Bible verses about "homesickness" | DSV_Strongs
Psalms 119:54
Hebrews 13:5-6
Psalms 23:1-6
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H3068
. De HEERE
H7462 H8802
is mijn Herder
H2637 H8799
, mij zal niets ontbreken.
2
H7257 H8686
Hij doet mij nederliggen
H1877
in grazige
H4999
weiden
H5095 H8762
; Hij voert mij zachtjes
H4496
aan zeer stille
H4325
wateren.
3
H7725 H8787
Hij verkwikt
H5315
mijn ziel
H5148 H8686
; Hij leidt
H4570
mij in het spoor
H6664
der gerechtigheid
H8034
, om Zijns Naams wil.
4
H3212 H8799
Al ging ik
H1516
ook in een dal
H6757
der schaduw des doods
H7451
, ik zou geen kwaad
H3372 H8799
vrezen
H7626
, want Gij zijt met mij; Uw stok
H4938
en Uw staf
H5162 H8762
, die vertroosten mij.
Psalms 121:1-8
1
H7892
Een lied
H4609
Hammaaloth
H5375 H8799
. Ik hef
H5869
mijn ogen
H2022
op naar de bergen
H370
, vanwaar
H5828
mijn hulp
H935 H8799
komen zal.
3
H7272
Hij zal uw voet
H5414 H8799
niet laten
H4132
wankelen
H8104 H8802
; uw Bewaarder
H5123 H8799
zal niet sluimeren.
4
H8104 H8802
Ziet, de Bewaarder
H3478
Israels
H5123 H8799
zal niet sluimeren
H3462 H8799
, noch slapen.
5
H3068
De HEERE
H8104 H8802
is uw Bewaarder
H3068
, de HEERE
H6738
is uw Schaduw
H3225 H3027
, aan uw rechterhand.
Mark 10:30-30
30
G3362
Of
G2983 G5632
hij ontvangt
G1542
honderdvoud
G3568
, nu
G1722
in
G5129
dezen
G2540
tijd
G3614
, huizen
G2532
, en
G80
broeders
G2532
, en
G79
zusters
G2532
, en
G3384
moeders
G2532
, en
G5043
kinderen
G2532
, en
G68
akkers
G3326
, met
G1375
de vervolgingen
G2532
, en
G1722
in
G2064 G5740
de toekomende
G165
eeuw
G166
het eeuwige
G2222
leven.
Mark 10:29-30
29
G1161
En
G2424
Jezus
G611 G5679
, antwoordende
G2036 G5627
, zeide
G281
: Voorwaar
G3004 G5719
zeg Ik
G5213
ulieden
G2076 G5748
: Er is
G3762
niemand
G3739
, die
G863 G5656
verlaten heeft
G3614
huis
G2228
, of
G80
broeders
G2228
, of
G79
zusters
G2228
, of
G3962
vader
G2228
, of
G3384
moeder
G2228
, of
G1135
vrouw
G2228
, of
G5043
kinderen
G2228
, of
G68
akkers
G1752
, om
G1700
Mijnentwil
G2532
en
G2098
des Evangelies [wil],
Isaiah 66:13
Lamentations 3:22-24
Ecclesiastes 3:1-22
1
H2165
Alles heeft een bestemden tijd
H2656
, en alle voornemen
H8064
onder den hemel
H6256
heeft zijn tijd.
2
H6256
Er is een tijd
H3205 H8800
om geboren te worden
H6256
, en een tijd
H4191 H8800
om te sterven
H6256
; een tijd
H5193 H8800
om te planten
H6256
, en een tijd
H5193 H8803
om het geplante
H6131 H8800
uit te roeien;
3
H6256
Een tijd
H2026 H8800
om te doden
H6256
, en een tijd
H7495 H8800
om te genezen
H6256
; een tijd
H6555 H8800
om af te breken
H6256
, en een tijd
H1129 H8800
om te bouwen;
4
H6256
Een tijd
H1058 H8800
om te wenen
H6256
, en een tijd
H7832 H8800
om te lachen
H6256
; een tijd
H5594 H8800
om te kermen
H6256
, en een tijd
H7540 H8800
om op te springen;
5
H6256
Een tijd
H68
om stenen
H7993 H8687
weg te werpen
H6256
, en een tijd
H68
om stenen
H3664 H8800
te vergaderen
H6256
; een tijd
H2263 H8800
om te omhelzen
H6256
, en een tijd
H7368 H8800
om verre te zijn
H2263 H8763
van omhelzen;
6
H6256
Een tijd
H1245 H8763
om te zoeken
H6256
, en een tijd
H6 H8763
om verloren te laten gaan
H6256
; een tijd
H8104 H8800
om te bewaren
H6256
, en een tijd
H7993 H8687
om weg te werpen;
7
H6256
Een tijd
H7167 H8800
om te scheuren
H6256
, en een tijd
H8609 H8800
om toe te naaien
H6256
; een tijd
H2814 H8800
om te zwijgen
H6256
, en een tijd
H1696 H8763
om te spreken;
8
H6256
Een tijd
H157 H8800
om lief te hebben
H6256
, en een tijd
H8130 H8800
om te haten
H6256
; een tijd
H4421
van oorlog
H6256
, en een tijd
H7965
van vrede.
