DSV
(i)
7 Alzo is Mijn knecht Mozes niet, die in Mijn ganse huis getrouw is.
8 Van mond tot mond spreek Ik met hem, en door aanzien, en niet door duistere woorden; en de gelijkenis des HEEREN aanschouwt hij; waarom dan hebt gijlieden niet gevreesd tegen Mijn knecht, tegen Mozes, te spreken?