Bible verses about "masturbating" | DSV

Proverbs 5:18-19

18 Uw springader zij gezegend; en verblijd u vanwege de huisvrouw uwer jeugd; 19 Een zeer liefelijke hinde, en een aangenaam steengeitje; laat u haar borsten te allen tijd dronken maken; dool steeds in haar liefde.

Romans 8:6

6 Want het bedenken des vleses is de dood; maar het bedenken des Geestes is het leven en vrede;

Job 31:1

1 Ik heb een verbond gemaakt met mijn ogen; hoe zou ik dan acht gegeven hebben op een maagd?

James 4:7

7 Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden.

Hebrews 13:4

4 Het huwelijk is eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen.

Galatians 5:16

16 En ik zeg: Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden des vleses niet.

1 Corinthians 7:5

5 Onttrekt u elkander niet, tenzij dan met beider toestemming voor een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt verledigen; en komt wederom bijeen, opdat u de satan niet verzoeke, omdat gij u niet kunt onthouden.

Romans 12:1-2

1 Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. 2 En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij.

Ephesians 5:3

3 Maar hoererij en alle onreinigheid, of gierigheid, laat ook onder u niet genoemd worden, gelijkerwijs het den heiligen betaamt,

1 Corinthians 6:9-10

9 Of weet gij niet, dat de onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet zullen beërven? 10 Dwaalt niet; noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beërven.

1 John 1:9

9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.

Colossians 3:5

5 Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinigheid, schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst.

Romans 7:15-22

15 Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. 16 En indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe, dat zij goed is. 17 Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont. 18 Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet. 19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. 20 Indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont. 21 Zo vind ik dan deze wet in mij; als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt. 22 Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens;

James 1:14-15

14 Maar een iegelijk wordt verzocht, als hij van zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt. 15 Daarna de begeerlijkheid ontvangen hebbende baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde baart den dood.

Matthew 5:28

28 Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw aan ziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan.

1 Corinthians 6:18

18 Vliedt de hoererij. Alle zonde, die de mens doet, is buiten het lichaam, maar die hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.

1 Thessalonians 4:3-5

3 Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij; 4 Dat een iegelijk van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer; 5 Niet in kwade beweging der begeerlijkheid, gelijk als de heidenen, die God niet kennen.

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.