Bible verses about "proverbs" | DSV_Strongs

Proverbs 12:15

  15 H1870 De weg H191 des dwazen H3477 is recht H5869 in zijn ogen H6098 ; maar die naar raad H8085 H8802 hoort H2450 , is wijs.

Proverbs 3:5

  5 H982 H8798 Vertrouw H3068 op den HEERE H3820 met uw ganse hart H8172 H8735 , en steun H998 op uw verstand niet.

Proverbs 24:1-34

  1 H7065 H8762 Zijt niet nijdig H7451 over de boze H582 lieden H183 H8691 , en laat u niet gelusten, om bij hen te zijn.
  2 H3820 Want hun hart H1897 H8799 bedenkt H7701 verwoesting H8193 , en hun lippen H1696 H8762 spreken H5999 moeite.
  3 H2451 Door wijsheid H1004 wordt een huis H1129 H8735 gebouwd H8394 , en door verstandigheid H3559 H8709 bevestigd;
  4 H1847 En door wetenschap H2315 worden de binnenkameren H4390 H8735 vervuld H3368 met alle kostelijk H5273 en liefelijk H1952 goed.
  5 H2450 Een wijs H1397 man H5797 is sterk H376 ; en een man H1847 van wetenschap H553 H0 maakt H3581 de kracht H553 H8764 vast.
  6 H8458 Want door wijze raadslagen H4421 zult gij voor u den krijg H6213 H8799 voeren H7230 , en in de veelheid H3289 H8802 der raadgevers H8668 is de overwinning.
  7 H2454 Alle wijsheid H191 is voor den dwaze H7311 H8802 te hoog H8179 ; hij zal in de poort H6310 zijn mond H6605 H8799 niet opendoen.
  8 H2803 H8764 Die denkt H7489 H8687 om kwaad te doen H1167 , dien zal men een meester H4209 van schandelijke verdichtselen H7121 H8799 noemen.
  9 H2154 De gedachte H200 der dwaasheid H2403 is zonde H3887 H8801 ; en een spotter H120 is den mens H8441 een gruwel.
  10 H7503 H8694 Vertoont gij u slap H3117 ten dage H6869 der benauwdheid H3581 , uw kracht H6862 is nauw.
  11 H5337 H8685 Red H4194 degenen, die ter dood H3947 H8803 gegrepen zijn H4131 H8801 ; want zij wankelen H2027 ter doding H2820 H8799 , zo gij u onthoudt.
  12 H559 H8799 Wanneer gij zegt H3045 H8804 : Ziet, wij weten H3826 dat niet; zal Hij, Die de harten H8505 H8802 weegt H995 H8799 , [dat] niet merken H5315 ? En Die uwe ziel H5341 H8802 gadeslaat H3045 H8799 , zal Hij het niet weten H120 ? Want Hij zal den mens H7725 H8689 vergelden H6467 naar zijn werk.
  13 H398 H8798 Eet H1706 honig H1121 , mijn zoon H2896 ! want hij is goed H5317 , en honigzeem H4966 is zoet H2441 voor uw gehemelte.
  14 H3045 H8798 Zodanig is de kennis H2451 der wijsheid H5315 voor uw ziel H4672 H8804 ; als gij ze vindt H3426 H0 , zo zal er H319 beloning H3426 wezen H8615 , en uw verwachting H3772 H8735 zal niet afgesneden worden.
  15 H693 H8799 Loer H7563 niet, o goddeloze H5116 ! op de woning H6662 des rechtvaardigen H7703 H8762 ; verwoest H7258 zijn legerplaats niet.
  16 H6662 Want de rechtvaardige H7651 zal zevenmaal H5307 H8799 vallen H6965 H8804 , en opstaan H7563 ; maar de goddelozen H7451 zullen in het kwaad H3782 H8735 nederstruikelen.
