Bible verses about "abigail" | DSV_Strongs

1 Samuel 25:17-19

  17 H3045 H8798 Weet H6258 dan nu H7200 H8798 , en zie H4100 , wat H6213 H8799 gij doen zult H3588 ; want H7451 het kwaad H3615 H0 is ten volle H413 over H113 onzen heer H3615 H8804 besloten H5921 , en over H3605 zijn ganse H1004 huis H1931 ; en hij H1121 is een zoon H1100 Belials H4480 , dat H413 men hem H1696 H8763 niet mag aanspreken.
  18 H4116 H8762 Toen haastte zich H26 Abigail H3947 H8799 , en nam H3967 tweehonderd H3899 broden H8147 , en twee H5035 lederzakken H3196 wijns H2568 , en vijf H6213 H8803 toebereide H6629 schapen H2568 , en vijf H5429 maten H7039 geroost koren H3967 , en honderd H6778 stukken rozijnen H3967 , en tweehonderd H1690 klompen H7760 H8799 vijgen, en leide H5921 [die] op H2543 ezelen.
  19 H559 H8799 En zij zeide H5288 tot haar jongelingen H5674 H8798 : Trekt heen H6440 voor mijn aangezicht H2009 ; ziet H935 H8802 , ik kom H310 achter H376 ulieden; doch haar man H5037 Nabal H5046 H0 gaf zij H3808 het niet H5046 H8689 te kennen.

