Psalms 64:3-8

DSV(i) 3 Verberg mij voor den heimelijken raad der boosdoeners, voor de oproerigheid van de werkers der ongerechtigheid. 4 Die hun tong scherpen als een zwaard, een bitter woord aanleggen als hun pijl; 5 Om in verborgen plaatsen den oprechte te schieten; haastig schieten zij naar hem, en vrezen niet. 6 Zij sterken zichzelven in een boze zaak; zij houden spraak van strikken te verbergen; zij zeggen: Wie zal ze zien? 7 Zij doorzoeken allerlei schalkheid; ten uiterste doorzoeken zij, wat te doorzoeken is; zelfs het binnenste eens mans, en het diepe hart. 8 Maar God zal hen haastig met een pijl schieten; hun plagen zijn er.