1 Corinthians 4:8-10 Alrede zijt gij verzadigd , alrede zijt gij rijk geworden , zonder ons hebt gij geheerst ; en och , of gij heerstet , opdat ook wij met u heersen mochten!

DSV_Strongs⁽ⁱ⁾

8 G2235 Alrede G2075 G5748 zijt gij G2880 G5772 verzadigd G2235 , alrede G4147 G5656 zijt gij rijk geworden G5565 , zonder G2257 ons G936 G5656 hebt gij geheerst G2532 ; en G3785 och G1065 , of G936 G5656 gij heerstet G2443 , opdat G2532 ook G2249 wij G5213 met u G4821 G5661 heersen mochten!

9 G1063 Want G1380 G5719 ik acht G3754 , dat G2316 God G2248 ons G2078 , die de laatste G652 apostelen G584 G5656 zijn, ten toon heeft gesteld G5613 als G1935 tot den dood verwezen G3754 ; want G2302 wij zijn een schouwspel G1096 G5675 geworden G2889 der wereld G2532 , en G32 den engelen G2532 , en G444 den mensen.

10 G2249 Wij G3474 [zijn] dwazen G1223 om G5547 Christus' G1161 wil, maar G5210 gij G5429 zijt wijzen G1722 in G5547 Christus G2249 ; wij G772 zijn zwakken G1161 , maar G5210 gij G2478 sterken G5210 ; gij G1741 zijt heerlijken G1161 , maar G2249 wij G820 verachten.