DSV
(i)
5 Gij Zelf zijt mijn Koning, o God! gebied de verlossingen Jakobs.
6 Door U zullen wij onze wederpartijders met hoornen stoten; in Uw Naam zullen wij vertreden, die tegen ons opstaan.
7 Want ik vertrouw niet op mijn boog, en mijn zwaard zal mij niet verlossen.