Bible verses about "sheep" | DSV_Strongs

Isaiah 53:7

  7 H5065 H8738 [Als] dezelve geeist werd H6031 H8737 , toen werd Hij verdrukt H6310 ; doch Hij deed Zijn mond H6605 H8799 niet open H7716 ; als een lam H2874 werd Hij ter slachting H2986 H8714 geleid H7353 , en als een schaap H481 H8738 , dat stom is H6440 voor het aangezicht H1494 H8802 zijner scheerders H6310 , alzo deed Hij Zijn mond H6605 H8799 niet open.

Micah 2:12

  12 H622 H8800 Voorzeker H3290 zal Ik u, o Jakob H3605 ! gans H622 H8799 verzamelen H6908 H8763 ; voorzeker H3478 zal Ik Israels H7611 overblijfsel H6908 H8762 vergaderen H3162 ; Ik zal het te zamen H7760 H8799 zetten H6629 als schapen H1223 H8677 H1224 van Bozra H5739 ; als een kudde H8432 in het midden H1699 van haar kooi H4480 zullen zij van H120 mensen H1949 H8686 deunen.

Matthew 26:31

  31 G5119 Toen G3004 G5719 zeide G2424 Jezus G846 tot hen G5210 : Gij G3956 zult allen G1722 aan G1698 Mij G4624 G5701 geergerd worden G5026 in dezen G3571 nacht G1063 ; want G1125 G5769 er is geschreven G4166 : Ik zal den Herder G3960 G5692 slaan G2532 , en G4263 de schapen G4167 der kudde G1287 G5701 zullen verstrooid worden.

John 10:14

  14 G1473 Ik G1510 G5748 ben G2570 de goede G4166 Herder G2532 ; en G1097 G5719 Ik ken G1699 de Mijnen G2532 , en G5259 worde van G1699 de Mijnen G1097 G5743 gekend.

John 21:17

  17 G3004 G5719 Hij zeide G846 tot hem G5154 ten derden maal G4613 : Simon G2495 , [zoon] van Jonas G5368 G , hebt gij G3165 Mij G5368 G5719 lief G4074 ? Petrus G3076 G5681 werd bedroefd G3754 , omdat G5154 Hij ten derden G846 maal tot hem G2036 G5627 zeide G5368 G : Hebt gij G3165 Mij G5368 G5719 lief G2532 , en G2036 G5627 zeide G846 tot Hem G2962 : Heere G4771 ! Gij G1492 G5758 weet G3956 alle dingen G4771 , Gij G1097 G5719 weet G3754 , dat G4571 ik U G5368 G5719 liefheb G2424 . Jezus G3004 G5719 zeide G846 tot hem G1006 G5720 : Weid G3450 Mijn G4263 schapen.

Psalms 23:1-6

  1 H4210 Een psalm H1732 van David H3068 . De HEERE H7462 H8802 is mijn Herder H2637 H8799 , mij zal niets ontbreken.
  2 H7257 H8686 Hij doet mij nederliggen H1877 in grazige H4999 weiden H5095 H8762 ; Hij voert mij zachtjes H4496 aan zeer stille H4325 wateren.
  3 H7725 H8787 Hij verkwikt H5315 mijn ziel H5148 H8686 ; Hij leidt H4570 mij in het spoor H6664 der gerechtigheid H8034 , om Zijns Naams wil.
  4 H3212 H8799 Al ging ik H1516 ook in een dal H6757 der schaduw des doods H7451 , ik zou geen kwaad H3372 H8799 vrezen H7626 , want Gij zijt met mij; Uw stok H4938 en Uw staf H5162 H8762 , die vertroosten mij.
  5 H6186 H0 Gij richt H7979 de tafel H6186 H8799 toe H6440 voor mijn aangezicht H6887 H8802 , tegenover mijn tegenpartijders H1878 H0 ; Gij maakt H7218 mijn hoofd H1878 H8765 vet H8081 met olie H3563 , mijn beker H7310 is overvloeiende.
  6 H2896 Immers zullen mij het goede H2617 en de weldadigheid H7291 H8799 volgen H3117 al de dagen H2416 mijns levens H1004 ; en ik zal in het huis H3068 des HEEREN H3427 H8804 blijven H753 in lengte van dagen.