  17 H8055 H8799 Verblijd u H341 H8802 niet, als uw vijand H5307 H8800 valt H3782 H8736 ; en als hij nederstruikelt H3820 , laat uw hart H1523 H8799 zich niet verheugen;
  18 H3068 Opdat het de HEERE H7200 H8799 niet zie H7489 H8804 , en het kwaad zij H5869 in Zijn ogen H639 en Hij Zijn toorn H7725 H8689 van hem afkere.
  19 H2734 H8691 Ontsteek u H7489 H8688 niet over de boosdoeners H7065 H8762 ; zijt niet nijdig H7563 over de goddelozen.
  20 H7451 Want de kwade H319 zal geen beloning H5216 hebben, de lamp H7563 der goddelozen H1846 H8799 zal uitgeblust worden.
  21 H1121 Mijn zoon H3372 H8798 ! vrees H3068 den HEERE H4428 en den koning H6148 H8691 ; vermeng u H8138 H8802 niet met hen, die naar verandering staan;
  22 H343 Want hun verderf H6597 zal haastelijk H6965 H8799 ontstaan H3045 H8802 ; en wie weet H8147 hun beider H6365 ondergang?
  23 H2450 Deze [spreuken] zijn ook van de wijzen H6440 . Het aangezicht H4941 in het gericht H5234 H8687 te kennen H2896 , is niet goed.
  24 H7563 Die tot den goddeloze H559 H8802 zegt H6662 : Gij zijt rechtvaardig H5971 ; dien zullen de volken H5344 H8799 vervloeken H3816 , de natien H2194 H8799 zullen hem gram zijn.
  25 H3198 H8688 Maar voor degenen, die [hem] bestraffen H5276 H8799 , zal liefelijkheid zijn H1293 ; en de zegen H2896 des goeds H935 H8799 zal op hen komen.
  26 H8193 Men zal de lippen H5401 H8799 kussen H5228 desgenen, die rechte H1697 woorden H7725 H8688 antwoordt.
  27 H3559 H8685 Beschik H4399 uw werk H2351 daarbuiten H6257 H8761 , en bereid H7704 het voor u op den akker H1129 H8804 , en bouw H310 daarna H1004 uw huis.
  28 H2600 Wees niet zonder oorzaak H5707 getuige H7453 tegen uw naaste H6601 H8765 ; want zoudt gij verleiden H8193 met uw lip?
  29 H559 H8799 Zeg H6213 H8804 niet: Gelijk als hij mij gedaan heeft H6213 H8799 , zo zal ik hem doen H376 ; ik zal een ieder H7725 H8686 vergelden H6467 naar zijn werk.
  30 H5674 H8804 Ik ging H7704 voorbij den akker H376 H6102 eens luiaards H3754 , en voorbij den wijngaard H2638 H3820 van een verstandeloos H120 mens;
  31 H5927 H8804 En ziet, hij was gans opgeschoten H7063 van distelen H6440 ; zijn gedaante H2738 was [met] netelen H3680 H8795 bedekt H68 , en zijn stenen H1444 scheidsmuur H2040 H8738 was afgebroken.
  32 H2372 H8799 Als ik dat aanschouwde H7896 H8799 , nam ik H3820 het ter harte H7200 H8804 ; ik zag H3947 H0 het, [en] nam H4148 onderwijzing H3947 H8804 aan;
  33 H4592 Een weinig H8142 slapens H4592 , een weinig H8572 sluimerens H4592 , en weinig H2264 H3027 handvouwens H7901 H8800 , al nederliggende;
  34 H7389 Zo zal uw armoede H935 H8804 [u] overkomen H1980 H8693 , [als] een wandelaar H4270 , en uw velerlei gebrek H4043 als een gewapend H376 man.