1 Samuel 25:4-42

  4 H1732 Als David H8085 H8799 hoorde H4057 in de woestijn H3588 , dat H5037 Nabal H6629 zijn schapen H1494 H8802 schoor,
  5 H7971 H8799 Zo zond H1732 David H6235 tien H5288 jongelingen H1732 ; en David H559 H8799 zeide H5288 tot de jongelingen H5927 H8798 : Gaat op H3760 naar Karmel H413 , en als gij tot H5037 Nabal H935 H8804 komt H8034 , zo zult gij hem in mijn naam H7965 naar den welstand H7592 H8804 vragen;
  6 H3541 En zult alzo H559 H8804 zeggen H2416 tot dien welvarende H7965 : Vrede H859 zij u H1004 , en uw huize H7965 zij vrede H3605 , en alles H834 , wat H7965 gij hebt, zij vrede!
  7 H6258 En nu H8085 H8804 , ik heb gehoord H3588 , dat H1494 H8802 gij scheerders H6258 hebt; nu H7462 H8802 , de herders H834 , die H5973 gij hebt, zijn bij H1961 H8804 ons geweest H3808 ; wij hebben hun geen H3637 H8689 smaadheid aangedaan H3808 H3972 , en zij hebben ook niets H6485 H8738 gemist H3605 al H3117 de dagen H3760 , die zij te Karmel H1961 H8800 geweest zijn.
  8 H7592 H8798 Vraag H5288 het uw jongelingen H5046 H8686 , en zij zullen het u te kennen geven H5288 . Laat dan deze jongelingen H2580 genade H4672 H8799 vinden H5869 in uw ogen H3588 , want H5921 wij zijn op H2896 een goeden H3117 dag H935 H8804 gekomen H5414 H8798 ; geef H4994 toch H5650 uw knechten H1121 , en uw zoon H1732 David H834 , hetgeen H3027 uw hand H4672 H8799 vinden zal.
  9 H5288 Toen de jongelingen H1732 van David H935 H8799 gekomen waren H1732 , en in Davids H8034 naam H3605 naar al H428 die H1697 woorden H413 tot H5037 Nabal H1696 H8762 gesproken hadden H5117 H8799 , zo hielden zij stil.
  10 H5037 En Nabal H6030 H8799 antwoordde H5650 den knechten H1732 van David H559 H8799 , en zeide H4310 : Wie H1732 is David H4310 , en wie H1121 is de zoon H3448 van Isai H3117 ? Er zijn heden H7231 H8804 vele H5650 knechten H6555 H8693 , die zich afscheuren H376 , elk H4480 H6440 van H113 zijn heer.
  11 H3899 Zou ik dan mijn brood H4325 , en mijn water H2878 , en mijn geslacht H3947 H8804 [vlees] nemen H834 , dat H1494 H8802 ik voor mijn scheerders H2873 H8804 geslacht heb H582 , en zou ik het den mannen H5414 H8804 geven H834 , die H3808 ik niet H3045 H8804 weet H4480 H2088 , van H335 waar H1992 zij zijn?
  12 H2015 H8799 Toen keerden zich H5288 de jongelingen H1732 van David H1870 naar hun weg H7725 H8799 ; en zij keerden weder H935 H8799 , en kwamen H5046 H8686 , en boodschapten H3605 hem achtervolgens al H428 deze H1697 woorden.
  13 H1732 David H559 H8799 dan zeide H582 tot zijn mannen H376 : Een iegelijk H2296 H8798 gorde H2719 zijn zwaard H2296 H8799 aan. Toen gordde H376 een iegelijk H2719 zijn zwaard H1732 aan, en David H2296 H8799 gordde H1571 ook H2719 zijn zwaard H5927 H8799 aan; en zij togen op H310 achter H1732 David H702 H3967 , omtrent vierhonderd H376 man H3427 H8804 , en daar bleven H3967 er tweehonderd H5921 bij H3627 het gereedschap.
  14 H259 Doch een H5288 jongeling H4480 uit H5288 de jongelingen H5046 H8689 boodschapte H26 het aan Abigail H802 , de huisvrouw H5037 van Nabal H559 H8800 , zeggende H2009 : Zie H1732 , David H4397 heeft boden H7971 H8804 gezonden H4480 uit H4057 de woestijn H113 , om onzen heer H1288 H8763 te zegenen H5860 H8799 ; maar hij is tegen hen uitgevaren.
  15 H3966 Nochtans zijn zij ons zeer H2896 goede H582 mannen H3808 geweest; en wij hebben geen H3637 H8717 smaadheid geleden H3808 H3972 , en wij hebben niets H6485 H8804 gemist H3605 al H3117 de dagen H854 , [die] wij met H1980 H8694 hen verkeerd hebben H7704 , toen wij op het veld waren.
  16 H2346 Zij zijn een muur H5921 om H1961 H8804 ons geweest H1571 , zo H3915 bij nacht H1571 als H3119 bij dag H3605 , al H3117 de dagen H5973 , die wij bij H1961 H8800 hen geweest zijn H7462 H8802 , weidende H6629 de schapen.
  17 H3045 H8798 Weet H6258 dan nu H7200 H8798 , en zie H4100 , wat H6213 H8799 gij doen zult H3588 ; want H7451 het kwaad H3615 H0 is ten volle H413 over H113 onzen heer H3615 H8804 besloten H5921 , en over H3605 zijn ganse H1004 huis H1931 ; en hij H1121 is een zoon H1100 Belials H4480 , dat H413 men hem H1696 H8763 niet mag aanspreken.
  18 H4116 H8762 Toen haastte zich H26 Abigail H3947 H8799 , en nam H3967 tweehonderd H3899 broden H8147 , en twee H5035 lederzakken H3196 wijns H2568 , en vijf H6213 H8803 toebereide H6629 schapen H2568 , en vijf H5429 maten H7039 geroost koren H3967 , en honderd H6778 stukken rozijnen H3967 , en tweehonderd H1690 klompen H7760 H8799 vijgen, en leide H5921 [die] op H2543 ezelen.
  19 H559 H8799 En zij zeide H5288 tot haar jongelingen H5674 H8798 : Trekt heen H6440 voor mijn aangezicht H2009 ; ziet H935 H8802 , ik kom H310 achter H376 ulieden; doch haar man H5037 Nabal H5046 H0 gaf zij H3808 het niet H5046 H8689 te kennen.
  20 H1961 H8804 Het geschiedde H1931 nu, toen zij H5921 op H2543 den ezel H7392 H8802 reed H3381 H8802 , en dat zij afkwam H5643 in het verborgene H2022 des bergs H2009 , en ziet H1732 , David H582 en zijn mannen H3381 H8802 kwamen af H7125 H8800 haar tegemoet H6298 H8799 , en zij ontmoette H853 hen.
  21 H1732 David H559 H8804 nu had gezegd H389 : Trouwens H8267 ik heb te vergeefs H8104 H8804 bewaard H3605 al H834 wat H2088 deze H4057 in de woestijn H3808 H3972 heeft, alzo dat er niets H4480 van H3605 alles H834 , wat H6485 H8738 hij heeft, gemist is H7451 ; en hij heeft mij kwaad H8478 voor H2896 goed H7725 H8686 vergolden.
  22 H3541 Zo H6213 H8799 doe H430 God H341 H8802 aan de vijanden H1732 van David H3541 , en zo H3254 H8686 doe Hij daartoe H518 , indien H4480 ik van H3605 allen H834 , die H5704 hij heeft, iets tot H1242 H216 morgen H7604 H8686 overlaat H8366 H8688 H7023 , dat mannelijk is!
  23 H26 Toen nu Abigail H1732 David H7200 H8799 zag H4116 H8762 , zo haastte zij zich H3381 H0 , en kwam H4480 H5921 van H2543 den ezel H3381 H8799 af H5307 H8799 , en zij viel H639 voor het aangezicht H1732 van David H5921 op H6440 haar aangezicht H7812 H8691 , en zij boog zich H776 ter aarde.
  24 H5307 H8799 En zij viel H5921 aan H7272 zijn voeten H559 H8799 en zeide H113 : Och, mijn heer H589 , mijn H5771 zij de misdaad H4994 , en laat toch H519 uw dienstmaagd H241 voor uw oren H1696 H8762 spreken H8085 H8798 , en hoor H1697 de woorden H589 uwer dienstmaagd.

1 Samuel 25:26-42

  26 H6258 En nu H113 , mijn heer H3068 ! [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H5315 , en uw ziel H2416 leeft H3068 , het is de HEERE H834 , Die H4513 H8804 u verhinderd heeft H4480 van H935 H8800 te komen H1818 met bloedstorting H3027 , dat uw hand H3467 H8687 u zou verlossen H6258 ; en nu H5037 , dat als Nabal H1961 H8799 worden H341 H8802 uw vijanden H413 , en die tegen H113 mijn heer H7451 kwaad H1245 H8764 zoeken!

