen
H3179 H0
, doch hij kreeg
H3808
gene
H3179 H8799
warmte.
2
H559 H8799
Toen zeiden
H5650
zijn knechten
H113
tot hem: Laat ze mijn heer
H4428
den koning
H5291
een jonge
H1330
dochter
H1245 H8762
, een maagd zoeken
H6440
, die voor het aangezicht
H4428
des konings
H5975 H8804
sta
H1961 H8799 H5532 H8802
, en hem koestere
H7901 H8804
; en zij slape
H2436
in uw schoot
H113
, dat mijn heer
H4428
de koning
H2552 H8804
warm worde.
3
H1245 H8762
Zo zochten zij
H3303
een schone
H5291
jonge dochter
H3605
in alle
H1366
landpalen
H3478
van Israel
H4672 H8799
; en zij vonden
H49
Abisag
H7767
, een Sunamietische
H935 H8686
, en brachten
H853
ze
H4428
tot den koning.
4
H5291
En de jonge dochter
H5704 H3966
was bovenmate
H3303
schoon
H1961 H8799 H5532 H8802
, en koesterde
H4428
den koning
H8334 H8762
, en diende
H4428
hem; doch den koning
H3045 H8804
bekende
H3808
ze niet.
5
H138
Adonia
H1121
nu, de zoon
H2294
van Haggith
H4984 H8693
, verhief zich
H559 H8800
, zeggende
H589
: Ik
H4427 H8799
zal koning zijn
H6213 H8799
; en hij bereidde
H7393
zich wagenen
H6571
en ruiteren
H2572
, en vijftig
H376
mannen
H7323 H8801
, lopende
H6440
voor zijn aangezicht.
6
H1
En zijn vader
H3808
had hem niet
H6087 H8804
bedroefd
H4480
van
H3117
zijn dagen
H559 H8800
, zeggende
H4069
: Waarom
H3602
hebt gij alzo
H6213 H8804
gedaan
H1571
? En ook
H1931
was hij
H3966
zeer
H2896
schoon
H8389
van gedaante
H853
, en [Haggith] had hem
H3205 H8804
gebaard
H310
na
H53
Absalom.
7
H1697
En zijn raadslagen
H1961 H8799
waren
H5973
met
H3097
Joab
H1121
, den zoon
H6870
van Zeruja
H5973
, en met
H54
Abjathar
H3548
, den priester
H5826 H8799
; die hielpen
H310
, volgende
H138
Adonia.
8
H6659
Maar Zadok
H3548
, de priester
H1141
, en Benaja
H1121
, de zoon
H3077
van Jojada
H5416
, en Nathan
H5030
, de profeet
H8096
, en Simei
H7472
, en Rei
H1368
, en de helden
H834
, die
H1732
David
H1961 H8804
had, waren
H5973
met
H138
Adonia
H3808
niet.
9
H138
En Adonia
H2076 H8799
slachtte
H6629
schapen
H1241
en runderen
H4806
, en gemest vee
H5973
bij
H68
den steen
H2120
Zoheleth
H834
, die
H681
bij
H5883
de fontein Rogel
H7121 H8799
is; en noodde
H3605
al
H251
zijn broederen
H1121
, de zonen
H4428
des konings
H3605
, en alle
H582
mannen
H3063
van Juda
H4428
, des konings
H5650
knechten.
10
H5416
Maar Nathan
H5030
, den profeet
H1141
, en Benaja
H1368
, en de helden
H8010
, en Salomo
H251
, zijn broeder
H7121 H8804
, noodde hij
H3808
niet.
11
H559 H8799
Toen sprak
H5416
Nathan
H413
tot
H1339
Bathseba
H517
, de moeder
H8010
van Salomo
H559 H8800
, zeggende
H3808
: Hebt gij niet
H8085 H8804
gehoord
H3588
, dat
H138
Adonia
H1121
, de zoon
H2294
van Haggith
H4427 H8804
, koning is
H113
? En onze heer
H1732
David
H3045 H8804
weet
H3808
dat niet.
