Bible verses about "storms" | DSV

Mark 4:35-41

35 En op denzelfden dag, als het nu avond geworden was, zeide Hij tot hen: Laat ons overvaren aan de andere zijde. 36 En zij, de schare gelaten hebbende, namen Hem mede, gelijk Hij in het schip was; en er waren nog andere scheepjes met Hem. 37 En er werd een grote storm van wind, en de baren sloegen over in het schip, alzo dat het nu vol werd. 38 En Hij was in het achterschip, slapende op een oorkussen; en zij wekten Hem op, en zeiden tot Hem: Meester, bekommert het U niet, dat wij vergaan? 39 En Hij opgewekt zijnde, bestrafte den wind, en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen, en er werd grote stilte. 40 En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij zo vreesachtig? Hebt gij geen geloof? 41 En zij vreesden met grote vreze, en zeiden tot elkander: Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?

2 Corinthians 12:9

9 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.

Philippians 4:19

19 Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid, door Christus Jezus.

Psalms 91:1-16

1 Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen. 2 Ik zal tot den HEERE zeggen: Mijn Toevlucht en mijn Burg! mijn God, op Welken ik vertrouw! 3 Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie. 4 Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen; Zijn waarheid is een rondas en beukelaar. 5 Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt; 6 Voor de pestilentie, die in de donkerheid wandelt; voor het verderf, dat op den middag verwoest. 7 Aan uw zijden zullen er duizend vallen, en tien duizend aan uw rechterhand; tot u zal het niet genaken. 8 Alleenlijk zult gij het met uw ogen aanschouwen; en gij zult de vergelding der goddelozen zien. 9 Want Gij, HEERE! zijt mijn Toevlucht! Den Allerhoogste hebt gij gesteld tot uw Vertrek; 10 U zal geen kwaad wedervaren, en geen plage zal uw tent naderen. 11 Want Hij zal Zijn engelen van u bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen. 12 Zij zullen u op de handen dragen, opdat gij uw voet aan geen steen stoot. 13 Op den fellen leeuw en de adder zult gij treden, gij zult den jongen leeuw en den draak vertreden. 14 Dewijl hij Mij zeer bemint, spreekt God, zo zal Ik hem uithelpen; Ik zal hem op een hoogte stellen, want hij kent Mijn Naam. 15 Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn. Ik zal er hem uittrekken, en zal hem verheerlijken. 16 Ik zal hem met langheid der dagen verzadigen, en Ik zal hem Mijn heil doen zien.

Nahum 1:7

7 De HEERE is goed, Hij is ter sterkte in den dag der benauwdheid, en Hij kent hen, die op Hem betrouwen.

Psalms 34:17-20

17 Pe. Het aangezicht des HEEREN is tegen degenen, die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien. 18 Tsade. Zij roepen, en de HEERE hoort, en Hij redt hen uit al hun benauwdheden. 19 Koph. De HEERE is nabij de gebrokenen van harte, en Hij behoudt de verslagenen van geest. 20 Resch. Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen; maar uit alle die redt hem de HEERE.

Deuteronomy 31:6

6 Weest sterk en hebt goeden moed, en vreest niet, en verschrikt niet voor hun aangezicht; want het is de HEERE, uw God, Die met u gaat; Hij zal u niet begeven, noch u verlaten.

Matthew 8:23-27

23 En als Hij in het schip gegaan was, zijn Hem Zijn discipelen gevolgd. 24 En ziet, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee, alzo dat het schip van de golven bedekt werd; doch Hij sliep. 25 En Zijn discipelen, bij Hem komende, hebben Hem opgewekt, zeggende: Heere, behoed ons, wij vergaan! 26 En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen? Toen stond Hij op, en bestrafte de winden en de zee; en er werd grote stilte. 27 En de mensen verwonderden zich, zeggende: Hoedanig een is Deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn!

Psalms 107:29

29 Hij doet den storm stilstaan, zodat hun golven stilzwijgen.

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.