1 Samuel 25:25-42

  25 H113 Mijn heer H7760 H8799 stelle H4994 toch H3820 zijn hart H408 niet H413 aan H2088 dezen H1100 Belials H376 man H5921 , aan H5037 Nabal H3588 ; want H8034 gelijk zijn naam H3651 is, alzo H1931 is hij H8034 ; zijn naam H5037 is Nabal H5039 , en dwaasheid H5973 is bij H589 hem; en ik H519 , uw dienstmaagd H5288 , heb de jongelingen H113 van mijn heer H3808 niet H7200 H8804 gezien H834 , die H7971 H8804 gij gezonden hebt.

1 Samuel 25:27-42

  27 H6258 En nu H2063 , dit H1293 is de zegen H834 , dien H8198 uw dienstmaagd H113 mijn heer H935 H8689 toegebracht heeft H5414 H8738 , dat hij gegeven worde H5288 den jongelingen H113 , die mijns heren H7272 voetstappen H1980 H8693 nawandelen.
  28 H5375 H8798 Vergeef H4994 toch H519 aan uw dienstmaagd H6588 de overtreding H3588 , want H3068 de HEERE H6213 H8800 zal zekerlijk H113 mijn heer H539 H8737 een bestendig H1004 huis H6213 H8799 maken H3588 , dewijl H113 mijn heer H4421 de oorlogen H3068 des HEEREN H3898 H8737 oorloogt H3808 , en geen H7451 kwaad H4672 H8735 bij u gevonden is H4480 van H3117 uw dagen af.
  29 H120 Wanneer een mens H6965 H8799 opstaan zal H7291 H8800 om u te vervolgen H5315 , en om uw ziel H1245 H8763 te zoeken H1961 H0 , zo zal H5315 de ziel H113 mijns heren H6887 H8803 ingebonden H1961 H8804 zijn H6872 in het bundeltje H2416 der levenden H3068 bij den HEERE H430 , uw God H5315 ; maar de ziel H341 H8802 uwer vijanden H7049 H8762 zal Hij slingeren H8432 uit het midden H3709 van de holligheid H7050 des slingers.
  30 H1961 H8804 En het zal geschieden H3588 , als H3068 de HEERE H113 mijn heer H3605 naar al H2896 het goede H6213 H8799 doen zal H834 , dat H5921 Hij over H1696 H8765 u gesproken heeft H6680 H8765 , en Hij u gebieden zal H5057 een voorganger H5921 te zijn over H3478 Israel;
  31 H1961 H0 Zo zal H2063 dit H113 u, mijn heer H3808 , niet H1961 H8799 zijn H6330 tot wankeling H4383 , noch aanstoot H3820 des harten H1818 , te weten, dat gij bloed H2600 zonder oorzaak H8210 H8800 zoudt vergoten hebben H113 , en dat mijn heer H3467 H8687 zichzelven zou verlost hebben H3068 ; en als de HEERE H113 mijn heer H3190 H8689 weldoen zal H519 , zo zult gij uwer dienstmaagd H2142 H8804 gedenken.
  32 H559 H8799 Toen zeide H1732 David H26 tot Abigail H1288 H8803 : Gezegend H3068 zij de HEERE H430 , de God H3478 Israels H834 , Die H2088 u te dezen H3117 dage H7125 H8800 mij tegemoet H7971 H8804 gezonden heeft!
  33 H1288 H8803 En gezegend H2940 zij uw raad H1288 H8803 en gezegend H859 zijt gij H834 , dat H2088 gij mij te dezen H3117 dage H3607 H8804 geweerd hebt H4480 , van H935 H8800 te komen H1818 met bloedstorting H3027 , dat mijn hand H3467 H8687 mij verlost zou hebben!
  34 H199 Want voorzeker H3068 , [het] [is] [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H430 , de God H3478 Israels H2416 , leeft H834 , Die H4513 H8804 mij verhinderd heeft H4480 , van H853 u H7489 H8687 kwaad te doen H3588 , dat H3884 , ten ware H4116 H8765 dat gij u gehaast hadt H7125 H8800 , en mij tegemoet H935 H8799 gekomen waart H518 H5973 , zo H5037 ware van Nabal H8366 H8688 H7023 niemand, die mannelijk is H3498 H8738 , overgebleven H5704 tot H1242 H216 het morgenlicht!
  35 H3947 H8799 Toen nam H1732 David H4480 uit H3027 haar hand H834 , wat H935 H8689 zij hem gebracht had H559 H8804 ; en hij zeide H5927 H0 tot haar: Trek H7965 met vrede H5927 H8798 op H1004 naar uw huis H7200 H8798 ; zie H6963 , ik heb naar uw stem H8085 H8804 gehoord H6440 , en heb uw aangezicht H5375 H8799 aangenomen.
  36 H26 Toen nu Abigail H413 tot H5037 Nabal H935 H8799 kwam H2009 , ziet H4960 , zo had hij een maaltijd H1004 in zijn huis H4428 , als eens konings H4960 maaltijd H3820 ; en het hart H5037 van Nabal H2896 was vrolijk H5921 op H1931 denzelven, en hij H5704 H3966 was zeer H7910 dronken H5046 H0 ; daarom gaf zij H3808 hem niet H1697 een woord H6996 , klein H1419 noch groot H5046 H8689 , te kennen H5704 , tot H1242 H216 aan het morgenlicht.
  37 H1961 H8799 Het geschiedde H1242 nu in den morgen H3196 , toen de wijn H4480 van H5037 Nabal H3318 H8800 gegaan was H5046 H0 , zo gaf H802 hem zijn huisvrouw H428 die H1697 woorden H5046 H8686 te kennen H4191 H8799 . Toen bestierf H3820 zijn hart H7130 in het binnenste H1931 van hem, en hij H1961 H8804 werd H68 als een steen.
  38 H1961 H8799 En het geschiedde H6235 omtrent [na] tien H3117 dagen H5062 H8799 , zo sloeg H3068 de HEERE H5037 Nabal H4191 H8799 , dat hij stierf.
  39 H1732 Toen David H8085 H8799 hoorde H3588 , dat H5037 Nabal H4191 H8804 dood was H559 H8799 , zo zeide hij H1288 H8803 : Gezegend H3068 zij de HEERE H834 , Die H7379 den twist H2781 mijner smaadheid H7378 H8804 getwist heeft H4480 van H3027 de hand H5037 van Nabal H5650 , en heeft zijn knecht H2820 H8804 onthouden H7451 van het kwade H3068 , en [dat] de HEERE H7451 het kwaad H5037 van Nabal H7218 op zijn hoofd H7725 H8689 heeft doen wederkeren H1732 ! En David H7971 H8799 zond heen H26 , en liet met Abigail H1696 H8762 spreken H802 , dat hij ze zich ter vrouwe H3947 H8800 nam.
  40 H5650 Als nu de knechten H1732 van David H413 tot H26 Abigail H935 H8799 gekomen waren H3760 te Karmel H1696 H8762 , zo spraken zij H413 tot H559 H8800 haar, zeggende H1732 : David H413 heeft ons tot H7971 H8804 u gezonden H802 , dat hij zich u ter vrouwe H3947 H8800 neme.
  41 H6965 H8799 Toen stond zij op H7812 H8691 , en neigde zich H639 met het aangezicht H776 ter aarde H559 H8799 , en zij zeide H2009 : Ziet H519 , uw dienstmaagd H8198 zij tot een dienares H7272 , om de voeten H5650 der knechten H113 mijns heren H7364 H8800 te wassen.
  42 H26 Abigail H4116 H8762 nu haastte H6965 H8799 , en maakte zich op H7392 H8799 , en zij reed H5921 op H2543 een ezel H2568 , met haar vijf H5291 jonge maagden H7272 , die haar voetstappen H1980 H8802 nawandelden H3212 H8799 ; zij dan volgde H4397 de boden H1732 van David H310 na H1961 H8799 , en zij werd H802 hem ter huisvrouw.

