4 Voorts zeide de koning tot Amasa: Roep mij de mannen van Juda te zamen, tegen den derden dag; en gij, stel u dan hier.
2 Samuel 20:4 Cross References - DSV
2 Samuel 17:25
25 En Absalom had Amasa in Joabs plaats gesteld over het heir. Amasa nu was eens mans zoon, wiens naam was Jethra, de Israëliet, die ingegaan was tot Abigaïl, dochter van Nahas, zuster van Zeruja, Joabs moeder.
2 Samuel 19:13
13 En tot Amasa zult gijlieden zeggen: Zijt gij niet mijn been en mijn vlees? God doe mij zo, en doe er zo toe, zo gij niet krijgsoverste zult zijn voor mijn aangezicht, te allen dage, in Joabs plaats.
1 Chronicles 2:17
17 En Abigaïl baarde Amasa; en de vader van Amasa was Jether, een Ismaëliet.