Proverbs 23:9

  9 H1696 H8762 Spreek H241 niet voor het oor H3684 van een zot H7922 , want hij zou het verstand H4405 uwer woorden H936 H8799 verachten.

Proverbs 31:1-31

  1 H1697 De woorden H4428 van den koning H3927 Lemuel H4853 ; de last H517 , maarmede zijn moeder H3256 H8765 hem onderwees.
  2 H1248 Wat, o mijn zoon H1248 , en wat, o zoon H990 mijns buiks H1248 ? ja, wat, o zoon H5088 mijner geloften?
  3 H5414 H8799 Geeft H802 aan de vrouwen H2428 uw vermogen H1870 niet, noch uw wegen H4428 , om koningen H4229 H8687 te verdelgen.
  4 H4428 Het komt den koningen H3927 niet toe, o Lemuel H4428 ! het komt den koningen H3196 niet toe wijn H8354 H8800 te drinken H335 H8675 H176 , en H7336 H8802 den prinsen H7941 , sterken drank te begeren;
  5 H8354 H8799 Opdat hij niet drinke H2710 H8794 , en het gezette H7911 H8799 vergete H1779 , en de rechtzaak H1121 H6040 van alle verdrukten H8138 H8762 verandere.
  6 H5414 H8798 Geeft H7941 sterken drank H6 H8802 dengene, die verloren gaat H3196 , en wijn H4751 dengenen, die bitterlijk bedroefd H5315 van ziel zijn;
  7 H8354 H8799 Dat hij drinke H7389 , en zijn armoede H7911 H8799 vergete H5999 , en zijner moeite H2142 H8799 niet meer gedenke.
  8 H6605 H8798 Open H6310 uw mond H483 voor den stomme H1779 , voor de rechtzaak H1121 van allen H2475 , die omkomen zouden.
  9 H6605 H8798 Open H6310 uw mond H8199 H8798 ; oordeel H6664 gerechtelijk H1777 H0 , en doe H6041 den verdrukte H34 en nooddruftige H1777 H8798 recht.
  10 H2428 [Aleph]. Wie zal een deugdelijke H802 huisvrouw H4672 H8799 vinden H4377 ? Want haar waardij H7350 is verre H6443 boven de robijnen.
  11 H3820 [Beth]. Het hart H1167 haars heren H982 H8804 vertrouwt H7998 op haar, zodat hem geen goed H2637 H8799 zal ontbreken.
  12 H1580 H8804 [Gimel]. Zij doet H2896 hem goed H7451 en geen kwaad H3117 , al de dagen H2416 haars levens.
  13 H1875 H8804 [Daleth]. Zij zoekt H6785 wol H6593 en vlas H6213 H8799 , en werkt H2656 met lust H3709 harer handen.
  14 H591 [He]. Zij is als de schepen H5503 H8802 eens koopmans H935 H0 ; zij doet H3899 haar brood H4801 van verre H935 H8686 komen.
  15 H6965 H8799 [Vau]. En zij staat op H3915 , als het nog nacht H5414 H8799 is, en geeft H1004 haar huis H2964 spijze H5291 , en haar dienstmaagden H2706 het bescheiden deel.
  16 H2161 H8804 [Zain]. Zij denkt om H7704 een akker H3947 H8799 , en krijgt H6529 hem; van de vrucht H3709 harer handen H5193 H8804 plant zij H3754 een wijngaard.
  17 H2296 H8804 [Cheth]. Zij gordt H4975 haar lenden H5797 met kracht H553 H8762 , en zij versterkt H2220 haar armen.
  18 H2938 H8804 [Teth]. Zij smaakt H5504 , dat haar koophandel H2896 goed H5216 is; haar lamp H3518 H0 gaat H3915 des nachts H3518 H8799 niet uit.
  19 H7971 H0 [Jod]. Zij steekt H3027 haar handen H7971 H8765 uit H3601 naar de spil H3709 , en haar handpalmen H8551 H8804 vatten H6418 den spinrok.
  20 H6566 H8804 [Caph]. Zij breidt H3709 haar handpalm H6041 uit tot den ellendige H7971 H0 ; en zij steekt H3027 haar handen H7971 H8765 uit H34 tot den nooddruftige.
  21 H3372 H8799 [Lamed]. Zij vreest H1004 voor haar huis H7950 niet vanwege de sneeuw H1004 ; want haar ganse huis H8144 is met dubbele klederen H3847 H8803 gekleed.
  22 H6213 H8804 [Mem]. Zij maakt H4765 voor zich tapijtsieraad H3830 ; haar kleding H8336 is fijn linnen H713 en purper.
  23 H1167 [Nun]. Haar man H3045 H8737 is bekend H8179 in de poorten H3427 H8800 , als hij zit H2205 met de oudsten H776 des lands.
  24 H6213 H8804 [Samech]. Zij maakt H5466 fijn lijnwaad H4376 H8799 en verkoopt H5414 H8804 het; en zij levert H3669 den koopman H2289 gordelen.
  25 H5797 [Ain]. Sterkte H1926 en heerlijkheid H3830 zijn haar kleding H7832 H8799 ; en zij lacht H314 over den nakomenden H3117 dag.
  26 H6605 H0 [Pe]. Zij doet H6310 haar mond H6605 H8804 open H2451 met wijsheid H3956 ; en op haar tong H8451 is leer H2617 der goeddadigheid.
  27 H6822 H8802 [Tsade]. Zij beschouwt H1979 H8675 H1979 de gangen H1004 van haar huis H3899 ; en het brood H6104 der luiheid H398 H8799 eet zij niet.
  28 H1121 [Koph]. Haar kinderen H6965 H8804 staan op H833 H8762 , en roemen haar welgelukzalig H1167 ; [ook] haar man H1984 H8762 , en hij prijst haar, [zeggende]:
  29 H7227 [Resch]. Vele H1323 dochteren H2428 hebben deugdelijke H6213 H8804 gehandeld H5927 H8804 ; maar gij gaat die allen te boven.
  30 H2580 [Schin]. De bevalligheid H8267 is bedrog H3308 , en de schoonheid H1892 ijdelheid H802 ; [maar] een vrouw H3068 , die den HEERE H3373 vreest H1984 H8691 , die zal geprezen worden.
  31 H5414 H8798 [Thau]. Geef H6529 haar van de vrucht H3027 harer handen H4639 , en laat haar werken H1984 H8762 haar prijzen H8179 in de poorten.

Proverbs 27:17

  17 H1270 Ijzer H2300 H8799 scherpt H1270 men met ijzer H2300 H8686 ; alzo scherpt H376 een man H6440 het aangezicht H7453 zijns naasten.

Proverbs 29:11

  11 H3684 Een zot H3318 H0 laat H7307 zijn gansen geest H3318 H8686 uit H2450 , maar de wijze H7623 H8762 wederhoudt H268 dien achterwaarts.

James 1:5

  5 G1161 En G1536 indien iemand G5216 van u G4678 wijsheid G3007 G5743 ontbreekt G3844 , dat hij [ze] van G2316 God G154 G5720 begere G3956 , Die een iegelijk G574 mildelijk G1325 G5723 geeft G2532 , en G3361 niet G3679 G5723 verwijt G2532 ; en G846 zij zal hem G1325 G5701 gegeven worden.

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.