1 Samuel 25:18-19

  18 H4116 H8762 Toen haastte zich H26 Abigail H3947 H8799 , en nam H3967 tweehonderd H3899 broden H8147 , en twee H5035 lederzakken H3196 wijns H2568 , en vijf H6213 H8803 toebereide H6629 schapen H2568 , en vijf H5429 maten H7039 geroost koren H3967 , en honderd H6778 stukken rozijnen H3967 , en tweehonderd H1690 klompen H7760 H8799 vijgen, en leide H5921 [die] op H2543 ezelen.
  19 H559 H8799 En zij zeide H5288 tot haar jongelingen H5674 H8798 : Trekt heen H6440 voor mijn aangezicht H2009 ; ziet H935 H8802 , ik kom H310 achter H376 ulieden; doch haar man H5037 Nabal H5046 H0 gaf zij H3808 het niet H5046 H8689 te kennen.

1 Samuel 25:39-42

  39 H1732 Toen David H8085 H8799 hoorde H3588 , dat H5037 Nabal H4191 H8804 dood was H559 H8799 , zo zeide hij H1288 H8803 : Gezegend H3068 zij de HEERE H834 , Die H7379 den twist H2781 mijner smaadheid H7378 H8804 getwist heeft H4480 van H3027 de hand H5037 van Nabal H5650 , en heeft zijn knecht H2820 H8804 onthouden H7451 van het kwade H3068 , en [dat] de HEERE H7451 het kwaad H5037 van Nabal H7218 op zijn hoofd H7725 H8689 heeft doen wederkeren H1732 ! En David H7971 H8799 zond heen H26 , en liet met Abigail H1696 H8762 spreken H802 , dat hij ze zich ter vrouwe H3947 H8800 nam.
  40 H5650 Als nu de knechten H1732 van David H413 tot H26 Abigail H935 H8799 gekomen waren H3760 te Karmel H1696 H8762 , zo spraken zij H413 tot H559 H8800 haar, zeggende H1732 : David H413 heeft ons tot H7971 H8804 u gezonden H802 , dat hij zich u ter vrouwe H3947 H8800 neme.
  41 H6965 H8799 Toen stond zij op H7812 H8691 , en neigde zich H639 met het aangezicht H776 ter aarde H559 H8799 , en zij zeide H2009 : Ziet H519 , uw dienstmaagd H8198 zij tot een dienares H7272 , om de voeten H5650 der knechten H113 mijns heren H7364 H8800 te wassen.
  42 H26 Abigail H4116 H8762 nu haastte H6965 H8799 , en maakte zich op H7392 H8799 , en zij reed H5921 op H2543 een ezel H2568 , met haar vijf H5291 jonge maagden H7272 , die haar voetstappen H1980 H8802 nawandelden H3212 H8799 ; zij dan volgde H4397 de boden H1732 van David H310 na H1961 H8799 , en zij werd H802 hem ter huisvrouw.

