Bible verses about "fatigue" | DSV_Strongs
Matthew 4:4
John 3:16
16
G1063
Want
G3779
alzo
G25 G
lief heeft
G2316
God
G2889
de wereld
G25 G5656
gehad
G5620
, dat
G846
Hij Zijn
G3439
eniggeboren
G5207
Zoon
G1325 G5656
gegeven heeft
G2443
, opdat
G3956
een iegelijk
G1519
die in
G846
Hem
G4100 G5723
gelooft
G3361
, niet
G622 G5643
verderve
G235
, maar
G166
het eeuwige
G2222
leven
G2192 G5725
hebbe.
Isaiah 58:11
11
H3068
En de HEERE
H8548
zal u geduriglijk
H5148 H8804
leiden
H5315
, en Hij zal uw ziel
H7646 H8689
verzadigen
H6710
in grote droogten
H6106
, en uw beenderen
H2502 H8686
vaardig maken
H7302
; en gij zult zijn als een gewaterde
H1588
hof
H4161
, en als een springader
H4325
der wateren
H4325
, welker wateren
H3576 H8762
niet ontbreken.
Jeremiah 31:1-40
1
H6256
Ter zelfder tijd
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H4940
, zal Ik allen geslachten
H3478
Israels
H430
tot een God
H5971
zijn; en zij zullen Mij tot een volk zijn.
2
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H5971
: Het volk
H8300
der overgeblevenen
H2719
van het zwaard
H2580
heeft genade
H4672 H8804
gevonden
H4057
in de woestijn
H3478
, [namelijk] Israel
H1980 H8800
, als Ik henenging
H7280 H8687
om hem tot rust te brengen.
3
H3068
De HEERE
H7200 H8738
is mij verschenen
H7350
van verre
H157 H8804
[tijden]! Ja, Ik heb u liefgehad
H5769
[met] een eeuwige
H160
liefde
H4900 H8804
; daarom heb Ik u getrokken
H2617
[met] goedertierenheid.
4
H1129 H8799
Ik zal u weder bouwen
H1129 H8738
, en gij zult gebouwd worden
H1330
, o jonkvrouw
H3478
Israels
H5710 H8799
! gij zult weder versierd zijn
H8596
met uw trommelen
H3318 H8804
, en uitgaan
H4234
met den rei
H7832 H8764
der spelenden.
5
H3754
Gij zult weder wijngaarden
H5193 H8799
planten
H2022
op de bergen
H8111
van Samaria
H5193 H8802
; de planters
H5193 H8804
zullen planten
H2490 H8765
, en de vrucht genieten.
6
H3426 H0
Want er zal
H3117
een dag
H3426
zijn
H5341 H8802
, [waarin] de hoeders
H669
op Efraims
H2022
gebergte
H7121 H8804
zullen roepen
H6965 H8798
: Maakt ulieden op
H5927 H8799
, en laat ons opgaan
H6726
[naar] Sion
H3068
, tot den HEERE
H430
, onzen God!
7
H559 H8804
Want zo zegt
H3068
de HEERE
H7442 H8798
: Roept luide
H3290
over Jakob
H8057
[met] vreugde
H6670 H8761
, en juicht
H7218
vanwege het hoofd
H1471
der heidenen
H8085 H8685
; doet het horen
H1984 H8761
, lofzingt
H559 H8798
, en zegt
H3068
: O HEERE
H3467 H8685
! behoud
H5971
Uw volk
H7611
, het overblijfsel
H3478
van Israel.
8
H935 H8688
Ziet, Ik zal ze aanbrengen
H776
uit het land
H6828
van het noorden
H6908 H8765
, en zal hen vergaderen
H3411
van de zijden
H776
der aarde
H5787
; onder hen zullen zijn blinden
H6455
en lammen
H2030
, zwangeren
H3205 H8802
en barenden
H3162
te zamen
H1419
; [met] een grote
H6951
gemeente
H7725 H8799
zullen zij herwaarts wederkomen.
9
H935 H8799
Zij zullen komen
H1065
met geween
H8469
, en met smekingen
H2986 H8686
zal Ik hen voeren
H3212 H8686
; Ik zal hen leiden
H5158 H4325
aan de waterbeken
H3477
, in een rechte
H1870
weg
H3782 H8735
, waarin zij zich niet zullen stoten
H3478
; want Ik ben Israel
H1
tot een Vader
H669
, en Efraim
H1060
is Mijn eerstgeborene.
