Ezra 1:7-11

DSV(i) 7 Ook bracht de koning Kores uit, de vaten van het huis des HEEREN, die Nebukadnezar uit Jeruzalem had uitgevoerd, en had gesteld in het huis zijns gods. 8 En Kores, de koning van Perzië, bracht ze uit door de hand van Mithredath, den schatmeester, die ze aan Sesbazar, den vorst van Juda, toetelde. 9 En dit is hun getal: dertig gouden bekkens, duizend zilveren bekkens, negen en twintig messen; 10 Dertig gouden bekers, vierhonderd en tien andere zilveren bekers; andere vaten, duizend. 11 Alle vaten van goud en van zilver waren vijf duizend en vierhonderd; deze alle voerde Sesbazar op, met degenen, die van de gevangenis opgevoerd werden, van Babel naar Jeruzalem.