Jeremiah 50:6

  6 H5971 Mijn volk H6 H8802 waren verloren H6629 schapen H7462 H8802 , hun herders H8582 H8689 hadden hen verleid H7725 H8790 H8675 H7726 , zij hadden hen gevoerd H2022 [naar] de bergen H1980 H8804 , zij gingen H2022 van berg H1389 tot heuvel H7911 H8804 , zij vergaten H7258 hun legering.

Ezekiel 34:1-31

  1 H3068 En des HEEREN H1697 woord H559 H8800 geschiedde tot mij, zeggende:
  2 H1121 H120 Mensenkind H5012 H8734 ! profeteer H7462 H8802 tegen de herders H3478 van Israel H5012 H8734 ; profeteer H559 H8804 en zeg H7462 H8802 tot hen, tot de herders H559 H8804 : Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H1945 : Wee H7462 H8802 den herderen H3478 Israels H7462 H8802 , die zichzelven weiden H7462 H8802 ! zullen niet de herders H6629 de schapen H7462 H8799 weiden?
  3 H398 H8799 Gij eet H2459 het vette H3847 H8799 , en bekleedt u H6785 met de wol H2076 H8799 , gij slacht H1277 het gemeste H6629 , [maar] de schapen H7462 H8799 weidt gij niet.
  4 H2470 H8737 De zwakke H2388 H8765 sterkt gij H2470 H8802 niet, en het kranke H7495 H8765 heelt gij H7665 H8737 niet, en het gebrokene H2280 H8804 verbindt gij H5080 H8737 niet, en het weggedrevene H7725 H8689 brengt gij niet weder H6 H8802 , en het verlorene H1245 H8765 zoekt gij H7287 H8804 niet; maar gij heerst H2394 over hen met strengheid H6531 en met hardigheid.
  5 H6327 H8799 Alzo zijn zij verstrooid H7462 H8802 , omdat er geen herder H3605 is; en zij zijn al H2416 het wild gedierte H7704 des velds H402 tot spijze H6327 H8799 geworden, dewijl zij verstrooid waren.
  6 H6629 Mijn schapen H7686 H8799 dolen H2022 op alle bergen H7311 H8802 en op allen hogen H1389 heuvel H6629 , ja, Mijn schapen H6327 H8738 zijn verstrooid H6440 H776 op den gansen aardbodem H1875 H8802 ; en er is niemand, die er naar vraagt H1245 H8764 , en niemand, die ze zoekt.
  7 H7462 H8802 Daarom, gij herders H8085 H8798 ! hoort H3068 des HEEREN H1697 woord!
  8 H2416 [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H6629 , zo [Ik] niet! Omdat Mijn schapen H957 geworden zijn tot een roof H6629 , en Mijn schapen H2416 al het wild gedierte H7704 des velds H402 tot spijze H7462 H8802 geworden zijn, omdat er geen herder H7462 H8802 is, en Mijn herders H6629 naar Mijn schapen H1875 H8804 niet vragen H7462 H8802 ; en de herders H7462 H8799 weiden zichzelven H6629 , maar Mijn schapen H7462 H8804 weiden zij niet;
  9 H7462 H8802 Daarom, gij herders H8085 H8798 ! hoort H3068 des HEEREN H1697 woord!
  10 H559 H8804 Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H7462 H8802 : Ziet, Ik [wil] aan de herders H6629 , en zal Mijn schapen H3027 van hun hand H1875 H8804 eisen H7462 H8800 , en zal ze van het weiden H6629 der schapen H7673 H8689 doen ophouden H7462 H8802 , zodat de herders H7462 H8799 zichzelven niet meer zullen weiden H6629 ; en Ik zal Mijn schapen H6310 uit hun mond H5337 H8689 rukken H402 , zodat zij hun niet [meer] tot spijze zullen zijn.
