Deuteronomy 10:1-12

DSV_Strongs(i)
  1 H6256 Ter zelver tijd H559 H8804 zeide H3068 de HEERE H6458 H8798 tot mij: Houw H8147 u twee H68 stenen H3871 tafelen H7223 , als de eerste H5927 H8798 , en klim H2022 tot Mij op dezen berg H727 ; daarna zult gij u een kist H6086 van hout H6213 H8804 maken.
  2 H3871 En Ik zal op die tafelen H3789 H8799 schrijven H1697 de woorden H7223 , die geweest zijn op de eerste H3871 tafelen H7665 H8765 , die gij gebroken hebt H7760 H8804 ; en gij zult ze leggen H727 in die kist.
  3 H6213 H8799 Alzo maakte ik H727 een kist H7848 H6086 van sittimhout H6458 H8799 , en hieuw H8147 twee H68 stenen H3871 tafelen H7223 als de eerste H5927 H8799 ; en ik klom H2022 op den berg H8147 , en de twee H3871 tafelen H3027 waren in mijn hand.
  4 H3789 H8799 Toen schreef Hij H3871 op de tafelen H7223 , naar het eerste H4385 schrift H6235 , de tien H1697 woorden H3068 , die de HEERE H3117 , ten dage H6951 der verzameling H2022 , op den berg H8432 , uit het midden H784 des vuurs H1696 H8765 , tot ulieden gesproken had H3068 ; en de HEERE H5414 H8799 gaf ze mij.
  5 H6437 H8799 En ik keerde mij H3381 H8799 , en ging af H2022 van den berg H7760 H8799 , en leide H3871 de tafelen H727 in de kist H6213 H8804 , die ik gemaakt had H3068 ; en aldaar zijn zij, gelijk als de HEERE H6680 H8765 mij geboden heeft.
  6 H1121 (En de kinderen H3478 Israels H5265 H8804 reisden H885 van Beeroth-bene-jaakan H4149 [en] Mosera H4191 H8804 . Aldaar stierf H175 Aaron H6912 H8735 , en werd aldaar begraven H1121 ; en zijn zoon H499 Eleazar H3547 H8762 bediende het priesterambt in zijn plaats.
  7 H5265 H8804 Van daar reisden zij H1412 naar Gudgod H1412 , en van Gudgod H3193 naar Jotbath H776 , een land H5158 H4325 van waterbeken.)
  8 H6256 Ter zelver tijd H914 H0 scheidde H3068 de HEERE H7626 den stam H3878 Levi H914 H8689 uit H727 , om de ark H1285 des verbonds H3068 des HEEREN H5375 H8800 te dragen H6440 , om voor het aangezicht H3068 des HEEREN H5975 H8800 te staan H8334 H8763 , om Hem te dienen H8034 , en om in Zijn Naam H1288 H8763 te zegenen H3117 , tot op dezen dag.
  9 H3878 Daarom heeft Levi H2506 geen deel H5159 noch erve H251 met zijn broederen H3068 ; de HEERE H5159 is zijn Erfdeel H3068 , gelijk als de HEERE H430 , uw God H1696 H8765 , tot hem gesproken heeft.
  10 H5975 H8804 En ik stond H2022 op den berg H7223 , als de vorige H3117 dagen H705 , veertig H3117 dagen H705 en veertig H3915 nachten H3068 ; en de HEERE H8085 H8799 verhoorde H6471 mij ook op datzelve maal H3068 ; de HEERE H14 H8804 heeft u niet willen H7843 H8687 verderven.
  11 H3068 Maar de HEERE H559 H8799 zeide H6965 H8798 tot mij: Sta op H3212 H8798 , ga H4550 op de reize H6440 , voor het aangezicht H5971 des volks H935 H8799 , dat zij inkomen H3423 H8799 , en erven H776 het land H1 , dat Ik hun vaderen H7650 H8738 gezworen heb H5414 H8800 , hun te geven.
  12 H3478 Nu dan, Israel H7592 H8802 ! wat eist H3068 de HEERE H430 , uw God H3068 van u dan den HEERE H430 , uw God H3372 H8800 , te vrezen H1870 , in al Zijn wegen H3212 H8800 te wandelen H157 H8800 , en Hem lief te hebben H3068 , en den HEERE H430 , uw God H5647 H8800 , te dienen H3824 , met uw ganse hart H5315 en met uw ganse ziel;