Ezra 4:4-6

DSV(i) 4 Evenwel maakte het volk des lands de handen des volks van Juda slap, en verstoorde hen in het bouwen; 5 En zij huurden tegen hen raadslieden, om hun raad te vernietigen, al de dagen van Kores, koning van Perzië, tot aan het koninkrijk van Darius, den koning van Perzië. 6 En onder het koninkrijk van Ahasveros, in het begin zijns koninkrijks, schreven zij een aanklacht tegen de inwoners van Juda en Jeruzalem.