61 H3068 [Schin]. HEERE H2781 ! Gij hebt hun smaden H8085 H8804 gehoord H4284 , [en] al hun gedachten tegen mij;
18 H2142 H8798 Gedenk H341 H8802 hieraan; de vijand H3068 heeft den HEERE H2778 H8765 gesmaad H5036 , en een dwaas H5971 volk H8034 heeft Uw Naam H5006 H8765 gelasterd.
50 H2142 H8798 [089:51] Gedenk H136 , HEERE H2781 ! aan den smaad H5650 Uwer knechten H2436 , dien ik in mijn boezem H5375 H8800 draag H7227 , [van] alle grote H5971 volken.
30 H5414 H8799 [Jod]. Hij geve H3895 zijn wang H5221 H8688 dien, die hem slaat H7646 H8799 , hij worde zat H2781 van smaad.
1 H2142 H8798 Gedenk H3068 , HEERE H5027 H8685 , wat ons geschied is, aanschouw H7200 H8798 het, en zie H2781 onzen smaad aan.
8 H2781 Ik heb de beschimping H4124 van Moab H8085 H8804 gehoord H1421 , en de scheldwoorden H1121 der kinderen H5983 Ammons H834 , waarmede H5971 zij Mijn volk H2778 H8765 beschimpt hebben H1431 H8686 , en hebben zich groot gemaakt H5921 tegen H1366 deszelfs landpale.