DSV(i)
12 Een Belialsmens, een ondeugdzaam man gaat met verkeerdheid des monds om;
13 Wenkt met zijn ogen, spreekt met zijn voeten, leert met zijn vingeren;
14 In zijn hart zijn verkeerdheden, hij smeedt te aller tijd kwaad; hij werpt twisten in.
15 Daarom zal zijn verderf haastelijk komen; hij zal schielijk verbroken worden, dat er geen genezen aan zij.