Job 22:5-9

DSV(i) 5 Is niet uw boosheid groot, en uwer ongerechtigheden geen einde? 6 Want gij hebt uw broederen zonder oorzaak pand afgenomen, en de klederen der naakten hebt gij uitgetogen. 7 Den moede hebt gij geen water te drinken gegeven, en van den hongerige hebt gij het brood onthouden. 8 Maar was er een man van geweld, voor dien was het land, en een aanzienlijk persoon woonde daarin. 9 De weduwen hebt gij ledig weggezonden, en de armen der wezen zijn verbrijzeld.