Bible verses about "dairy" | DSV_Strongs

Genesis 18:8

  8 H3947 H8799 En hij nam H2529 boter H2461 en melk H1121 H1241 , en het kalf H834 , dat H6213 H8804 hij toegemaakt had H5414 H8799 , en hij zette H6440 het hun voor H1931 , en H5975 H8802 stond H5921 bij H8478 hen onder H6086 dien boom H398 H8799 , en zij aten.

Leviticus 11:1-47

  1 H3068 En de HEERE H1696 H8762 sprak H4872 tot Mozes H175 en tot Aaron H559 H8800 , zeggende tot hen:
  2 H1696 H8761 Spreekt H1121 tot de kinderen H3478 Israels H559 H8800 , zeggende H2063 : Dit H2416 is het gedierte H398 H8799 , dat gij eten zult H929 uit alle beesten H776 , die op de aarde zijn.
  3 H929 Al wat onder de beesten H6541 den klauw H6536 H8688 verdeelt H8157 , en de kloof der klauwen H8156 H8802 in tweeen klieft H5927 H8688 H1625 , [en] herkauwt H398 H8799 , dat zult gij eten.
  4 H389 Deze nochtans H398 H8799 zult gij niet eten H5927 H8688 H1625 , van degenen, die [alleen] herkauwen H6541 , of de klauwen H6536 H8688 [alleen] verdelen H1581 : den kemel H5927 H8688 H1625 , want hij herkauwt H6536 H8688 wel, maar verdeelt H6541 den klauw H2931 niet; die zal u onrein zijn;
  5 H8227 En het konijntje H5927 H8688 H1625 , want het herkauwt H6536 H8686 wel, maar verdeelt H6541 den klauw H2931 niet; dat zal u onrein zijn;
  6 H768 En den haas H5927 H8688 H1625 , want hij herkauwt H6536 H8689 wel, maar verdeelt H6541 den klauw H2931 niet; die zal u onrein zijn.
  7 H2386 Ook het zwijn H6536 H8688 , want dat verdeelt H6541 wel den klauw H8156 H8802 , en klieft H8157 de klove der klauwen H1641 H8735 in tweeen, maar herkauwt H1625 het gekauwde H2931 niet; dat zal u onrein zijn.
  8 H1320 Van hun vlees H398 H8799 zult gij niet eten H5038 , en hun dood aas H5060 H8799 niet aanroeren H2931 , zij zullen u onrein zijn.
  9 H398 H8799 Dit zult gij eten H4325 van al wat in de wateren H4325 is: al wat in de wateren H3220 , in de zeeen H5158 en in de rivieren H5579 , vinnen H7193 en schubben H398 H8799 heeft, dat zult gij eten;
  10 H3220 Maar al wat in de zeeen H5158 en in de rivieren H8318 , van alle gewemel H4325 der wateren H2416 , en van alle levende H5315 ziel H4325 , die in de wateren H5579 is, geen vinnen H7193 of schubben H8263 heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.
  11 H8263 Ja, een verfoeisel H1320 zullen zij u zijn; van hun vlees H398 H8799 zult gij niet eten H5038 , en hun dood aas H8262 H8762 zult gij verfoeien.
  12 H4325 Al wat in de wateren H5579 geen vinnen H7193 en schubben H8263 heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.
  13 H4480 En van H5775 het gevogelte H8262 H8762 zult gij deze verfoeien H398 H8735 , zij zullen niet gegeten worden H8263 , zij zullen een verfoeisel H5404 zijn: de arend H6538 , en de havik H5822 , en de zeearend,
  14 H1676 En de gier H344 , en de kraai H4327 , naar haar aard;
  15 H6158 Alle rave H4327 naar haar aard;
  16 H1323 H3284 En de struis H8464 , en de nachtuil H7828 , en de koekoek H5322 , en de sperwer H4327 naar zijn aard;
  17 H3563 En de steenuil H7994 , en het duikertje H3244 , en de schuifuit,
  18 H8580 En de kauw H6893 , en de roerdomp H7360 , en de pelikaan,
  19 H2624 En de ooievaar H601 , de reiger H4327 naar zijn aard H1744 , en de hop H5847 , en de vledermuis.
