14
H1288 H8803
Gezegend zult gij zijn
H5971
boven alle volken
H6135
; er zal onder u noch man
H6135
noch vrouw onvruchtbaar
H929
zijn, ook [niet] onder uw beesten;
15
H3068
En de HEERE
H2483
zal alle krankheid
H5493 H8689
van u afweren
H7451
, en Hij zal u geen van de kwade
H4064
ziekten
H4714
der Egyptenaren
H3045 H8804
, die gij kent
H7760 H8799
, opleggen
H5414 H8804
, maar zal ze leggen
H8130 H8802
op allen, die u haten.
16
H5971
Gij zult dan al die volken
H398 H8804
verteren
H3068
, die de HEERE
H430
, uw God
H5414 H8802
, u geven zal
H5869
; uw oog
H2347 H8799
zal hen niet verschonen
H430
, en gij zult hun goden
H5647 H8799
niet dienen
H4170
; want dat zoude u een strik zijn.