Nehemiah 10:7 Cross References - DSV

7 Mesullam, Abia, Mijamin,

Nehemiah 3:6

6 En de Oude poort verbeterden Jojada, de zoon van Paseah, en Mesullam, de zoon van Besodja; deze zolderden zij, en richtten haar deuren op, met haar sloten en haar grendelen.

Nehemiah 8:4

4 En hij las daarin voor de straat, die voor de Waterpoort is, van het morgen licht aan tot op den middag, voor de mannen en vrouwen, en de verstandigen; en de oren des gansen volks waren naar het wetboek.

Nehemiah 11:11

11 Seraja, de zoon van Hilkia, den zoon van Mesullam, den zoon van Zadok, den zoon van Merajoth, den zoon van Ahitub, was voorganger van Gods huis;

Nehemiah 12:4-5

4 Iddo, Ginnethoi, Abia, 5 Mijamin, Maadja, Bilga,

Nehemiah 12:13

13 Van Ezra, Mesullam; van Amarja, Johanan;

Nehemiah 12:17

17 Van Abia, Zichri; van Minjamin, van Moadja, Piltai;

Nehemiah 12:25-33

25 Matthanja en Bakbukja, Obadja, Mesullam, Talmon en Akkub, waren poortiers, de wacht waarnemende bij de schatkamers der poorten. 26 Dezen waren in de dagen van Jojakim, den zoon van Jesua, den zoon van Jozadak, en in de dagen van Nehemia, den landvoogd, en van den priester Ezra, den schriftgeleerde. 27 In de inwijding nu van Jeruzalems muur, zochten zij de Levieten uit al hun plaatsen, dat zij hen te Jeruzalem brachten, om de inwijding te doen met vreugde, en met dankzeggingen, en met gezang, cimbalen, luiten, en met harpen. 28 Alzo werden de kinderen der zangers verzameld, zo uit het vlakke veld rondom Jeruzalem, als uit de dorpen van de Netofathieten; 29 En uit het huis van Gilgal, en uit de velden van Geba en Asmaveth; want de zangers hadden zich dorpen gebouwd rondom Jeruzalem. 30 En de priesters en de Levieten reinigden zichzelven; daarna reinigden zij het volk, en de poorten, en den muur. 31 Toen deed ik de vorsten van Juda opgaan op den muur; en ik stelde twee grote dankkoren en omgangen, een ter rechterhand op den muur, naar de Mistpoort toe. 32 En achter hen ging Hosaja, en de helft der vorsten van Juda. 33 En Azarja, Ezra, en Mesullam,

Nehemiah 12:41

41 En de priesters, Eljakim, Maaseja, Minjamin, Michaja, Eljoenei, Zacharja, Hananja, met trompetten;

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.