  11 H559 H8804 Want zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H6629 : Ziet, Ik, ja, Ik zal naar Mijn schapen H1875 H8804 vragen H1239 H8765 , en zal ze opzoeken.
  12 H7462 H8802 Gelijk een herder H5739 zijn kudde H1243 opzoekt H3117 , ten dage H8432 als hij in het midden H6567 H8737 zijner verspreide H6629 schapen H6629 is, alzo zal Ik Mijn schapen H1239 H8762 opzoeken H5337 H8689 ; en Ik zal ze redden H4725 uit al de plaatsen H6327 H8738 , waarhenen zij verstrooid zijn H3117 , ten dage H6051 der wolke H6205 en der donkerheid.
  13 H3318 H8689 En Ik zal ze uitvoeren H5971 van de volken H6908 H8765 , en zal ze vergaderen H776 uit de landen H935 H8689 , en brengen H127 ze in hun land H7462 H8804 ; en Ik zal ze weiden H2022 op de bergen H3478 Israels H650 , bij de stromen H4186 en in alle bewoonbare plaatsen H776 des lands.
  14 H2896 Op een goede H4829 weide H7462 H8799 zal Ik ze weiden H4791 , en op de hoge H2022 bergen H3478 Israels H5116 zal hun kooi H7257 H8799 zijn; aldaar zullen zij nederliggen H2896 in een goede H5116 kooi H7462 H8799 , en zullen weiden H8082 [in] een vette H4829 weide H2022 , op de bergen H3478 Israels.
  15 H6629 Ik zal Mijn schapen H7462 H8799 weiden H7257 H8686 , en Ik zal ze legeren H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  16 H6 H8802 Het verlorene H1245 H8762 zal Ik zoeken H5080 H8737 , en het weggedrevene H7725 H8686 zal Ik wederbrengen H7665 H8737 , en het gebrokene H2280 H8799 zal Ik verbinden H2470 H8802 , en het kranke H2388 H8762 zal Ik sterken H8082 ; maar het vette H2389 en het sterke H8045 H8686 zal Ik verdelgen H7462 H8799 , Ik zal ze weiden H4941 met oordeel.
  17 H859 Want gij H6629 , o Mijn schapen H136 ! de Heere H3069 HEERE H559 H8804 zegt H8199 H8802 alzo: Ziet, Ik zal richten H7716 tussen klein vee H7716 en klein vee H352 , tussen de rammen H6260 en de bokken.
  18 H4592 Is het u te weinig H2896 , dat gij de goede H4829 weide H7462 H8799 afweidt H3499 ? Zult gij nog het overige H4829 uwer weide H7272 met uw voeten H7429 H8799 vertreden H4950 ? En zult gij de bezonkene H4325 wateren H8354 H8799 drinken H3498 H8737 , en de overgelatene H7272 met uw voeten H7515 H8799 vermodderen?
  19 H6629 Mijn schapen H7462 H8799 dan, zullen zij afweiden H7272 , wat met uw voeten H4823 vertreden is H8354 H8799 , en drinken H7272 , wat met uw voeten H4833 vermodderd is?
  20 H559 H8804 Daarom zegt H136 de Heere H3069 HEERE H8199 H8804 alzo tot hen: Ziet Ik, ja, Ik zal richten H1274 tussen het vette H7716 klein vee H7330 , en tussen het magere H7716 klein vee.