1 Samuel 25:32-35

  32 H559 H8799 Toen zeide H1732 David H26 tot Abigail H1288 H8803 : Gezegend H3068 zij de HEERE H430 , de God H3478 Israels H834 , Die H2088 u te dezen H3117 dage H7125 H8800 mij tegemoet H7971 H8804 gezonden heeft!
  33 H1288 H8803 En gezegend H2940 zij uw raad H1288 H8803 en gezegend H859 zijt gij H834 , dat H2088 gij mij te dezen H3117 dage H3607 H8804 geweerd hebt H4480 , van H935 H8800 te komen H1818 met bloedstorting H3027 , dat mijn hand H3467 H8687 mij verlost zou hebben!
  34 H199 Want voorzeker H3068 , [het] [is] [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H430 , de God H3478 Israels H2416 , leeft H834 , Die H4513 H8804 mij verhinderd heeft H4480 , van H853 u H7489 H8687 kwaad te doen H3588 , dat H3884 , ten ware H4116 H8765 dat gij u gehaast hadt H7125 H8800 , en mij tegemoet H935 H8799 gekomen waart H518 H5973 , zo H5037 ware van Nabal H8366 H8688 H7023 niemand, die mannelijk is H3498 H8738 , overgebleven H5704 tot H1242 H216 het morgenlicht!
  35 H3947 H8799 Toen nam H1732 David H4480 uit H3027 haar hand H834 , wat H935 H8689 zij hem gebracht had H559 H8804 ; en hij zeide H5927 H0 tot haar: Trek H7965 met vrede H5927 H8798 op H1004 naar uw huis H7200 H8798 ; zie H6963 , ik heb naar uw stem H8085 H8804 gehoord H6440 , en heb uw aangezicht H5375 H8799 aangenomen.

1 Chronicles 3:1

  1 H428 Dezen H1971 H8804 nu waren H1121 de kinderen H1732 van David H834 , die H2275 hem te Hebron H3205 H8738 geboren zijn H1060 : de eerstgeborene H550 Amnon H293 , van Ahinoam H3159 , de Jizreelietische H8145 ; de tweede H1840 Daniel H26 , van Abigail H3762 , de Karmelietische;

