1
H6030 H8799
Toen antwoordde
H4872
Mozes
H559 H8799
, en zeide
H539 H8686
: Maar zie, zij zullen mij niet geloven
H6963
, noch mijn stem
H8085 H8799
horen
H559 H8799
; want zij zullen zeggen
H3068
: De HEERE
H7200 H8738
is u niet verschenen!
2
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H3027
tot hem: Wat is er in uw hand
H559 H8799
? En hij zeide
H4294
: Een staf.
3
H559 H8799
En Hij zeide
H7993 H8685
: Werp
H776
hem ter aarde
H7993 H8686
. En hij wierp
H776
hem ter aarde
H5175
! Toen werd hij tot een slang
H4872
; en Mozes
H5127 H8799
vlood
H6440
van haar.
4
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H7971 H8798
: Strek
H3027
uw hand
H270 H8798
uit, en grijp
H2180
haar bij haar staart
H7971 H8799
! Toen strekte hij
H3027
zijn hand
H2388 H8686
uit, en vatte
H4294
haar, en zij werd tot een staf
H3709
in zijn hand.
5
H539 H8686
Opdat zij geloven
H7200 H8738
, dat u verschenen is
H3068
de HEERE
H430
, de God
H1
hunner vaderen
H430
, de God
H85
van Abraham
H430
, de God
H3327
van Izak
H430
, en de God
H3290
van Jakob.
6
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H5750
verder
H935 H8685
tot hem: Steek
H3027
nu uw hand
H2436
in uw boezem
H935 H8686
. En hij stak
H3027
zijn hand
H2436
in zijn boezem
H3318 H8686
; daarna trok hij
H3027
ze uit, en ziet, zijn hand
H6879 H8794
was melaats
H7950
, [wit] als sneeuw.
7
H559 H8799
En Hij zeide
H7725 H0
: Steek
H3027
uw hand
H7725 H8685
wederom
H2436
in uw boezem
H7725 H0
. En hij stak
H3027
zijn hand
H7725 H8686
wederom
H2436
in zijn boezem
H3318 H8686
; daarna trok hij
H2436
ze uit zijn boezem
H7725 H8804
, en ziet, zij was weder
H1320
als zijn [ander] vlees.
8
H539 H8686
En het zal geschieden, zo zij u niet geloven
H6963
, noch naar de stem
H7223
van het eerste
H226
teken
H8085 H8799
horen
H6963
, zo zullen zij de stem
H314
van het laatste
H226
teken
H539 H8689
geloven.
9
H8147
En het zal geschieden, zo zij ook deze twee
H226
tekenen
H539 H8686
niet geloven
H6963
, noch naar uw stem
H8085 H8799
horen
H3947 H8804
, zo neem
H4325
van de wateren
H2975
der rivier
H8210 H8804
, en giet
H3004
ze op het droge
H4325
; zo zullen de wateren
H2975
, die gij uit de rivier
H3947 H8799
zult nemen
H1818
, diezelve zullen tot bloed
H3006
worden op het droge.
10
H559 H8799
Toen zeide
H4872
Mozes
H3068
tot den HEERE
H994
: Och
H136
Heere
H376
! ik
H1697
ben geen man wel ter tale
H8543
, noch van gisteren
H8032
, noch van eergisteren
H227
, noch van toen
H5650
af, toen Gij tot Uw knecht
H1696 H8763
gesproken hebt
H3515
; want ik ben zwaar
H6310
van mond
H3515
, en zwaar
H3956
van tong.
11
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H120
tot hem: Wie heeft den mens
H6310
den mond
H7760 H8804
gemaakt
H483
, of wie heeft den stomme
H2795
, of dove
H6493
, of ziende
H5787
, of blinde
H7760 H8799
gemaakt
H3068
? Ben Ik het niet, de HEERE?
12
H3212 H8798
En nu ga henen
H6310
, en Ik zal met uw mond
H3384 H8689
zijn, en zal u leren
H1696 H8762
, wat gij spreken zult.
13
H559 H8799
Doch hij zeide
H994
: Och
H136
, Heere
H7971 H8798
! zend
H3027
toch door de hand
H7971 H8799
[desgenen], [dien] Gij zoudt zenden.
14
H2734 H8799
Toen ontstak
H639
de toorn
H3068
des HEEREN
H4872
over Mozes
H559 H8799
, en Hij zeide
H175
: is niet Aaron
H3881
, de Leviet
H251
, uw broeder
H3045 H8804
? Ik weet
H1696 H8763
, dat hij zeer wel
H1696 H8762
spreken zal
H3318 H8802
, en ook, zie, hij zal uitgaan
H7125 H8800
u tegemoet
H7200 H8804
; wanneer hij u ziet
H3820
, zo zal hij in zijn hart
H8055 H8804
verblijd zijn.