10
H8085 H8798
Hoort
H3068
des HEEREN
H1697
woord
H1471
, gij heidenen
H5046 H8685
! en verkondigt
H339
in de eilanden
H4801
, die verre
H559 H8798
zijn, en zegt
H3478
: Hij, Die Israel
H2219 H8764
verstrooid heeft
H6908 H8762
, zal hem weder vergaderen
H8104 H8804
, en hem bewaren
H7462 H8802
als een herder
H5739
zijn kudde.
11
H3068
Want de HEERE
H3290
heeft Jakob
H6299 H8804
vrijgekocht
H1350 H8804
, en Hij heeft hem verlost
H3027
uit de hand
H2389
desgenen, die sterker was dan hij.
12
H935 H8804
Dies zullen zij komen
H4791
, en op de hoogte
H6726
van Sion
H7442 H8765
juichen
H5102 H8804
, en toevloeien
H3068
tot des HEEREN
H2898
goed
H1715
, tot het koren
H8492
, en tot den most
H3323
, en tot de olie
H1121
, en tot de jonge
H6629
schapen
H1241
en runderen
H5315
; en hun ziel
H7302
zal zijn als een gewaterde
H1588
hof
H3254 H8686
, en zij zullen voortaan niet meer
H1669 H8800
treurig zijn.
13
H1330
Dan zal zich de jonkvrouw
H8055 H8799
verblijden
H4234
in den rei
H970
, daartoe de jongelingen
H2205
en ouden
H3162
te zamen
H60
; want Ik zal hunlieder rouw
H8342
in vrolijkheid
H2015 H8804
veranderen
H5162 H8765
, en zal hen troosten
H8055 H8765
, en zal hen verblijden
H3015
naar hun droefenis.
14
H5315
En Ik zal de ziel
H3548
der priesteren
H1880
[met] vettigheid
H7301 H8765
dronken maken
H5971
; en Mijn volk
H2898
zal met Mijn goed
H7646 H8799
verzadigd worden
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
15
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H6963
: Er is een stem
H8085 H8738
gehoord
H7414
in Rama
H5092
, een klage
H8563
, een zeer bitter
H1065
geween
H7354
; Rachel
H1058 H8764
weent
H1121
over haar kinderen
H3985 H8765
; zij weigert
H5162 H8736
zich te laten troosten
H1121
over haar kinderen, omdat zij niet zijn.
16
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H4513 H8798
: Bedwing
H6963
uw stem
H1065
van geween
H5869
, en uw ogen
H1832
van tranen
H3426
; want er is
H7939
loon
H6468
voor uw arbeid
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H341 H8802
; want zij zullen uit des vijands
H776
land
H7725 H8804
wederkomen.
17
H3426
En er is
H8615
verwachting
H319
voor uw nakomelingen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H1121
; want [uw] kinderen
H7725 H8804
zullen wederkomen
H1366
tot hun landpale.
18
H8085 H8800
Ik heb wel
H8085 H8804
gehoord
H669
, dat zich Efraim
H5110 H8711
beklaagt
H3256 H8765
, [zeggende]: Gij hebt mij getuchtigd
H3256 H8735
, en ik ben getuchtigd geworden
H3808 H3925 H8795
als een ongewend
H5695
kalf
H7725 H8685
. Bekeer
H7725 H8799
mij, zo zal ik bekeerd zijn
H3068
, want Gij zijt de HEERE
H430
, mijn God!
19
H310
Zekerlijk, nadat
H7725 H8800
ik bekeerd ben
H5162 H8738
, heb ik berouw gehad
H310
, en nadat
H3045 H8736
ik mijzelven ben bekend gemaakt
H3409
, heb ik op de heup
H5606 H8804
geklopt
H954 H8804
, ik ben beschaamd
H3637 H8738
, ja, ook schaamrood geworden
H2781
, omdat ik de smaadheid
H5271
mijner jeugd
H5375 H8804
gedragen heb.
20
H669
Is [niet] Efraim
H3357
Mij een dierbare
H1121
zoon
H8191 H3206
, is hij [Mij] [niet] een troetelkind
H1767
? Want sinds
H1696 H8763
Ik tegen hem gesproken heb
H2142 H8799
, denk Ik
H2142 H8800
nog ernstelijk
H1993 H8804
aan hem; daarom rommelt
H4578
Mijn ingewand
H7355 H8763
over hem; Ik zal Mij zijner zekerlijk
H7355 H8762
ontfermen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
21
H5324 H0
Richt
H6725
u merktekenen
H5324 H8685
op
H7760 H8798
, stel
H8564
u spitse pilaren
H7896 H8798
, zet
H3820
uw hart
H4546
op de baan
H1870
, [op] den weg
H1980 H8804
, [dien] gij gewandeld hebt
H7725 H8798
; keer weder
H1330
, o jonkvrouw
H3478
Israels
H7725 H8798
, keer weder
H5892
tot deze uw steden!