1 Samuel 25:1-44

  1 H8050 En Samuel H4191 H8799 stierf H3605 ; en gans H3478 Israel H6908 H8735 vergaderde zich H5594 H8799 , en zij bedreven rouw H6912 H8799 over hem, en begroeven H1004 hem in zijn huis H7414 te Rama H1732 . En David H6965 H8799 maakte zich op H3381 H8799 , en toog af H413 naar H4057 de woestijn H6290 Paran.
  2 H376 En er was een man H4584 te Maon H4639 , en zijn bedrijf H3760 was te Karmel H376 ; en die man H3966 was zeer H1419 groot H7969 , en hij had drie H505 duizend H6629 schapen H505 , en duizend H5795 geiten H1961 H8799 ; en hij was H1494 H8800 in het scheren H6629 zijner schapen H3760 te Karmel.
  3 H8034 En de naam H376 des mans H5037 was Nabal H8034 , en de naam H802 zijner huisvrouw H26 was Abigail H802 ; en de vrouw H2896 was goed H7922 van verstand H3303 , en schoon H8389 van gedaante H376 ; maar de man H7186 was hard H7451 en boos H4611 van daden H1931 , en hij H3614 was een Kalebiet.
  4 H1732 Als David H8085 H8799 hoorde H4057 in de woestijn H3588 , dat H5037 Nabal H6629 zijn schapen H1494 H8802 schoor,
  5 H7971 H8799 Zo zond H1732 David H6235 tien H5288 jongelingen H1732 ; en David H559 H8799 zeide H5288 tot de jongelingen H5927 H8798 : Gaat op H3760 naar Karmel H413 , en als gij tot H5037 Nabal H935 H8804 komt H8034 , zo zult gij hem in mijn naam H7965 naar den welstand H7592 H8804 vragen;
  6 H3541 En zult alzo H559 H8804 zeggen H2416 tot dien welvarende H7965 : Vrede H859 zij u H1004 , en uw huize H7965 zij vrede H3605 , en alles H834 , wat H7965 gij hebt, zij vrede!
  7 H6258 En nu H8085 H8804 , ik heb gehoord H3588 , dat H1494 H8802 gij scheerders H6258 hebt; nu H7462 H8802 , de herders H834 , die H5973 gij hebt, zijn bij H1961 H8804 ons geweest H3808 ; wij hebben hun geen H3637 H8689 smaadheid aangedaan H3808 H3972 , en zij hebben ook niets H6485 H8738 gemist H3605 al H3117 de dagen H3760 , die zij te Karmel H1961 H8800 geweest zijn.
  8 H7592 H8798 Vraag H5288 het uw jongelingen H5046 H8686 , en zij zullen het u te kennen geven H5288 . Laat dan deze jongelingen H2580 genade H4672 H8799 vinden H5869 in uw ogen H3588 , want H5921 wij zijn op H2896 een goeden H3117 dag H935 H8804 gekomen H5414 H8798 ; geef H4994 toch H5650 uw knechten H1121 , en uw zoon H1732 David H834 , hetgeen H3027 uw hand H4672 H8799 vinden zal.
  9 H5288 Toen de jongelingen H1732 van David H935 H8799 gekomen waren H1732 , en in Davids H8034 naam H3605 naar al H428 die H1697 woorden H413 tot H5037 Nabal H1696 H8762 gesproken hadden H5117 H8799 , zo hielden zij stil.
  10 H5037 En Nabal H6030 H8799 antwoordde H5650 den knechten H1732 van David H559 H8799 , en zeide H4310 : Wie H1732 is David H4310 , en wie H1121 is de zoon H3448 van Isai H3117 ? Er zijn heden H7231 H8804 vele H5650 knechten H6555 H8693 , die zich afscheuren H376 , elk H4480 H6440 van H113 zijn heer.
  11 H3899 Zou ik dan mijn brood H4325 , en mijn water H2878 , en mijn geslacht H3947 H8804 [vlees] nemen H834 , dat H1494 H8802 ik voor mijn scheerders H2873 H8804 geslacht heb H582 , en zou ik het den mannen H5414 H8804 geven H834 , die H3808 ik niet H3045 H8804 weet H4480 H2088 , van H335 waar H1992 zij zijn?
  12 H2015 H8799 Toen keerden zich H5288 de jongelingen H1732 van David H1870 naar hun weg H7725 H8799 ; en zij keerden weder H935 H8799 , en kwamen H5046 H8686 , en boodschapten H3605 hem achtervolgens al H428 deze H1697 woorden.
  13 H1732 David H559 H8799 dan zeide H582 tot zijn mannen H376 : Een iegelijk H2296 H8798 gorde H2719 zijn zwaard H2296 H8799 aan. Toen gordde H376 een iegelijk H2719 zijn zwaard H1732 aan, en David H2296 H8799 gordde H1571 ook H2719 zijn zwaard H5927 H8799 aan; en zij togen op H310 achter H1732 David H702 H3967 , omtrent vierhonderd H376 man H3427 H8804 , en daar bleven H3967 er tweehonderd H5921 bij H3627 het gereedschap.
  14 H259 Doch een H5288 jongeling H4480 uit H5288 de jongelingen H5046 H8689 boodschapte H26 het aan Abigail H802 , de huisvrouw H5037 van Nabal H559 H8800 , zeggende H2009 : Zie H1732 , David H4397 heeft boden H7971 H8804 gezonden H4480 uit H4057 de woestijn H113 , om onzen heer H1288 H8763 te zegenen H5860 H8799 ; maar hij is tegen hen uitgevaren.
  15 H3966 Nochtans zijn zij ons zeer H2896 goede H582 mannen H3808 geweest; en wij hebben geen H3637 H8717 smaadheid geleden H3808 H3972 , en wij hebben niets H6485 H8804 gemist H3605 al H3117 de dagen H854 , [die] wij met H1980 H8694 hen verkeerd hebben H7704 , toen wij op het veld waren.
  16 H2346 Zij zijn een muur H5921 om H1961 H8804 ons geweest H1571 , zo H3915 bij nacht H1571 als H3119 bij dag H3605 , al H3117 de dagen H5973 , die wij bij H1961 H8800 hen geweest zijn H7462 H8802 , weidende H6629 de schapen.
  17 H3045 H8798 Weet H6258 dan nu H7200 H8798 , en zie H4100 , wat H6213 H8799 gij doen zult H3588 ; want H7451 het kwaad H3615 H0 is ten volle H413 over H113 onzen heer H3615 H8804 besloten H5921 , en over H3605 zijn ganse H1004 huis H1931 ; en hij H1121 is een zoon H1100 Belials H4480 , dat H413 men hem H1696 H8763 niet mag aanspreken.
  18 H4116 H8762 Toen haastte zich H26 Abigail H3947 H8799 , en nam H3967 tweehonderd H3899 broden H8147 , en twee H5035 lederzakken H3196 wijns H2568 , en vijf H6213 H8803 toebereide H6629 schapen H2568 , en vijf H5429 maten H7039 geroost koren H3967 , en honderd H6778 stukken rozijnen H3967 , en tweehonderd H1690 klompen H7760 H8799 vijgen, en leide H5921 [die] op H2543 ezelen.
  19 H559 H8799 En zij zeide H5288 tot haar jongelingen H5674 H8798 : Trekt heen H6440 voor mijn aangezicht H2009 ; ziet H935 H8802 , ik kom H310 achter H376 ulieden; doch haar man H5037 Nabal H5046 H0 gaf zij H3808 het niet H5046 H8689 te kennen.
  20 H1961 H8804 Het geschiedde H1931 nu, toen zij H5921 op H2543 den ezel H7392 H8802 reed H3381 H8802 , en dat zij afkwam H5643 in het verborgene H2022 des bergs H2009 , en ziet H1732 , David H582 en zijn mannen H3381 H8802 kwamen af H7125 H8800 haar tegemoet H6298 H8799 , en zij ontmoette H853 hen.
  21 H1732 David H559 H8804 nu had gezegd H389 : Trouwens H8267 ik heb te vergeefs H8104 H8804 bewaard H3605 al H834 wat H2088 deze H4057 in de woestijn H3808 H3972 heeft, alzo dat er niets H4480 van H3605 alles H834 , wat H6485 H8738 hij heeft, gemist is H7451 ; en hij heeft mij kwaad H8478 voor H2896 goed H7725 H8686 vergolden.
  22 H3541 Zo H6213 H8799 doe H430 God H341 H8802 aan de vijanden H1732 van David H3541 , en zo H3254 H8686 doe Hij daartoe H518 , indien H4480 ik van H3605 allen H834 , die H5704 hij heeft, iets tot H1242 H216 morgen H7604 H8686 overlaat H8366 H8688 H7023 , dat mannelijk is!
  23 H26 Toen nu Abigail H1732 David H7200 H8799 zag H4116 H8762 , zo haastte zij zich H3381 H0 , en kwam H4480 H5921 van H2543 den ezel H3381 H8799 af H5307 H8799 , en zij viel H639 voor het aangezicht H1732 van David H5921 op H6440 haar aangezicht H7812 H8691 , en zij boog zich H776 ter aarde.
  24 H5307 H8799 En zij viel H5921 aan H7272 zijn voeten H559 H8799 en zeide H113 : Och, mijn heer H589 , mijn H5771 zij de misdaad H4994 , en laat toch H519 uw dienstmaagd H241 voor uw oren H1696 H8762 spreken H8085 H8798 , en hoor H1697 de woorden H589 uwer dienstmaagd.

