12 Doch indien hij een arm man is, zo zult gij met zijn pand niet nederliggen.
Deuteronomy 24:12 Cross References - DSV
Deuteronomy 24:17
17 Gij zult het recht van den vreemdeling en van den wees niet buigen, en gij zult het kleed der weduwe niet te pand nemen.
Job 22:6
6 Want gij hebt uw broederen zonder oorzaak pand afgenomen, en de klederen der naakten hebt gij uitgetogen.
Job 24:3
3 Den ezel der wezen drijven zij weg; den os ener weduwe nemen zij te pand.
Job 24:9
9 Zij rukken het weesje van de borst, en dat over den arme is, nemen zij te pand.