  21 H2470 H8737 Omdat gij al de zwakken H6654 met de zijde H3802 en met den schouder H1920 H8799 verdringt H7161 , en met uw hoornen H5055 H8762 stoot H2351 , totdat gij dezelve naar buiten H6327 H8689 toe verstrooid hebt;
  22 H6629 Daarom zal Ik Mijn schapen H3467 H8689 verlossen H957 , dat zij niet meer tot een roof H8199 H8804 zullen zijn; en Ik zal richten H7716 tussen klein vee H7716 en klein vee.
  23 H259 En Ik zal een enigen H7462 H8802 Herder H6965 H8689 over hen verwekken H7462 H8804 , en Hij zal hen weiden H5650 , [namelijk] Mijn knecht H1732 David H7462 H8799 ; die zal ze weiden H7462 H8802 , en Die zal hun tot een Herder zijn.
  24 H3068 En Ik, de HEERE H430 , zal hun tot een God H5650 zijn; en Mijn knecht H1732 David H5387 zal Vorst H8432 zijn in het midden H3068 van hen, Ik, de HEERE H1696 H8765 , heb het gesproken.
  25 H1285 En Ik zal een verbond H7965 des vredes H3772 H8804 met hen maken H7451 , en zal het boos H2416 gedierte H776 uit het land H7673 H8689 doen ophouden H983 ; en zij zullen zeker H3427 H8804 wonen H4057 in de woestijn H3462 H8804 , en slapen H3293 H8675 H3264 in de wouden.
  26 H5439 Want Ik zal dezelve, en de plaatsen rondom H1389 Mijn heuvel H5414 H8804 , stellen H1293 [tot] een zegen H1653 ; en Ik zal den plasregen H3381 H8689 doen nederdalen H6256 op zijn tijd H1653 , plasregens H1293 van zegen zullen er zijn.
  27 H6086 En het geboomte H7704 des velds H6529 zal zijn vrucht H5414 H8804 geven H776 , en het land H2981 zal zijn inkomst H5414 H8799 geven H983 , en zij zullen zeker H127 zijn in hun land H3045 H8804 ; en zullen weten H3068 , dat Ik de HEERE H4133 ben, als Ik de disselbomen H5923 huns juks H7665 H8800 zal hebben verbroken H5337 H8689 , en hen gerukt H3027 uit de hand H5647 H8802 dergenen, die zich van hen deden dienen.
  28 H1471 En zij zullen den heidenen H957 niet meer ten roof H2416 zijn, en het wild gedierte H776 der aarde H398 H8799 zal ze niet [meer] vreten H983 ; maar zij zullen zeker H3427 H8804 wonen H2729 H8688 , en er zal niemand zijn, die ze verschrikke.
  29 H4302 En Ik zal hun een plant H8034 van naam H6965 H8689 verwekken H622 H8803 ; en zij zullen niet meer weggeraapt worden H7458 door honger H776 in het land H3639 , en den smaad H1471 der heidenen H5375 H8799 niet meer dragen.
  30 H3045 H8804 Maar zij zullen weten H3068 , dat Ik, de HEERE H430 , hun God H5971 , met hen ben, en dat zij Mijn volk H1004 zijn, het huis H3478 Israels H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  31 H859 Gij H6629 nu, o Mijn schapen H6629 , schapen H4830 Mijner weide H120 ! gij zijt mensen H430 ; [maar] Ik ben uw God H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.