1 Samuel 25:26-44

  26 H6258 En nu H113 , mijn heer H3068 ! [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H5315 , en uw ziel H2416 leeft H3068 , het is de HEERE H834 , Die H4513 H8804 u verhinderd heeft H4480 van H935 H8800 te komen H1818 met bloedstorting H3027 , dat uw hand H3467 H8687 u zou verlossen H6258 ; en nu H5037 , dat als Nabal H1961 H8799 worden H341 H8802 uw vijanden H413 , en die tegen H113 mijn heer H7451 kwaad H1245 H8764 zoeken!
  27 H6258 En nu H2063 , dit H1293 is de zegen H834 , dien H8198 uw dienstmaagd H113 mijn heer H935 H8689 toegebracht heeft H5414 H8738 , dat hij gegeven worde H5288 den jongelingen H113 , die mijns heren H7272 voetstappen H1980 H8693 nawandelen.
  28 H5375 H8798 Vergeef H4994 toch H519 aan uw dienstmaagd H6588 de overtreding H3588 , want H3068 de HEERE H6213 H8800 zal zekerlijk H113 mijn heer H539 H8737 een bestendig H1004 huis H6213 H8799 maken H3588 , dewijl H113 mijn heer H4421 de oorlogen H3068 des HEEREN H3898 H8737 oorloogt H3808 , en geen H7451 kwaad H4672 H8735 bij u gevonden is H4480 van H3117 uw dagen af.

1 Samuel 25:25-44

  25 H113 Mijn heer H7760 H8799 stelle H4994 toch H3820 zijn hart H408 niet H413 aan H2088 dezen H1100 Belials H376 man H5921 , aan H5037 Nabal H3588 ; want H8034 gelijk zijn naam H3651 is, alzo H1931 is hij H8034 ; zijn naam H5037 is Nabal H5039 , en dwaasheid H5973 is bij H589 hem; en ik H519 , uw dienstmaagd H5288 , heb de jongelingen H113 van mijn heer H3808 niet H7200 H8804 gezien H834 , die H7971 H8804 gij gezonden hebt.