15
H1696 H8765
Gij dan zult tot hem spreken
H1697
, en de woorden
H6310
in zijn mond
H7760 H8804
leggen
H6310
; en Ik zal met uw mond
H6310
, en met zijn mond
H3384 H8689
zijn; en Ik zal ulieden leren
H6213 H8799
, wat gij doen zult.
16
H5971
En hij zal voor u tot het volk
H1696 H8765
spreken
H6310
; en het zal geschieden, dat hij u tot een mond
H430
zal zijn, en gij zult hem tot een god zijn.
17
H3947 H8799
Neem
H4294
dan dezen staf
H3027
in uw hand
H226
, waarmede gij die tekenen
H6213 H8799
doen zult.
18
H3212 H8799
Toen ging
H4872
Mozes
H7725 H8799
heen, en keerde weder
H3500
tot Jethro
H2859 H8802
, zijn schoonvader
H559 H8799
, en zeide
H3212 H8799
tot hem: Laat mij toch gaan
H7725 H8799
, dat ik wederkere
H251
tot mijn broederen
H4714
, die in Egypte
H7200 H8799
zijn, en zie
H5750
, of zij nog
H2416
leven
H3503
. Jethro
H559 H8799
dan zeide
H4872
tot Mozes
H3212 H8798
: Ga
H7965
in vrede!
19
H559 H8799
Ook zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H4080
in Midian
H3212 H8798
: Ga heen
H7725 H8798
, keer weder
H4714
in Egypte
H582
, want al de mannen
H4191 H8804
zijn dood
H5315
, die uw ziel
H1245 H8764
zochten.
20
H4872
Mozes
H3947 H8799
dan nam
H802
zijn vrouw
H1121
, en zijn zonen
H7392 H8686
, en voerde
H2543
hen op een ezel
H7725 H8799
, en keerde weder
H776 H4714
in Egypteland
H4872
; en Mozes
H3947 H8799
nam
H4294
den staf
H430
Gods
H3027
in zijn hand.
21
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H4872
tot Mozes
H3212 H8800
: Terwijl gij heentrekt
H4714
, om weder in Egypte
H7725 H8800
te keren
H7200 H8798
, zie toe
H4159
, dat gij al de wonderen
H6213 H8804
doet
H6440
voor
H6547
Farao
H3027
, die Ik in uw hand
H7760 H8804
gesteld heb
H3820
; doch Ik zal zijn hart
H2388 H8762
verstokken
H5971
, dat hij het volk
H7971 H8762
niet zal laten gaan.
22
H6547
Dan zult gij tot Farao
H559 H8804
zeggen
H559 H8804
: Alzo zegt
H3068
de HEERE
H1121
: Mijn zoon
H1060
, Mijn eerstgeborene
H3478
, is Israel.
23
H559 H8799
En Ik heb tot u gezegd
H1121
: Laat Mijn zoon
H7971 H8761
trekken
H5647 H8799
, dat hij Mij diene
H3985 H8762
! maar gij hebt geweigerd
H7971 H8763
hem te laten trekken
H1121
; zie, Ik zal uw zoon
H1060
, uw eerstgeborene
H2026 H8802
doden!
24
H1870
En het geschiedde op den weg
H4411
, in de herberg
H3068
, dat de HEERE
H6298 H8799
hem tegenkwam
H1245 H8762
, en zocht
H4191 H8687
hem te doden.
25
H3947 H8799
Toen nam
H6855
Zippora
H6864
een stenen
H3772 H8799
[mes] en besneed
H6190
de voorhuid
H1121
haars zoons
H5060 H8686
, en wierp
H7272
die voor zijn voeten
H559 H8799
, en zeide
H1818 H2860
: Voorwaar, gij zijt mij een bloedbruidegom!
26
H7503 H8799
En Hij liet van hem af
H559 H8804
. Toen zeide zij
H1818 H2860
: Bloedbruidegom
H4139
! vanwege de besnijdenis.
27
H3068
De HEERE
H559 H8799
zeide
H175
ook tot Aaron
H3212 H8798
: Ga
H4872
Mozes
H7125 H8800
tegemoet
H4057
in de woestijn
H3212 H8799
. En hij ging
H6298 H8799
, en ontmoette
H2022
hem aan den berg
H430
Gods
H5401 H8799
, en hij kuste hem.
28
H4872
En Mozes
H5046 H0
gaf
H175
Aaron
H5046 H8686
te kennen
H1697
al de woorden
H3068
des HEEREN
H7971 H8804
, Die hem gezonden had
H226
, en al de tekenen
H6680 H8765
, die Hij hem bevolen had.
29
H3212 H8799
Toen ging
H4872
Mozes
H175
en Aaron
H622 H8799
, en zij verzamelden
H2205
al de oudsten
H1121
der kinderen
H3478
Israels.