Matthew 10:16

  16 G2400 G5628 Ziet G1473 , Ik G649 G5719 zende G5209 u G5613 als G4263 schapen G1722 in G3319 het midden G3074 der wolven G1096 G5737 ; zijt G3767 dan G5429 voorzichtig G5613 gelijk G3789 de slangen G2532 , en G185 oprecht G5613 gelijk G4058 de duiven.

Isaiah 53:6

  6 H8582 H8804 Wij dwaalden H6629 allen als schapen H6437 H8804 , wij keerden ons H376 een iegelijk H1870 naar zijn weg H3068 ; doch de HEERE H5771 heeft onzer aller ongerechtigheid H6293 H8689 op Hem doen aanlopen.

Matthew 7:15

  15 G1161 Maar G4337 G5720 wacht G575 [u] van G5578 de valse profeten G3748 , dewelke G1722 in G1742 G4263 schaapsklederen G4314 tot G5209 u G2064 G5736 komen G1161 , maar G2081 van binnen G1526 G5748 zijn zij G727 grijpende G3074 wolven.

John 10:1-16

  1 G281 Voorwaar G281 , voorwaar G3004 G5719 zeg Ik G5213 ulieden G3361 : Die niet G1525 G5740 ingaat G1223 door G2374 de deur G1519 in G833 den stal G4263 der schapen G235 , maar G237 van elders G305 G5723 inklimt G1565 , die G2076 G5748 is G2812 een dief G2532 en G3027 moordenaar.
  2 G1161 Maar G1223 die door G2374 de deur G1525 G5740 ingaat G2076 G5748 , is G4166 een herder G4263 der schapen.
  3 G5129 Dezen G455 G doet G2377 de deurwachter G455 G5719 open G2532 , en G4263 de schapen G191 G5719 horen G846 zijn G5456 stem G2532 ; en G2564 G5719 hij roept G2398 zijn G4263 schapen G2596 bij G3686 name G2532 , en G1806 G leidt G846 ze G1806 G5719 uit.
  4 G2532 En G3752 wanneer G2398 hij zijn G4263 schapen G1544 G5632 uitgedreven heeft G4198 G5736 , zo gaat hij G1715 voor G846 hen G2532 heen; en G4263 de schapen G190 G5719 volgen G846 hem G3754 , overmits G846 zij zijn G5456 stem G1492 G5758 kennen.
  5 G1161 Maar G245 een vreemde G3364 zullen zij geenszins G190 G5661 volgen G235 , maar G575 zullen van G846 hem G5343 G5695 vlieden G3754 ; overmits G5456 zij de stem G245 des vreemden G3756 niet G1492 G5758 kennen.
  6 G5026 Deze G3942 gelijkenis G2036 G5627 zeide G2424 Jezus G846 tot hen G1161 ; maar G1565 zij G1097 G5627 verstonden G3756 niet G5101 , wat G2258 G5713 het was G3739 , dat G846 Hij tot hen G2980 G5707 sprak.
  7 G2424 Jezus G3767 dan G2036 G5627 zeide G3825 wederom G846 tot hen G281 : Voorwaar G281 , voorwaar G3004 G5719 zeg Ik G5213 u G3754 : G1473 Ik G1510 G5748 ben G2374 de Deur G4263 der schapen.
  8 G3956 Allen G3745 , zovelen als G4253 er voor G1700 Mij G2064 G5627 zijn gekomen G1526 G5748 , zijn G2812 dieven G2532 en G3027 moordenaars G235 ; maar G4263 de schapen G846 hebben hen G3756 niet G191 G5656 gehoord.
  9 G1473 Ik G1510 G5748 ben G2374 de Deur G1437 ; indien G5100 iemand G1223 door G1700 Mij G1525 G5632 ingaat G4982 G5701 , die zal behouden worden G2532 ; en G1525 G5695 hij zal ingaan G2532 en G1831 G5695 uitgaan G2532 , en G3542 weide G2147 G5692 vinden.
  10 G2812 De dief G2064 G5736 komt G3756 niet G1508 , dan G2443 opdat G2813 G5661 hij stele G2532 , en G2380 G5661 slachte G2532 , en G622 G5661 verderve G1473 ; Ik G2064 G5627 ben gekomen G2443 , opdat G2222 zij het leven G2192 G5725 hebben G2532 , en G4053 overvloed G2192 G5725 hebben.
  11 G1473 Ik G1510 G5748 ben G2570 de goede G4166 Herder G2570 ; de goede G4166 herder G5087 G5719 stelt G846 zijn G5590 leven G5228 voor G4263 de schapen.
  12 G1161 Maar G5607 G5752 G3411 de huurling G2532 , en G3756 die geen G4166 herder G3739 is, wien G4263 de schapen G3756 niet G2398 eigen G1526 G5748 zijn G2334 G5719 , ziet G3074 den wolf G2064 G5740 komen G2532 , en G863 G5719 verlaat G4263 de schapen G2532 , en G5343 G5719 vliedt G2532 ; en G3074 de wolf G726 G5719 grijpt G846 ze G2532 , en G4650 G5719 verstrooit G4263 de schapen.
  13 G1161 En G3411 de huurling G5343 G5719 vliedt G3754 , overmits G3411 hij een huurling G2076 G5748 is G2532 , en G3756 heeft geen G3199 G5719 zorg G4012 voor G4263 de schapen.
  14 G1473 Ik G1510 G5748 ben G2570 de goede G4166 Herder G2532 ; en G1097 G5719 Ik ken G1699 de Mijnen G2532 , en G5259 worde van G1699 de Mijnen G1097 G5743 gekend.
  15 G2531 Gelijkerwijs G3962 de Vader G3165 Mij G1097 G5719 kent G1097 G5719 , [alzo] ken G2504 Ik ook G3962 den Vader G2532 ; en G5087 G5719 Ik stel G3450 Mijn G5590 leven G5228 voor G4263 de schapen.
  16 G2192 G5719 Ik heb G2532 nog G243 andere G4263 schapen G3739 , die G1537 van G5026 dezen G833 stal G3756 niet G2076 G5748 zijn G1163 G5748 ; deze moet G3165 Ik G2548 ook G71 G5629 toebrengen G2532 ; en G3450 zij zullen Mijn G5456 stem G191 G5692 horen G2532 ; en G1096 G5695 het zal worden G3391 een G4167 kudde G1520 , [en] een G4166 Herder.

