2 Uw rijkdom is verrot, en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden;
James 5:2 Cross References - DSV
Job 13:28
28 En hij veroudert als een verrotting, als een kleed, dat de mot opeet.
Psalms 39:11
11 Neem Uw plage van op mij weg, ik ben bezweken van de bestrijding Uwer hand.
Isaiah 50:9
9 Ziet, de Heere HEERE helpt Mij, wie is het, die Mij zal verdoemen? Ziet, zij zullen altemaal als een kleed verouden, de mot zal hen eten.
Isaiah 51:8
8 Want de mot zal ze opeten als een kleed, en het schietwormpje zal ze opeten als wol; maar Mijn gerechtigheid zal in eeuwigheid zijn, en Mijn heil van geslacht tot geslachten.
Jeremiah 17:11
11 Gelijk een veldhoen eieren vergadert, maar broedt ze niet uit, alzo is hij, die rijkdom vergadert, doch niet met recht; in de helft zijner dagen zal hij dien moeten verlaten, en in zijn laatste een dwaas zijn.
Hosea 5:12
12 Daarom zal Ik Efraïm zijn als een mot, en den huize van Juda als een verrotting.
Matthew 6:19-20
Luke 12:33
33 Verkoopt hetgeen gij hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelven buidels, die niet verouden, een schat, die niet afneemt, in de hemelen, daar de dief niet bijkomt, noch de mot verderft.
James 2:2
2 Want zo in uw vergadering kwam een man met een gouden ring aan den vinger, in een sierlijke kleding, en er kwam ook een arm man in met een slechte kleding;
1 Peter 1:4
4 Tot een onverderfelijke, en onbevlekkelijke, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u.