26 Ik loop dan alzo, niet als op het onzekere; ik kamp alzo, niet als de lucht slaande;
1 Corinthians 9:26 Cross References - DSV
Matthew 11:12
12 En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld.
Luke 13:24
24 Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen, zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen;
1 Corinthians 14:9
9 Alzo ook gijlieden, indien gij niet door de taal een duidelijke rede geeft, hoe zal verstaan worden hetgeen gesproken wordt? Want gij zult zijn als die in de lucht spreekt.
2 Corinthians 5:1
1 Want wij weten, dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.
2 Corinthians 5:8
8 Maar wij hebben goeden moed, en hebben meer behagen om uit het lichaam uit te wonen, en bij den Heere in te wonen.
Ephesians 6:12
12 Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.
Philippians 1:21
21 Want het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin.
Colossians 1:29
29 Waartoe ik ook arbeide, strijdende naar Zijn werking, die in mij werkt met kracht.
2 Timothy 1:12
12 Om welke oorzaak ik ook deze dingen lijde, maar word niet beschaamd; want ik weet, Wien ik geloofd heb, en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is, mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag.
2 Timothy 2:5
5 En indien ook iemand strijdt, die wordt niet gekroond, zo hij niet wettelijk heeft gestreden.
Hebrews 4:1
1 Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn.
1 Peter 5:1
1 De ouderlingen, die onder u zijn, vermaan ik, die een medeouderling, en getuige des lijdens van Christus ben, en deelachtig der heerlijkheid, die geopenbaard zal worden:
2 Peter 1:10
10 Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen.