Philippians 2:2 Cross References - DSV

2 Zo vervult mijn blijdschap, dat gij moogt eensgezind zijn, dezelfde liefde hebbende, van een gemoed en van een gevoelen zijnde.

John 3:29

29 Die de bruid heeft, is de bruidegom, maar de vriend des bruidegoms, die staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap om de stem des bruidegoms. Zo is dan deze mijn blijdschap vervuld geworden.

Acts 1:14

14 Deze allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broederen.

Acts 2:1

1 En als de dag van het Pinkster feest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen.

Acts 2:46

46 En dagelijks eendrachtelijk in den tempel volhardende, en van huis tot huis brood brekende, aten zij te zamen met verheuging en eenvoudigheid des harten;

Acts 5:12

12 En door de handen der apostelen geschiedden vele tekenen en wonderen onder het volk; en zij waren allen eendrachtelijk in het voorhof van Salomo.

Romans 12:16

16 Weest eensgezind onder elkander. Tracht niet naar de hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Zijt niet wijs bij uzelven.

Romans 15:5-6

5 Doch de God der lijdzaamheid en der vertroosting geve u, dat gij eensgezind zijt onder elkander naar Christus Jezus; 6 Opdat gij eendrachtelijk, met een mond, moogt verheerlijken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus.

1 Corinthians 1:10

10 Maar ik bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in eenzelfden zin, en in een zelfde gevoelen.

2 Corinthians 2:3

3 En ditzelfde heb ik u geschreven, opdat ik, daar komende, niet zou droefheid hebben van degenen, van welke ik moest verblijd worden; vertrouwende van u allen, dat mijn blijdschap uw aller blijdschap is.

2 Corinthians 7:7

7 En niet alleen door zijn komst, maar ook door de vertroosting, met welke hij over u vertroost is geweest, als hij ons verhaalde uw verlangen, uw kermen, uw ijver voor mij; alzo dat ik te meer verblijd ben geweest.

2 Corinthians 13:11

11 Voorts, broeders, zijt blijde, wordt volmaakt, zijt getroost, zijt eensgezind, leeft in vrede; en de God der liefde en des vredes zal met u zijn.

Philippians 1:4

4 (Te allen tijd in al mijn gebed voor u allen met blijdschap het gebed doende)

Philippians 1:26-27

26 Opdat uw roem in Christus Jezus overvloedig zij aan mij, door mijn tegenwoordigheid wederom bij u. 27 Alleenlijk wandelt waardiglijk het Evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig ben, ik van uw zaken moge horen, dat gij staat in een geest, met een gemoed gezamenlijk strijdende door het geloof des Evangelies;

Philippians 2:16

16 Voorhoudende het woord des levens, mij tot een roem tegen den dag van Christus, dat ik niet tevergeefs heb gelopen, noch tevergeefs gearbeid.

Philippians 2:20

20 Want ik heb niemand, die even alzo gemoed is, dewelke oprechtelijk uw zaken zal bezorgen.

Philippians 3:15-16

15 Zovelen dan als wij volmaakt zijn, laat ons dit gevoelen; en indien gij iets anderszins gevoelt, ook dat zal u God openbaren. 16 Doch, daar wij toe gekomen zijn, laat ons daarin naar denzelfden regel wandelen, laat ons hetzelfde gevoelen.

Philippians 4:2

2 Ik vermaan Euodia, en ik vermaan Syntyche, dat zij eensgezind zijn in den Heere.

Colossians 2:5

5 Want hoewel ik met het vlees van u ben, nochtans ben ik met den geest bij u, mij verblijdende en ziende uw ordening, en de vastigheid van uw geloof in Christus.

1 Thessalonians 2:19-20

19 Want welke is onze hoop, of blijdschap, of kroon des roems? Zijt gij die ook niet voor onzen Heere Jezus Christus in Zijn toekomst? 20 Want gij zijt onze heerlijkheid en blijdschap.

1 Thessalonians 3:6-10

6 Maar als Timotheüs nu van ulieden tot ons gekomen was, en ons de goede boodschap gebracht had van uw geloof en liefde, en dat gij altijd goede gedachtenis van ons hebt, zeer begerig zijnde om ons te zien, gelijk wij ook om ulieden; 7 Zo zijn wij daarom, broeders, over u in al onze verdrukking en nood vertroost geworden door uw geloof; 8 Want nu leven wij, indien gij vast staat in den Heere. 9 Want wat dankzegging kunnen wij Gode tot vergelding wedergeven voor u, vanwege al de blijdschap, waarmede wij ons om uwentwil verblijden voor onzen God? 10 Nacht en dag zeer overvloediglijk biddende, om uw aangezicht te mogen zien, en te volmaken, hetgeen aan uw geloof ontbreekt.

2 Thessalonians 2:13

13 Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die van den Heere bemind zijt, dat u God van den beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes, en geloof der waarheid;

2 Timothy 1:4

4 Zeer begerig zijnde om u te zien, als ik gedenk aan uw tranen, opdat ik met blijdschap moge vervuld worden;

Philemon 1:20

20 Ja, broeder, laat mij uwer hierin genieten in den Heere; verkwik mijn ingewanden in den Heere.

1 Peter 3:8-9

8 En eindelijk, zijt allen eensgezind, medelijdend, de broeders liefhebbende, met innerlijke barmhartigheid bewogen, vriendelijk; 9 Vergeldt niet kwaad voor kwaad, of schelden voor schelden, maar zegent daarentegen; wetende, dat gij daartoe geroepen zijt, opdat gij zegening zoudt beërven.

1 John 1:3-4

3 Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook zij met den Vader, en met Zijn Zoon Jezus Christus. 4 En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap vervuld zij.

2 John 1:4

4 Ik ben zeer verblijd geweest, dat ik van uw kinderen gevonden heb, die in de waarheid wandelen, gelijk wij een gebod ontvangen hebben van den Vader.

3 John 1:4

4 Ik heb geen meerdere blijdschap dan hierin, dat ik hoor, dat mijn kinderen in de waarheid wandelen.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.