Hebrews 7:23 Cross References - DSV

23 En genen zijn wel vele priesters geworden, omdat zij door den dood verhinderd werden altijd te blijven;

1 Chronicles 6:3-14

3 En de kinderen van Amram waren Aäron, en Mozes en Mirjam; en de kinderen van Aäron waren Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar. 4 En Eleazar gewon Pinehas, Pinehas gewon Abisua; 5 En Abisua gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi; 6 En Uzzi gewon Zerahja, en Zerahja gewon Merajoth; 7 En Merajoth gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub; 8 En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Ahimaäz; 9 En Ahimaäz gewon Azarja, en Azarja gewon Johanan; 10 En Johanan gewon Azarja. Hij is het, die het priesterambt bediende in het huis, dat Salomo te Jeruzalem gebouwd had. 11 En Azarja gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub; 12 En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Sallum; 13 En Sallum gewon Hilkia, en Hilkia gewon Azarja; 14 En Azarja gewon Seraja, en Seraja gewon Jozadak;

Nehemiah 12:10-11

10 Jesua nu gewon Jojakim, en Jojakim gewon Eljasib, en Eljasib gewon Jojada, 11 En Jojada gewon Jonathan, en Jonathan gewon Jaddua.

Hebrews 7:8

8 En hier nemen wel tienden de mensen, die sterven, maar aldaar neemt ze die, van welken getuigd wordt, dat hij leeft.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.