4 Want Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burg; leid mij dan, en voer mij, om Uws Naams wil.
Psalms 31:4 Cross References - DSV
Psalms 19:14
14 Houd Uw knecht ook terug van trotsheden; laat ze niet over mij heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding. Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser!
Psalms 25:15
15 Ain. Mijn ogen zijn geduriglijk op den HEERE, want Hij zal mijn voeten uit het net uitvoeren.
Psalms 35:7
7 Want zij hebben zonder oorzaak de groeve van hun net voor mij verborgen; zij hebben zonder oorzaak gegraven voor mijn ziel.
Psalms 57:6
6 Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde.
Psalms 124:7
7 Onze ziel is ontkomen, als een vogel uit den strik der vogelvangers; de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen.
Psalms 140:5
5 Bewaar mij, HEERE! van de handen des goddelozen; behoed mij van den man alles gewelds; van hen, die mijn voeten denken weg te stoten.
Proverbs 29:5
5 Een man, die zijn naaste vleit, spreidt een net uit voor deszelfs gangen.
2 Corinthians 12:9
9 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.
2 Timothy 2:26
26 En zij wederom ontwaken mochten uit den strik des duivels, onder welken zij gevangen waren tot zijn wil.