12
H6258
Nu dan
H3212 H8798
, kom
H4994
, laat mij u toch
H6098
een raad
H3289 H8799
geven
H5315
, dat gij uw ziel
H5315
en de ziel
H1121
van uw zoon
H8010
Salomo
H4422 H8761
redt.
13
H3212 H8798
Ga heen
H935 H8798
, en treed in
H413
tot
H4428
den koning
H1732
David
H559 H8804
, en zeg
H413
tot
H3808
hem: Hebt gij niet
H113
, mijn heer
H4428
koning
H519
, uw dienstmaagd
H7650 H8738
gezworen
H559 H8800
, zeggende
H3588
: Voorzeker
H1121
, uw zoon
H8010
Salomo
H310
zal na
H4427 H8799
mij koning zijn
H1931
, en hij
H5921
zal op
H3678
mijn troon
H3427 H8799
zitten
H4069
! Waarom
H4427 H0
dan is
H138
Adonia
H4427 H8804
koning?
14
H2009
Zie
H8033
, als gij daar
H5750
nog
H5973
met
H4428
den koning
H1696 H8764
spreken zult
H589
, zo zal ik
H310
na
H935 H8799
u inkomen
H1697
, en zal uw woorden
H4390 H8765
vervullen.
15
H1339
En Bathseba
H935 H8799
ging in
H413
tot
H4428
den koning
H2315
in de binnenkamer
H4428
; doch de koning
H3966
was zeer
H2204 H8804
oud
H49
, en Abisag
H7767
, de Sunamietische
H8334 H8764
, diende
H4428
den koning.
16
H1339
En Bathseba
H6915 H8799
neigde het hoofd
H7812 H8691
en boog zich neder
H4428
voor den koning
H4428
; en de koning
H559 H8799
zeide
H4100
: Wat is u?
17
H559 H8799
En zij zeide
H113
tot hem: Mijn heer
H859
! gij
H519
hebt uw dienstmaagd
H3068
bij den HEERE
H430
, uw God
H7650 H8738
, gezworen
H3588
: Voorzeker
H8010
Salomo
H1121
, uw zoon
H310
, zal na
H4427 H8799
mij koning zijn
H1931
, en hij
H5921
zal op
H3678
mijn troon
H3427 H8799
zitten!
18
H6258
En nu
H2009
zie
H138
, Adonia
H4427 H8804
is koning
H6258
; en nu
H113
, mijn heer
H4428
koning
H3045 H8804
, gij weet
H3808
het niet.
19
H7794
En hij heeft ossen
H4806
, en gemest vee
H6629
, en schapen
H7230
in menigte
H2076 H8799
geslacht
H7121 H8799
, en genood
H3605
al
H1121
de zonen
H4428
des konings
H54
, en Abjathar
H3548
, den priester
H3097
, en Joab
H8269 H6635
, den krijgsoverste
H5650
, maar uw knecht
H8010
Salomo
H3808
heeft hij niet
H7121 H8804
genood.
20
H859
Maar gij
H113
, mijn heer
H4428
koning
H5869
, de ogen
H3605
van het ganse
H3478
Israel
H5921
zijn op
H5046 H8687
u, dat gij hun zoudt te kennen geven
H4310
, wie
H5921
op
H3678
den troon
H113
van mijn heer
H4428
den koning
H310
na
H3427 H8799
hem zitten zal.
21
H1961 H8804
Anders zal het geschieden
H113
, als mijn heer
H4428
de koning
H5973
met
H1
zijn vaderen
H7901 H8800
zal ontslapen zijn
H589
, dat ik
H1121
en mijn zoon
H8010
Salomo
H2400
[als] zondaars
H1961 H8704
zullen zijn.
22
H2009
En ziet
H1696 H8764
, zij sprak
H5750
nog
H5973
met
H4428
den koning
H5030
, als de profeet
H5416
Nathan
H935 H8804
inkwam.
23
H5046 H0
En zij gaven
H4428
den koning
H5046 H8686
te kennen
H559 H8800
, zeggende
H2009
: Zie
H5030
, de profeet
H5416
Nathan
H935 H8799
is daar; en hij kwam
H5921
voor
H6440
het aangezicht
H4428
des konings
H7812 H8691
, en boog zich
H4428
voor den koning
H639
op zijn aangezicht
H776
ter aarde.
