54 Hem lagen leggende, en zoekende iets uit Zijn mond te bejagen, opdat zij Hem beschuldigen mochten.
Luke 11:54 Cross References - DSV
Psalms 37:32-33
Psalms 56:5-6
Matthew 22:15
15 Toen gingen de Farizeën heen, en hielden te zamen raad, hoe zij Hem verstrikken zouden in Zijn rede.
Matthew 22:18
18 Maar Jezus, bekennende hun boosheid, zeide:
Matthew 22:35
35 En een uit hen, zijnde een wetgeleerde, heeft gevraagd, Hem verzoekende, en zeggende:
Mark 3:2
2 En zij namen Hem waar, of Hij op den sabbat hem genezen zou, opdat zij Hem beschuldigen mochten.
Mark 12:13
13 En zij zonden tot Hem enigen der Farizeën en der Herodianen, opdat zij Hem in Zijn rede vangen zouden.
Luke 20:20
20 En zij namen Hem waar, en zonden verspieders uit, die zichzelven veinsden rechtvaardig te zijn; opdat zij Hem in Zijn rede vangen mochten, om Hem aan de heerschappij en de macht des stadhouders over te leveren.