Psalms 129:5-7

DSV(i) 5 Laat hen beschaamd en achterwaarts gedreven worden, allen, die Sion haten. 6 Laat hen worden als gras op de daken, hetwelk verdort, eer men het uittrekt; 7 Waarmede de maaier zijn hand niet vult, noch de garvenbinder zijn arm;