24
H5416
En Nathan
H559 H8799
zeide
H113
: Mijn heer
H4428
koning
H859
! hebt gij
H559 H8804
gezegd
H138
: Adonia
H310
zal na
H4427 H8799
mij koning zijn
H1931
, en hij
H5921
zal op
H3678
mijn troon
H3427 H8799
zitten?
25
H3588
Want
H3117
hij is heden
H3381 H8804
afgegaan
H2076 H8799
, en heeft geslacht
H7794
ossen
H4806
, en gemest vee
H6629
, en schapen
H7230
in menigte
H7121 H8799
, en heeft genood
H3605
al
H1121
de zonen
H4428
des konings
H8269
, en de oversten
H6635
des heirs
H54
, en Abjathar
H3548
, den priester
H2009
; en zie
H398 H8802
, zij eten
H8354 H8802
, en drinken
H6440
voor zijn aangezicht
H559 H8799
, en zeggen
H4428
: De koning
H138
Adonia
H2421 H8799
leve!
26
H589
Maar mij
H5650
, die uw knecht
H6659
ben, en Zadok
H3548
, den priester
H1141
, en Benaja
H1121
, den zoon
H3077
van Jojada
H8010
, en Salomo
H5650
, uw knecht
H3808
, heeft hij niet
H7121 H8804
genood.
27
H518
H2088
Is deze
H1697
zaak
H4480
van
H113
mijn heer
H4428
den koning
H1961 H8738
geschied
H5650
? En hebt gij uw knecht
H3808
niet
H3045 H8689
bekend gemaakt
H4310
, wie
H5921
op
H3678
den troon
H113
van mijn heer
H4428
den koning
H310
na
H3427 H8799
hem zitten zou?
28
H4428
En de koning
H1732
David
H6030 H8799
antwoordde
H559 H8799
en zeide
H7121 H8798
: Roept
H1339
mij Bathseba
H935 H8799
; en zij kwam
H6440
voor het aangezicht
H4428
des konings
H5975 H8799
, en stond
H6440
voor het aangezicht
H4428
des konings.
29
H7650 H8735
Toen zwoer
H4428
de koning
H559 H8799
, en zeide
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H834
, die
H5315
mijn ziel
H4480
uit
H3605
allen
H6869
nood
H6299 H8804
verlost heeft;
30
H3588
Voorzeker
H834
, gelijk als
H7650 H8738
ik u gezworen heb
H3068
bij den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels
H559 H8800
, zeggende
H3588
: Voorzeker
H1121
zal uw zoon
H8010
Salomo
H310
na
H4427 H8799
mij koning zijn
H1931
, en
H5921
zal op
H3678
mijn troon
H8478
in mijn plaats
H3427 H8799
zitten
H3588
; voorzeker
H3651
, alzo
H2088
zal ik te dezen
H3117
zelfden dage
H6213 H8799
doen.
31
H6915 H8799
Toen neigde zich
H1339
Bathseba
H639
met het aangezicht
H776
ter aarde
H7812 H8691
, en boog zich neder
H4428
voor den koning
H559 H8799
, en zeide
H113
: Mijn heer
H4428
de koning
H1732
David
H2421 H8799
leve
H5769
in eeuwigheid!
32
H4428
En de koning
H1732
David
H559 H8799
zeide
H7121 H8798
: Roep
H6659
mij Zadok
H3548
, den priester
H5416
, en Nathan
H5030
, den profeet
H1141
, en Benaja
H1121
, den zoon
H3077
van Jojada
H935 H8799
; en zij kwamen
H6440
voor het aangezicht
H4428
des konings.
33
H4428
En de koning
H559 H8799
zeide
H3947 H8798
tot hen: Neemt
H5973
met
H5650
u de knechten
H113
uws heren
H1121
, en doet mijn zoon
H8010
Salomo
H7392 H8689
rijden
H5921
op
H6506
de muilezelin
H834
, die
H853
voor mij is; en voert hem
H3381 H8689
af
H413
naar
H1521
Gihon.
