22 En nu ziet, ik, gebonden zijnde door den Geest, reis naar Jeruzalem, niet wetende, wat mij daar ontmoeten zal;
Acts 20:22 Cross References - DSV
Luke 9:51
51 En het geschiedde, als de dagen Zijner opneming vervuld werden, zo richtte Hij Zijn aangezicht, om naar Jeruzalem te reizen.
Luke 12:50
50 Maar Ik moet met een doop gedoopt worden; en hoe worde Ik geperst, totdat het volbracht zij!
Luke 18:31-33
31 En Hij nam de twaalven bij Zich, en zeide tot hen: Ziet, wij gaan op naar Jeruzalem, en het zal alles volbracht worden aan den Zoon des mensen, wat geschreven is door de profeten.
32 Want Hij zal den heidenen overgeleverd worden, en Hij zal bespot worden, en smadelijk behandeld worden, en bespogen worden.
33 En Hem gegeseld hebbende, zullen zij Hem doden; en ten derden dage zal Hij wederopstaan.
John 13:1
1 En voor het feest van het pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde.
John 18:4
4 Jezus dan, wetende alles, wat over Hem komen zou, ging uit, en zeide tot hen: Wien zoekt gij?
Acts 17:16
16 En terwijl Paulus hen te Athene verwachtte, werd zijn geest in hem ontstoken, ziende, dat de stad zo zeer afgodisch was.
Acts 19:21
21 En als deze dingen volbracht waren, nam Paulus voor in den Geest, Macedonië en Achaje doorgegaan hebbende, naar Jeruzalem te reizen, zeggende: Nadat ik aldaar zal geweest zijn, moet ik ook Rome zien.
Acts 20:16
16 Want Paulus had voorgenomen Efeze voorbij te varen, opdat hij niet den tijd in Azië zou verslijten; want hij spoedde zich, om (zo het hem mogelijk ware) op den pinksterdag te Jeruzalem te zijn.
Acts 21:11-14
11 En hij kwam tot ons, en nam den gordel van Paulus, en zichzelven handen en voeten gebonden hebbende, zeide: Dit zegt de Heilige Geest: Den man, wiens deze gordel is, zullen de Joden alzo te Jeruzalem binden, en overleveren in de handen der heidenen.
12 Als wij nu dit hoorden, baden beiden wij en die van die plaats waren, dat hij niet zou opgaan naar Jeruzalem.
13 Maar Paulus antwoordde: Wat doet gij, dat gij weent, en mijn hart week maakt? Want ik ben bereid niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor den Naam van den Heere Jezus.
14 En als hij zich niet liet afraden, hielden wij ons tevreden, zeggende: De wil des Heeren geschiede.
2 Corinthians 5:14
14 Want de liefde van Christus dringt ons;
James 4:14
14 Gij, die niet weet, wat morgen geschieden zal, want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijds gezien wordt, en daarna verdwijnt.
2 Peter 1:14
14 Alzo ik weet, dat de aflegging mijns tabernakels haast zijn zal, gelijkerwijs ook onze Heere Jezus Christus mij heeft geopenbaard.