10
H7200 H8804
Ik heb gezien
H6045
de bezigheid
H430
, die God
H1121
den kinderen
H120
der mensen
H5414 H8804
gegeven heeft
H6031 H8800
, om zichzelven daarmede te bekommeren.
11
H3303
Hij heeft ieder ding schoon
H6213 H8804
gemaakt
H6256
op zijn tijd
H5769
; ook heeft Hij de eeuw
H3820
in hun hart
H5414 H8804
gelegd
H1097
, zonder dat
H120
een mens
H4639
het werk
H430
, dat God
H6213 H8804
gemaakt heeft
H4672 H8799
, kan uitvinden
H7218
, van het begin
H5490
tot het einde toe.
12
H3045 H8804
Ik heb gemerkt
H2896
, dat er niets beters
H8055 H8800
voor henlieden is, dan zich te verblijden
H2896
, en goed
H6213 H8800
te doen
H2416
in zijn leven.
13
H120
Ja ook, dat ieder mens
H398 H8799
ete
H8354 H8804
en drinke
H2896
, en het goede
H7200 H8804
geniete
H5999
van al zijn arbeid
H4991
, [Dit] is een gave
H430
Gods.
14
H3045 H8804
Ik weet
H430
, dat al wat God
H6213 H8799
doet
H5769
, dat zal in der eeuwigheid
H369
zijn, en er is niet
H3254 H8687
toe te doen
H1639 H8800
, noch is er af te doen
H430
; en God
H6213 H8804
doet
H3372 H8799
[dat], opdat men vreze
H6440
voor Zijn aangezicht.
15
H3528
Hetgeen geweest is, dat is nu
H3528
, en wat wezen zal, dat is alrede
H430
geweest; en God
H1245 H8762
zoekt
H7291 H8737
het weggedrevene;
16
H7200 H8804
Verder heb ik ook gezien
H8121
onder de zon
H4725
, ter plaatse
H4941
des gerichts
H7562
, aldaar was goddeloosheid
H4725
; en ter plaatse
H6664
der gerechtigheid
H7562
, aldaar was goddeloosheid.
17
H559 H8804
Ik zeide
H3820
in mijn hart
H430
: God
H6662
zal den rechtvaardige
H7563
en den goddeloze
H8199 H8799
oordelen
H6256
; want aldaar is de tijd
H2656
voor alle voornemen
H4639
, en over alle werk.
18
H559 H8804
Ik zeide
H3820
in mijn hart
H1700
van de gelegenheid
H1121 H120
der mensenkinderen
H430
, dat God
H1305 H8800
hen zal verklaren
H7200 H8800
, en dat zij zullen zien
H1992
, dat zij
H929
[als] de beesten zijn aan zichzelven.
19
H1121
Want wat den kinderen
H120
der mensen
H4745
wedervaart
H4745
, dat wedervaart
H929
ook den beesten
H259
; en enerlei
H4745
wedervaart
H4194
hun [beiden]; gelijk die sterft
H4194
, alzo sterft
H2088
deze
H259
, en zij allen hebben enerlei
H7307
adem
H4195
, en de uitnemendheid
H120
der mensen
H929
boven de beesten
H1892
is geen; want allen zijn zij ijdelheid.
20
H1980 H8802
Zij gaan
H259
allen naar een
H4725
plaats
H6083
; zij zijn allen uit het stof
H7725 H8804
, en zij keren allen weder
H6083
tot het stof.
Isaiah 26:3-4
2 Corinthians 1:3-7
3
G2128
Geloofd
G2316
zij de God
G2532
en
G3962
Vader
G2257
van onzen
G2962
Heere
G2424
Jezus
G5547
Christus
G3962
, de Vader
G3628
der barmhartigheden
G2532
, en
G2316
de God
G3956
aller
G3874
vertroosting;
4
G3588
Die
G2248
ons
G3870 G5723
vertroost
G1909
in
G3956
al
G2257
onze
G2347
verdrukking
G1519
, opdat
G2248
wij
G1410 G5738
zouden kunnen
G3870 G5721
vertroosten
G1722
degenen, die in
G3956
allerlei
G2347
verdrukking
G1223
zijn, door
G3874
de vertroosting
G3739
, met welke
G846
wij zelven
G5259
van
G2316
God
G3870 G5743
vertroost worden.
5
G3754
Want
G2531
gelijk
G3804
het lijden
G5547
van Christus
G4052 G5719
overvloedig is
G1519
in
G2248
ons
G3779
, alzo
G2532
is ook
G1223
door
G5547
Christus
G2257
onze
G3874
vertroosting
G4052 G5719
overvloedig.
6
G1161
Doch
G1535
hetzij dat
G2346 G5743
wij verdrukt worden
G5228
, [het] [is] tot
G5216
uw
G3874
vertroosting
G2532
en
G4991
zaligheid
G3588
, die
G1754 G5734
gewrocht wordt
G1722
in
G5281
de lijdzaamheid
G846
van hetzelfde
G3804
lijden
G3739
, hetwelk
G2249
wij
G2532
ook
G3958 G5719
lijden
G1535
; hetzij dat
G3870 G5743
wij vertroost worden
G5228
, [het] [is] tot
G5216
uw
G3874
vertroosting
G2532
en
G4991
zaligheid;