34
H6659
En dat Zadok
H3548
, de priester
H5416
, met Nathan
H5030
, den profeet
H853
, hem
H8033
aldaar
H4428
tot koning
H5921
over
H3478
Israel
H4886 H8804
zalven
H7782
. Daarna zult gij met de bazuin
H8628 H8804
blazen
H559 H8804
, en zeggen
H4428
: De koning
H8010
Salomo
H2421 H8799
leve!
35
H310
Dan zult gij achter
H5927 H8804
hem optrekken
H935 H8804
, en hij zal komen
H5921
, en zal op
H3678
mijn troon
H3427 H8804
zitten
H1931
, en hij
H4427 H8799
zal koning zijn
H8478
in mijn plaats
H6680 H8765
; want ik heb geboden
H853
, dat hij
H5057
een voorganger
H1961 H8800
zou zijn
H5921
over
H3478
Israel
H5921
en over
H3063
Juda.
36
H6030 H8799
Toen antwoordde
H1141
Benaja
H1121
, de zoon
H3077
van Jojada
H4428
, den koning
H559 H8799
, en zeide
H543
: Amen
H3651
; alzo
H559 H8799
zegge
H3068
de HEERE
H430
, de God
H113
van mijn heer
H4428
den koning!
37
H834
Gelijk als
H3068
de HEERE
H5973
met
H113
mijn heer
H4428
den koning
H1961 H8804
geweest is
H3651
, alzo
H1961 H8799
zij Hij
H5973
met
H8010
Salomo
H3678
; en Hij make zijn troon
H1431 H8762
groter
H4480
dan
H3678
den troon
H113
van mijn heer
H4428
den koning
H1732
David!
38
H3381 H0
Toen ging
H6659
Zadok
H3548
, de priester
H3381 H8799
, af
H5416
, met Nathan
H5030
, den profeet
H1141
, en Benaja
H1121
, den zoon
H3077
van Jojada
H3774
, en de Krethi
H6432
en de Plethi
H8010
, en zij deden Salomo
H7392 H8686
rijden
H5921
op
H6506
de muilezelin
H4428
van den koning
H1732
David
H3212 H8686
, en geleidden
H853
hem
H5921
naar
H1521
Gihon.
39
H6659
En Zadok
H3548
, de priester
H3947 H8799
, nam
H7161 H8081
den oliehoorn
H4480
uit
H168
de tent
H4886 H8799
, en zalfde
H8010
Salomo
H8628 H8799
; en zij bliezen
H7782
met de bazuin
H3605
, en al
H5971
het volk
H559 H8799
zeide
H4428
: De koning
H8010
Salomo
H2421 H8799
leve!
40
H3605
En al
H5971
het volk
H5927 H8799
kwam op
H310
achter
H5971
hem, en het volk
H2490 H8764
pijpte
H2485
met pijpen
H8056
, en verblijdde zich
H1419
met grote
H8057
blijdschap
H776
, zodat de aarde
H6963
van hun geluid
H1234 H8735
spleet.
41
H138
En Adonia
H8085 H8799
hoorde
H3605
het, en al
H7121 H8803
de genoden
H834
, die
H854
met
H1992
hem waren, die
H3615 H8765
nu geeindigd hadden
H398 H8800
te eten
H8085 H8799
; ook hoorde
H3097
Joab
H6963
het geluid
H7782
der bazuinen
H559 H8799
, en zeide
H4069
: Waarom
H6963
is het geroep
H7151
dier stad
H1993 H8802
, die in roer is?
42
H5750
Als hij nog
H1696 H8764
sprak
H2009
, ziet
H935 H8804
, zo kwam
H3129
Jonathan
H1121
, de zoon
H54
van Abjathar
H3548
, den priester
H138
; en Adonia
H559 H8799
zeide
H935 H8798
: Kom in
H3588
, want
H859
gij
H2428
zijt een kloek
H376 H8676 H381
man
H2896
, en zult het goede
H1319 H8762
boodschappen.
43
H3129
En Jonathan
H6030 H8799
antwoordde
H559 H8799
en zeide
H138
tot Adonia
H61
: Ja, maar
H113
onze heer
H4428
, de koning
H1732
David
H8010
, heeft Salomo
H4427 H8689
tot koning gemaakt.