John 10:11

  11 G1473 Ik G1510 G5748 ben G2570 de goede G4166 Herder G2570 ; de goede G4166 herder G5087 G5719 stelt G846 zijn G5590 leven G5228 voor G4263 de schapen.

Matthew 9:36

  36 G1161 En G3793 Hij, de scharen G1492 G5631 ziende G4697 G5675 , werd innerlijk met ontferming bewogen G4012 over G846 hen G3754 , omdat G1590 G5772 zij vermoeid G2532 en G4496 G5772 verstrooid G2258 G5713 waren G5616 , gelijk G4263 schapen G3361 , die geen G4166 herder G2192 G5723 hebben.

Luke 15:4-7

  4 G5101 Wat G444 mens G1537 onder G5216 u G2192 G5723 , hebbende G1540 honderd G4263 schapen G2532 ; en G1520 een G1537 van G846 die G622 G5660 verliezende G2641 G5719 , verlaat G3756 niet G1768 de negen en negentig G1722 in G2048 de woestijn G2532 , en G4198 G5736 gaat G1909 naar G622 G5756 het verlorene G2193 , totdat G846 hij hetzelve G2147 G5632 vinde?
  5 G2532 En G2147 G5631 als hij het gevonden heeft G2007 G5719 , legt hij G1909 het op G1438 zijn G5606 schouders G5463 G5723 , verblijd zijnde.
  6 G2532 En G1519 te G3624 huis G2064 G5631 komende G4779 G , roept hij G5384 de vrienden G2532 en G1069 de geburen G4779 G5719 samen G3004 G5723 , zeggende G846 tot hen G4796 G5645 : Weest blijde G3427 met mij G3754 ; want G3450 ik heb mijn G4263 schaap G2147 G5627 gevonden G3588 , dat G622 G5756 verloren was.
  7 G3004 G5719 Ik zeg G5213 ulieden G3754 , dat G3779 er alzo G5479 blijdschap G2071 G5704 zal zijn G1722 in G3772 den hemel G1909 over G1520 een G268 zondaar G3340 G5723 , die zich bekeert G2228 , [meer] dan G1909 over G1768 negen en negentig G1342 rechtvaardigen G3748 , die G3341 de bekering G3756 niet G5532 van node G2192 G5719 hebben.

Psalms 100:3

  3 H3045 H8798 Weet H3068 , dat de HEERE H430 is God H6213 H8804 ; Hij heeft ons gemaakt H5971 (en niet wij), Zijn volk H6629 en de schapen H4830 Zijner weide.

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.