Isaiah 36:13-22

DSV_Strongs(i)
  13 H5975 H8799 Alzo stond H7262 Rabsake H7121 H8799 , en riep H1419 met luider H6963 stem H3066 in het Joods H559 H8799 , en zeide H8085 H8798 : Hoort H1697 de woorden H1419 des groten H4428 konings H4428 , des konings H804 van Assyrie!
  14 H559 H8804 Alzo zegt H4428 de koning H2396 : Dat Hizkia H5377 H8686 u niet bedriege H3201 H8799 , want hij zal u niet kunnen H5337 H8687 redden.
  15 H2396 Daartoe, dat Hizkia H982 H8686 u niet doe vertrouwen H3068 op den HEERE H559 H8800 , zeggende H3068 : De HEERE H5337 H8687 zal ons zekerlijk H5337 H8686 redden H5892 ; deze stad H3027 zal niet in de hand H4428 des konings H804 van Assyrie H5414 H8735 gegeven worden.
  16 H8085 H8799 Hoort H2396 naar Hizkia H559 H8804 niet; want alzo zegt H4428 de koning H804 van Assyrie H6213 H8798 : Handelt H1293 met mij door een geschenk H3318 H8798 , en komt tot mij uit H398 H8798 , en eet H376 , een ieder H1612 [van] zijn wijnstok H376 , en een ieder H8384 [van] zijn vijgeboom H8354 H8798 , en drinkt H376 een ieder H4325 het water H953 zijns bornputs;
  17 H935 H8800 Totdat ik kom H3947 H8804 en u haal H776 in een land H776 , als ulieder land H776 is, een land H1715 van koren H8492 en most H776 , een land H3899 van brood H3754 en van wijngaarden.
  18 H2396 Dat Hizkia H5496 H8686 ulieden niet verleide H559 H8800 , zeggende H3068 : De HEERE H5337 H8686 zal ons redden H430 ; hebben de goden H1471 der volken H376 , een ieder H776 zijn land H5337 H8689 , gered H3027 uit de hand H4428 des konings H804 van Assyrie?
  19 H430 Waar zijn de goden H2574 van Hamath H774 en Arpad H430 ? Waar zijn de goden H5617 van Sefarvaim H8111 ? Hebben zij ook Samaria H3027 van mijn hand H5337 H8689 gered?
  20 H430 Welke zijn ze onder al de goden H776 dezer landen H776 , die hun land H3027 uit mijn hand H5337 H8689 gered hebben H3068 , dat de HEERE H3389 Jeruzalem H3027 uit mijn hand H5337 H8686 zou redden?
  21 H2790 H8686 Doch zij zwegen stil H6030 H8804 , en antwoordden H1697 hem niet een woord H4687 ; want het gebod H4428 des konings H559 H8800 was, zeggende H6030 H8799 : Gij zult hem niet antwoorden.
  22 H935 H8799 Toen kwam H471 Eljakim H1121 , de zoon H2518 van Hilkia H1004 , de hofmeester H7644 , en Sebna H5608 H8802 , de schrijver H3098 , en Joah H1121 , de zoon H623 van Asaf H2142 H8688 , de kanselier H2396 , tot Hizkia H7167 H8803 met gescheurde H899 klederen H5046 H0 ; en zij gaven H1697 hem de woorden H7262 van Rabsake H5046 H8686 te kennen.