44
H4428
En de koning
H854
heeft met
H7971 H8799
hem gezonden
H6659
Zadok
H3548
, den priester
H5416
, en Nathan
H5030
, den profeet
H1141
, en Benaja
H1121
, den zoon
H3077
van Jojada
H3774
, en de Krethi
H6432
en de Plethi
H853
; en zij hebben hem
H7392 H8686
doen rijden
H5921
op
H6506
de muilezelin
H4428
des konings.
45
H853
Daartoe hebben hem
H6659
Zadok
H3548
, de priester
H5416
, en Nathan
H5030
, de profeet
H1521
, in Gihon
H4428
tot koning
H4886 H8799
gezalfd
H4480
, en zijn van
H8033
daar
H8056
blijde
H5927 H8799
opgetogen
H7151
, zodat de stad
H1949 H8735
in roer is
H1931
; dat
H6963
is het geroep
H834
, dat
H8085 H8804
gij gehoord hebt.
47
H1571
Zo zijn ook
H5650
de knechten
H4428
des konings
H935 H8804
gekomen
H113
, om onzen heer
H4428
, den koning
H1732
David
H1288 H8763
, te zegenen
H559 H8800
, zeggende
H430
: Uw God
H3190 H0
make
H8034
den naam
H8010
van Salomo
H3190 H8686
beter
H4480
dan
H8034
uw naam
H1431 H0
, en make
H3678
zijn troon
H1431 H8762
groter
H4480
dan
H3678
uw troon
H4428
; en de koning
H7812 H8691
heeft aangebeden
H5921
op
H4904
de slaapstede.
48
H1571
Ja, ook
H4428
heeft de koning
H3602
aldus
H559 H8804
gezegd
H1288 H8803
: Geloofd
H3068
zij de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H834
, Die
H3117
heden
H5414 H8804
gegeven heeft
H3427 H8802
een, zittende
H5921
op
H3678
mijn troon
H5869
, dat het mijn ogen
H7200 H8802
gezien hebben!
49
H2729 H8799
Toen verschrikten
H6965 H8799
en stonden op
H3605
al
H7121 H8803
de genoden
H834
, die
H138
bij Adonia
H3212 H8799
waren, en gingen
H376
een iegelijk
H1870
zijns weegs.
50
H138
Doch Adonia
H3372 H8804
vreesde
H4480 H6440
voor
H8010
Salomo
H6965 H8799
, en hij stond op
H3212 H8799
, en ging heen
H2388 H8686
, en vatte
H7161
de hoornen
H4196
des altaars.
51
H5046 H0
En men maakte
H8010
Salomo
H5046 H8714
bekend
H559 H8800
, zeggende
H2009
: Zie
H138
, Adonia
H3372 H8804
vreest
H4428
den koning
H8010
Salomo
H2009
, want zie
H7161
, hij heeft de hoornen
H4196
des altaars
H270 H8804
gevat
H559 H8800
, zeggende
H4428
: Dat de koning
H8010
Salomo
H3117
mij als heden
H7650 H8735
zwere
H518
, dat
H5650
hij zijn knecht
H2719
met het zwaard
H4191 H8686
niet doden zal!
52
H8010
En Salomo
H559 H8799
zeide
H518
: Indien
H2428
hij een vroom
H1121
man
H1961 H8799
zal zijn
H3808
, daar zal niet
H4480
van
H8185
zijn haar
H776
op de aarde
H5307 H8799
vallen
H518
; maar indien
H7451
in hem kwaad
H4672 H8735
bevonden zal worden
H4191 H8804
, zo zal hij sterven.
53
H4428
En de koning
H8010
Salomo
H7971 H8799
zond heen
H3381 H8686
, en zij deden hem afgaan
H4480 H5921
van
H4196
het altaar
H935 H8799
; en hij kwam
H7812 H8691
, en boog zich neder
H4428
voor den koning
H8010
Salomo
H8010
. En Salomo
H559 H8799
zeide
H3212 H8798
tot hem: Ga heen
H1004
naar uw huis.