  20 H8318 Alle kruipend H5775 gevogelte H702 , dat op vier H1980 H8802 [voeten] gaat H8263 , zal u een verfoeisel zijn.
  21 H398 H8799 Dit nochtans zult gij eten H8318 van al het kruipend H5775 gevogelte H702 , dat op vier H1980 H8802 [voeten] gaat H4605 , hetwelk boven aan H7272 zijn voeten H3767 schenkelen H2004 heeft, om daarmede H776 op de aarde H5425 H8763 te springen;
  22 H398 H8799 Van die zult gij deze eten H697 : den sprinkhaan H4327 naar zijn aard H5556 , en den solham H4327 naar zijn aard H2728 , en den hargol H4327 naar zijn aard H2284 , en den hagab H4327 naar zijn aard.
  23 H8318 En alle kruipend H5775 gevogelte H702 , dat vier H7272 voeten H8263 heeft, zal u een verfoeisel zijn.
  24 H2930 H8691 En aan deze zult gij verontreinigd worden H5038 ; zo wie hun dood aas H5060 H8802 zal aangeroerd hebben H2930 H8799 , zal onrein zijn H6153 tot aan den avond.
  25 H5038 Zo wie van hun dood aas H5375 H8802 gedragen zal hebben H899 , zal zijn klederen H3526 H8762 wassen H2930 H8804 , en onrein zijn H6153 tot aan den avond.
  26 H929 Alle beest H6541 , dat den klauw H6536 H8688 verdeelt H8157 , doch de klove H8156 H8802 niet in tweeen klieft H5927 H8688 H1625 , en niet herkauwt H2931 , zal u onrein H5060 H8802 zijn; zo wie hetzelve aangeroerd zal hebben H2930 H8799 , zal onrein zijn.
  27 H3605 En al H1992 wat H3709 op zijn poten H1980 H8802 gaat H2416 onder alle gedierte H702 , op vier H1980 H8802 [voeten] gaande H2931 , die zullen u onrein H5038 zijn; al wie hun dood aas H5060 H8802 aangeroerd zal hebben H2930 H8799 , zal onrein zijn H6153 tot aan den avond.
  28 H5038 Ook die hun dood aas H5375 H8802 zal gedragen hebben H899 , zal zijn klederen H3526 H8762 wassen H2930 H8804 , en onrein zijn H6153 tot aan den avond H2931 ; zij zullen u onrein zijn.
  29 H8318 Verder zal u dit onder het kruipend H776 gedierte, dat op de aarde H8317 H8802 kruipt H2931 , onrein H2467 zijn: het wezeltje H5909 , en de muis H6632 , en de schildpad H4327 , naar haar aard;
  30 H604 En de zwijnegel H3581 , en de krokodil H3911 , en de hagedis H2546 , en de slak H8580 , en de mol;
  31 H2931 Die zullen u onrein H8318 zijn onder alle kruipend H5060 H8802 gedierte; zo wie die zal aangeroerd hebben H4194 , als zij dood H2930 H8799 zijn, zal onrein zijn H6153 tot aan den avond.
  32 H5307 H8799 Daartoe al hetgeen, waarop [iets] van dezelve vallen zal H4194 , als zij dood H2930 H8799 zijn, zal onrein zijn H6086 , [hetzij] van alle houten H3627 vat H899 , of kleed H5785 , of vel H8242 , of zak H3627 , [of] alle vat H4399 , waarmede [enig] werk H6213 H8735 gedaan wordt H4325 ; het zal in het water H935 H8714 gestoken worden H2930 H8804 , en onrein zijn H6153 tot aan den avond H2891 H8804 ; daarna zal het rein zijn.
  33 H2789 En alle aarden H3627 vat H8432 , waarin H5307 H8799 [iets] van dezelve zal gevallen zijn H2930 H8799 , al wat daarin is, zal onrein zijn H7665 H8799 , en gij zult dat breken.
  34 H400 Van alle spijze H398 H8735 , die men eet H4325 , waarop het water H935 H8799 zal gekomen zijn H2930 H8799 , [die] zal onrein zijn H4945 ; en alle drank H8354 H8735 , die men drinkt H3627 , zal in alle vat H2930 H8799 onrein zijn.
