7 Maar bij alle kinderen Israëls zal niet een hond zijn tong verroeren, van de mensen af tot de beesten toe; opdat gijlieden weet, dat de HEERE tussen de Egyptenaren en tussen de Israëlieten een afzondering maakt.
Exodus 11:7 Cross References - DSV
Exodus 7:22
22 Doch de Egyptische tovenaars deden ook alzo met hun bezweringen; zodat Farao's hart verstokte, en hij hoorde naar hen niet, gelijk als de HEERE gesproken had.
Exodus 8:22
22 En Ik zal te dien dage het land Gosen, waarin Mijn volk woont, afzonderen, dat daar geen vermenging van ongedierte zij, opdat gij weet, dat Ik, de HEERE, in het midden dezes lands ben.
Exodus 9:4
4 En de HEERE zal een afzondering maken tussen het vee der Israëlieten, en tussen het vee der Egyptenaren, dat er niets sterve van al wat van de kinderen Israëls is.
Exodus 10:23
23 Zij zagen de een den ander niet; er stond ook niemand op van zijn plaats, in drie dagen; maar bij al de kinderen Israëls was het licht in hun woningen.
Joshua 10:21
21 Zo keerde al het volk tot Jozua in het leger, bij Makkeda, in vrede; niemand had zijn tong tegen de kinderen Israëls geroerd.
Job 5:16
16 Zo is voor den arme verwachting; en de boosheid stopt haar mond toe.
Malachi 3:18
18 Dan zult gijlieden wederom zien, het onderscheid tussen den rechtvaardige en den goddeloze, tussen dien, die God dient, en dien, die Hem niet dient.
1 Corinthians 4:7
7 Want wie onderscheidt u? En wat hebt gij, dat gij niet hebt ontvangen? En zo gij het ook ontvangen hebt, wat roemt gij, alsof gij het niet ontvangen hadt?