1 Samuel 25:29-44

  29 H120 Wanneer een mens H6965 H8799 opstaan zal H7291 H8800 om u te vervolgen H5315 , en om uw ziel H1245 H8763 te zoeken H1961 H0 , zo zal H5315 de ziel H113 mijns heren H6887 H8803 ingebonden H1961 H8804 zijn H6872 in het bundeltje H2416 der levenden H3068 bij den HEERE H430 , uw God H5315 ; maar de ziel H341 H8802 uwer vijanden H7049 H8762 zal Hij slingeren H8432 uit het midden H3709 van de holligheid H7050 des slingers.
  30 H1961 H8804 En het zal geschieden H3588 , als H3068 de HEERE H113 mijn heer H3605 naar al H2896 het goede H6213 H8799 doen zal H834 , dat H5921 Hij over H1696 H8765 u gesproken heeft H6680 H8765 , en Hij u gebieden zal H5057 een voorganger H5921 te zijn over H3478 Israel;
  31 H1961 H0 Zo zal H2063 dit H113 u, mijn heer H3808 , niet H1961 H8799 zijn H6330 tot wankeling H4383 , noch aanstoot H3820 des harten H1818 , te weten, dat gij bloed H2600 zonder oorzaak H8210 H8800 zoudt vergoten hebben H113 , en dat mijn heer H3467 H8687 zichzelven zou verlost hebben H3068 ; en als de HEERE H113 mijn heer H3190 H8689 weldoen zal H519 , zo zult gij uwer dienstmaagd H2142 H8804 gedenken.
  32 H559 H8799 Toen zeide H1732 David H26 tot Abigail H1288 H8803 : Gezegend H3068 zij de HEERE H430 , de God H3478 Israels H834 , Die H2088 u te dezen H3117 dage H7125 H8800 mij tegemoet H7971 H8804 gezonden heeft!
  33 H1288 H8803 En gezegend H2940 zij uw raad H1288 H8803 en gezegend H859 zijt gij H834 , dat H2088 gij mij te dezen H3117 dage H3607 H8804 geweerd hebt H4480 , van H935 H8800 te komen H1818 met bloedstorting H3027 , dat mijn hand H3467 H8687 mij verlost zou hebben!
  34 H199 Want voorzeker H3068 , [het] [is] [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H430 , de God H3478 Israels H2416 , leeft H834 , Die H4513 H8804 mij verhinderd heeft H4480 , van H853 u H7489 H8687 kwaad te doen H3588 , dat H3884 , ten ware H4116 H8765 dat gij u gehaast hadt H7125 H8800 , en mij tegemoet H935 H8799 gekomen waart H518 H5973 , zo H5037 ware van Nabal H8366 H8688 H7023 niemand, die mannelijk is H3498 H8738 , overgebleven H5704 tot H1242 H216 het morgenlicht!
  35 H3947 H8799 Toen nam H1732 David H4480 uit H3027 haar hand H834 , wat H935 H8689 zij hem gebracht had H559 H8804 ; en hij zeide H5927 H0 tot haar: Trek H7965 met vrede H5927 H8798 op H1004 naar uw huis H7200 H8798 ; zie H6963 , ik heb naar uw stem H8085 H8804 gehoord H6440 , en heb uw aangezicht H5375 H8799 aangenomen.
  36 H26 Toen nu Abigail H413 tot H5037 Nabal H935 H8799 kwam H2009 , ziet H4960 , zo had hij een maaltijd H1004 in zijn huis H4428 , als eens konings H4960 maaltijd H3820 ; en het hart H5037 van Nabal H2896 was vrolijk H5921 op H1931 denzelven, en hij H5704 H3966 was zeer H7910 dronken H5046 H0 ; daarom gaf zij H3808 hem niet H1697 een woord H6996 , klein H1419 noch groot H5046 H8689 , te kennen H5704 , tot H1242 H216 aan het morgenlicht.
  37 H1961 H8799 Het geschiedde H1242 nu in den morgen H3196 , toen de wijn H4480 van H5037 Nabal H3318 H8800 gegaan was H5046 H0 , zo gaf H802 hem zijn huisvrouw H428 die H1697 woorden H5046 H8686 te kennen H4191 H8799 . Toen bestierf H3820 zijn hart H7130 in het binnenste H1931 van hem, en hij H1961 H8804 werd H68 als een steen.
  38 H1961 H8799 En het geschiedde H6235 omtrent [na] tien H3117 dagen H5062 H8799 , zo sloeg H3068 de HEERE H5037 Nabal H4191 H8799 , dat hij stierf.

1 Samuel 25:40-44

  40 H5650 Als nu de knechten H1732 van David H413 tot H26 Abigail H935 H8799 gekomen waren H3760 te Karmel H1696 H8762 , zo spraken zij H413 tot H559 H8800 haar, zeggende H1732 : David H413 heeft ons tot H7971 H8804 u gezonden H802 , dat hij zich u ter vrouwe H3947 H8800 neme.

1 Samuel 25:39-44

  39 H1732 Toen David H8085 H8799 hoorde H3588 , dat H5037 Nabal H4191 H8804 dood was H559 H8799 , zo zeide hij H1288 H8803 : Gezegend H3068 zij de HEERE H834 , Die H7379 den twist H2781 mijner smaadheid H7378 H8804 getwist heeft H4480 van H3027 de hand H5037 van Nabal H5650 , en heeft zijn knecht H2820 H8804 onthouden H7451 van het kwade H3068 , en [dat] de HEERE H7451 het kwaad H5037 van Nabal H7218 op zijn hoofd H7725 H8689 heeft doen wederkeren H1732 ! En David H7971 H8799 zond heen H26 , en liet met Abigail H1696 H8762 spreken H802 , dat hij ze zich ter vrouwe H3947 H8800 nam.

1 Samuel 25:41-44

  41 H6965 H8799 Toen stond zij op H7812 H8691 , en neigde zich H639 met het aangezicht H776 ter aarde H559 H8799 , en zij zeide H2009 : Ziet H519 , uw dienstmaagd H8198 zij tot een dienares H7272 , om de voeten H5650 der knechten H113 mijns heren H7364 H8800 te wassen.
  42 H26 Abigail H4116 H8762 nu haastte H6965 H8799 , en maakte zich op H7392 H8799 , en zij reed H5921 op H2543 een ezel H2568 , met haar vijf H5291 jonge maagden H7272 , die haar voetstappen H1980 H8802 nawandelden H3212 H8799 ; zij dan volgde H4397 de boden H1732 van David H310 na H1961 H8799 , en zij werd H802 hem ter huisvrouw.
  43 H3947 H8804 Ook nam H1732 David H293 Ahinoam H4480 van H3157 Jizreel H1961 H8799 ; alzo waren H1571 ook H8147 die beiden H802 hem tot vrouwen.
  44 H7586 Want Saul H1323 had zijn dochter H4324 Michal H802 , de huisvrouw H1732 van David H5414 H8804 , gegeven H6406 aan Palti H1121 , den zoon H3919 van Lais H834 , die H4480 van H1554 Gallim was.

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.