  35 H5038 En waarop iets van hun dood aas H5307 H8799 zal vallen H2930 H8799 , zal onrein zijn H8574 ; de oven H3600 en de aarden pan H5422 H8714 zal verbroken worden H2931 ; zij zijn onrein H2931 , daarom zullen zij u onrein zijn.
  36 H4599 Doch een fontein H953 , of put H4723 van vergadering H4325 der wateren H2889 , zal rein H5038 zijn; maar wie hun dood aas H5060 H8802 zal aangeroerd hebben H2930 H8799 , zal onrein zijn.
  37 H5038 En wanneer van hun dood aas H5307 H8799 zal gevallen zijn H2221 op enig zaaibaar H2233 zaad H2232 H8735 , dat gezaaid wordt H2889 , dat zal rein zijn.
  38 H4325 Maar als water H2233 op het zaad H5414 H8714 gedaan zal worden H5038 , en van hun dood aas H5307 H8804 daarop zal gevallen zijn H2931 , dat zal u onrein zijn.
  39 H929 En wanneer van de dieren H402 , die u tot spijze zijn H4191 H8799 , [iets] zal gestorven zijn H5038 , wie deszelfs dood aas H5060 H8802 zal aangeroerd hebben H2930 H8799 , zal onrein zijn H6153 tot aan den avond.
  40 H5038 Ook die van hun dood aas H398 H8802 gegeten zal hebben H899 , zal zijn klederen H3526 H8762 wassen H2930 H8804 , en onrein zijn H6153 tot aan den avond H5038 ; en die hun dood aas H5375 H8802 zal gedragen hebben H899 , zal zijn klederen H3526 H8762 wassen H2930 H8804 , en onrein zijn H6153 tot aan den avond.
  41 H8318 Voorts alle kruipend H776 gedierte, dat op de aarde H8317 H8802 kruipt H8263 , zal een verfoeisel H398 H8735 zijn; het zal niet gegeten worden.
  42 H1512 Al wat op zijn buik H1980 H8802 gaat H1980 H8802 , en al wat gaat H702 op zijn vier H7235 H0 [voeten], of al wat vele H7272 voeten H7235 H8688 heeft H8318 , onder alle kruipend H776 gedierte, dat op de aarde H8317 H8802 kruipt H398 H8799 , die zult gij niet eten H8263 , want zij zijn een verfoeisel.
  43 H8262 H0 Maakt H5315 uw zielen H8262 H8762 niet verfoeilijk H8318 aan enig kruipend gedierte H8317 H8802 , dat kruipt H2933 H8738 ; en verontreinigt u H2930 H8691 niet daaraan, dat gij daaraan verontreinigd zoudt worden.
  44 H3068 Want Ik ben de HEERE H430 , uw God H6942 H8694 ; daarom zult gij u heiligen H6918 , en heilig H6918 zijn, dewijl Ik heilig H5315 ben; en gij zult uw ziel H2930 H8762 niet verontreinigen H8318 aan enig kruipend H776 gedierte, dat zich op de aarde H7430 H8802 roert.
  45 H3068 Want Ik ben de HEERE H776 H4714 , die u uit Egypteland H5927 H8688 doe optrekken H430 , opdat Ik u tot een God H6918 zij, en opdat gij heilig H6918 zijt, dewijl Ik heilig ben.
  46 H8451 Dit is de wet H929 van de beesten H5775 , en van het gevogelte H2416 , en van alle levende H5315 ziel H7430 H8802 , die zich roert H4325 in de wateren H5315 , en van alle ziel H8317 H8802 , die kruipt H776 op de aarde;
  47 H914 H8687 Om te onderscheiden H2931 tussen het onreine H2889 en tussen het reine H2416 , en tussen het gedierte H398 H8737 , dat men eten H2416 , en tussen het gedierte H398 H8735 , dat men niet eten zal.

Genesis 1:29

  29 H430 En God H559 H8799 zeide H2009 : Ziet H3605 , Ik heb ulieden al H2233 H2232 H8802 het zaadzaaiende H6212 kruid H5414 H8804 gegeven H834 , dat H5921 H6440 op H3605 de ganse H776 aarde H853 [is], en H3605 alle H6086 geboomte H834 , in hetwelk H2233 H2232 H8802 zaadzaaiende H6086 H6529 boomvrucht H1961 H8799 is; het zij H402 u tot spijze!

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.