DSV(i)
1 En het geschiedde, nadat Saul wedergekeerd was van achter de Filistijnen, zo gaf men hem te kennen, zeggende: Zie, David is in de woestijn van En-gedi.
2 Toen nam Saul drie duizend uitgelezen mannen uit gans Israël, en hij toog heen, om David en zijn mannen te zoeken boven op de rotsstenen der steenbokken.
3 En hij kwam tot de schaapskooien aan den weg, waar een spelonk was; en Saul ging daarin, om zijn voeten te dekken. David nu en zijn mannen zaten aan de zijden der spelonk.