22
H2559 H8691
Hoe lang zult gij u onttrekken
H7728
, gij afkerige
H1323
dochter
H3068
? Want de HEERE
H2319
heeft wat nieuws
H776
op de aarde
H1254 H8804
geschapen
H5347
: de vrouw
H1397
zal den man
H5437 H8779
omvangen.
23
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H1697
: Dit woord
H559 H8799
zullen zij nog zeggen
H776
in het land
H3063
van Juda
H5892
, en in zijn steden
H7622
, als Ik hun gevangenis
H7725 H8800
wenden zal
H3068
: De HEERE
H1288 H8762
zegene
H5116
u, gij woning
H6664
der gerechtigheid
H2022
, gij berg
H6944
der heiligheid!
24
H3063
En Juda
H5892
, mitsgaders al zijn steden
H3162
, zullen te zamen
H3427 H8804
daarin wonen
H406
; de akkerlieden
H5739
, en [die] met de kudde
H5265 H8804
reizen.
25
H5889
Want Ik heb de vermoeide
H5315
ziel
H7301 H8689
dronken gemaakt
H1669 H8804
, en Ik heb alle treurige
H5315
ziel
H4390 H8765
vervuld.
26
H6974 H8689
(Hierop ontwaakte ik
H7200 H8799
, en zag toe
H8142
, en mijn slaap
H6149 H8804
was mij zoet.)
27
H3117
Ziet, de dagen
H935 H8802
komen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H1004
, dat Ik het huis
H3478
van Israel
H1004
en het huis
H3063
van Juda
H2232 H8804
bezaaien zal
H2233
[met] zaad
H120
van mensen
H2233
en zaad
H929
van beesten.
28
H8245 H8804
En het zal geschieden, gelijk als Ik over hen gewaakt heb
H5428 H8800
, om uit te rukken
H5422 H8800
, en af te breken
H2040 H8800
, en te verstoren
H6 H8686
, en te verderven
H7489 H8687
, en kwaad aan te doen
H8245 H8799
; alzo zal Ik over hen waken
H1129 H8800
, om te bouwen
H5193 H8800
en te planten
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
29
H3117
In die dagen
H559 H8799
zullen zij niet meer zeggen
H1
: De vaders
H1155
hebben onrijpe druiven
H398 H8804
gegeten
H1121
, en der kinderen
H8127
tanden
H6949 H8799
zijn stomp geworden.
30
H376
Maar een iegelijk
H5771
zal om zijn ongerechtigheid
H4191 H8799
sterven
H120
; een ieder mens
H1155
, die de onrijpe druiven
H398 H8802
eet
H8127
, zijn tanden
H6949 H8799
zullen stomp worden.
31
H3117
Ziet, de dagen
H935 H8802
komen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H1004
, dat Ik met het huis
H3478
van Israel
H1004
en met het huis
H3063
van Juda
H2319
een nieuw
H1285
verbond
H3772 H8804
zal maken;
32
H1285
Niet naar het verbond
H1
, dat Ik met hun vaderen
H3772 H8804
gemaakt heb
H3117
, ten dage
H3027
als Ik hun hand
H2388 H8687
aangreep
H776 H4714
, om hen uit Egypteland
H3318 H8687
uit te voeren
H1285
, welk Mijn verbond
H6565 H8689
zij vernietigd hebben
H1166 H8804
, hoewel Ik hen getrouwd had
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE;
33
H1285
Maar dit is het verbond
H310
, dat Ik na
H3117
die dagen
H1004
met het huis
H3478
van Israel
H3772 H8799
maken zal
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H8451
: Ik zal Mijn wet
H7130
in hun binnenste
H5414 H8804
geven
H3820
, en zal die in hun hart
H3789 H8799
schrijven
H430
; en Ik zal hun tot een God
H5971
zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
34
H376
En zij zullen niet meer, een iegelijk
H7453
zijn naaste
H376
, en een iegelijk
H251
zijn broeder
H3925 H8762
, leren
H559 H8800
, zeggende
H3045 H8798
: Kent
H3068
den HEERE
H3045 H8799
! want zij zullen Mij allen kennen
H6996
, van hun kleinste
H1419
af tot hun grootste
H5002 H8803
toe, spreekt
H3068
de HEERE
H5771
; want Ik zal hun ongerechtigheid
H5545 H8799
vergeven
H2403
, en hunner zonden
H2142 H8799
niet meer gedenken.
