Mark 3:14-19

DSV(i) 14 En Hij stelde er twaalf, opdat zij met Hem zouden zijn, en opdat Hij dezelve zou uitzenden om te prediken; 15 En om macht te hebben, de ziekten te genezen, en de duivelen uit te werpen. 16 En Simon gaf Hij den toe naam Petrus; 17 En Jakobus, den zoon van Zebedeüs, en Johannes, den broeder van Jakobus; en gaf hun toe namen, Boanerges, hetwelk is, zonen des donders; 18 En Andreas, en Filippus, en Bartholomeüs, en Mattheüs, en Thomas, en Jakobus, den zoon van Alfeüs, en Thaddeüs, en Simon Kananites, 19 En Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft.