DSV
(i)
8 En dat zij al het gereedschap van de tent der samenkomst, en de wacht der kinderen Israëls waarnemen, om den dienst des tabernakels te bedienen.
9 Gij zult dan, aan Aäron en aan zijn zonen, de Levieten geven; zij zijn gegeven, zij zijn hem gegeven uit de kinderen Israëls.