35
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H8121
, Die de zon
H216
ten lichte
H5414 H8802
geeft
H3119
des daags
H2708
, de ordeningen
H3394
der maan
H3556
en der sterren
H216
ten lichte
H3915
des nachts
H3220
, Die de zee
H7280 H8802
klieft
H1530
, dat haar golven
H1993 H8799
bruisen
H3068
, HEERE
H6635
der heirscharen
H8034
is Zijn Naam:
36
H2706
Indien deze ordeningen
H6440
van voor Mijn aangezicht
H4185 H8799
zullen wijken
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H2233
, zo zal ook het zaad
H3478
Israels
H7673 H8799
ophouden
H1471
, dat het geen volk
H6440
zij voor Mijn aangezicht
H3117
, al de dagen.
37
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H8064
: Indien de hemelen
H4605
daarboven
H4058 H8735
gemeten
H4146
, en de fondamenten
H776
der aarde
H4295
beneden
H2713 H8735
doorgrond kunnen worden
H2233
, zo zal Ik ook het ganse zaad
H3478
Israels
H3988 H8799
verwerpen
H6213 H8804
, om alles, wat zij gedaan hebben
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
38
H3117
Ziet, de dagen
H935 H8802
komen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H5892
, dat deze stad
H3068
den HEERE
H1129 H8738
zal herbouwd worden
H4026
, van den toren
H2606
Hananeel
H8179 H6438
af tot aan de Hoekpoort.
39
H4060 H6957 H8675 H6961
En het meetsnoer
H3318 H8804
zal wijders nevens dezelve uitgaan
H1389
tot aan den heuvel
H1619
Gareb
H1601
, en zich naar Goath
H5437 H8738
omwenden.
40
H6010
En het ganse dal
H6297
der dode lichamen
H1880
en der as
H7709 H8675 H8309
, en al de velden
H5158
tot aan de beek
H6939
Kidron
H6438
, tot aan den hoek
H5483 H8179
van de Paardenpoort
H4217
tegen het oosten
H3068
, zal den HEERE
H6944
een heiligheid
H5428 H8735
zijn; er zal niets weder uitgerukt
H2040 H8735
, noch afgebroken worden
H5769
in eeuwigheid.
1 Corinthians 6:19-20
Proverbs 20:13
Romans 15:4
Titus 3:5
5
G2248
Heeft Hij ons
G4982 G5656
zalig gemaakt
G3756
, niet
G1537
uit
G2041
de werken
G1722
der
G1343
rechtvaardigheid
G3739
, die
G2249
wij
G4160 G5656
gedaan hadden
G235
, maar
G2596
naar
G846
Zijn
G1656
barmhartigheid
G1223
, door
G3067
het bad
G3824
der wedergeboorte
G2532
en
G342
vernieuwing
G40
des Heiligen
G4151
Geestes;
1 Peter 2:24
24
G3739
Die
G846
Zelf
G2257
onze
G266
zonden
G1722
in
G846
Zijn
G4983
lichaam
G399 G5656
gedragen heeft
G1909
op
G3586
het hout
G2443
; opdat
G266
wij, der zonden
G581 G5637
afgestorven zijnde
G1343
, der gerechtigheid
G2198 G5661
leven zouden
G3739
; door
G846
Wiens
G3468
striemen
G2390 G5681
gij genezen zijt.
Exodus 31:17
17
H1121
Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen
H3478
Israels
H226
een teken
H5769
in eeuwigheid
H3068
zijn; dewijl de HEERE
H8337
, in zes
H3117
dagen
H8064
, den hemel
H776
en de aarde
H6213 H8804
gemaakt
H7637
, en op den zevenden
H3117
dag
H7673 H8804
gerust
H5314 H8735
en Zich verkwikt heeft.
Philippians 4:13
Matthew 11:28-30
28
G1205 G5773
Komt
G4314
herwaarts tot
G3165
Mij
G3956
, allen
G2872 G5723
die vermoeid
G2532
en
G5412 G5772
belast zijt
G2532
, en
G2504
Ik
G5209
zal u
G373 G5692
rust geven.